2.10.Partijen hebben bij notariële akte van 13 april 2005 huwelijkse voorwaarden opgesteld, waarin onder meer het volgende is bepaald:
‘Wettelijke gemeenschap; privé-vermogen
Artikel 1
Tussen de echtgenoten bestaat de wettelijke gemeenschap van goederen.
Van deze gemeenschap zijn echter uitgezonderd:
de goederen en schulden die als aanbreng van een echtgenoot zijn vermeld op na te melden staat van aanbrengsten en al hetgeen voor bovengenoemde goederen in de plaats is getreden;
de goederen die een echtgenoot tijden het huwelijk krachtens erfrecht of schenking verkrijgt alsmede de op die verkrijging drukkende schulden en de wegens die verkrijging geheven belastingen als successierecht, schenkings- en overgangsrecht;
goederen die door een echtgenoot zijn verkregen en die door hem voor meer dan de helft zijn voldaan met aan hem toebehorende middelen die van de gemeenschap zijn uitgesloten;
de rechten en verplichtingen die verband houden met een levensverzekering als bedoeld in artikel 4 van deze huwelijkse voorwaarden.
Inkomsten, rente en kosten
Artikel 2
(…)
De rente van schulden die behoren tot het privé-vermogen en alle kosten van de daartoe behorende goederen komen, voor zover artikel 3 niet anders bepaalt, ten laste van het privé-vermogen.
Kosten van de huishouding
Artikel 3
De kosten van de gemeenschappelijke huishouding komen ten laste van het gemeenschappelijk inkomen van de echtgenoten en, indien dit onvoldoende is, ten laste van ieders inkomen naar evenredigheid. Zijn de inkomens ontoereikend dan komen deze kosten ten laste van het gemeenschappelijk vermogen en, voor zover ook dit ontoereikend is, ten laste van de privé-vermogens naar evenredigheid. Een en ander geldt niet voor zover bijzondere omstandigheden zich daartegen verzetten.
Onder de kosten van de huishouding zijn begrepen de kosten van verzorging en opvoeding van de tot het gezin behorende kinderen, de premies voor de gebruikelijke verzekeringen, de kosten van vakanties, de huurprijs van de echtelijke woning en rente van geldleningen die verband houden met de aanschaf van de echtelijke woning en de vakantiewoning.
(…)
De echtgenoot die in een kalenderjaar meer heeft bijgedragen in de kosten van de huishouding dan hij op grond van het bepaalde in dit artikel zou moeten dragen, kan dit meerdere van de andere echtgenoot terugvorderen, mits hij die vordering instelt binnen een jaar na afloop van het desbetreffende kalenderjaar.
(…)
Vergoedingsrechten
Artikel 5
Een echtgenoot heeft een vergoedingsrecht jegens de andere echtgenoot, indien een bedrag of waarde ten behoeve van die andere echtgenoot aan zijn vermogen is onttrokken. De vergoeding is gelijk aan het bedrag of de waarde ten tijde van de onttrekking en is direct opeisbaar, tenzij redelijkheid en billijkheid zich tegen die opeisbaarheid verzetten.
.
(…)
Pensioen
Artikel 7
Bij echtscheiding en scheiding van tafel en bed worden de door de echtgenoten opgebouwde pensioenaanspraken verevend conform het bepaalde in de artikelen 2 en 3 van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding.
(…)
Verrekening overige oudedagsvoorzieningen
Artikel 8
Bij echtscheiding en scheiding van tafel en bed wordt de waarde van aanspraken op een oudedagsvoorziening, die geen pensioenrechten zijn in de zin van de Wet vervening pensioenrechten bij scheiding, bij helfte verrekend.
(…)
Aanbreng
Artikel 11
De goederen en schulden die de echtgenoten ten huwelijk aanbrengen zijn vermeld op een door de verschenen personen en mij, notaris, ondertekende staat die aan deze akte wordt gehecht.’