ECLI:NL:RBNHO:2016:8621
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om nakoming convenant inzake kinderalimentatie en co-ouderschap
In deze zaak heeft de man de rechtbank verzocht om te bepalen dat de vrouw hem een bedrag van ongeveer € 20.000 moet betalen, voortvloeiend uit een convenant dat betrekking heeft op de kosten van verzorging en opvoeding van hun kinderen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het convenant is gebaseerd op artikel 1:392 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, wat betekent dat de man ontvankelijk is in zijn verzoek. De man moet echter onderbouwen dat hij meer heeft betaald dan de afspraken in het convenant voorschrijven. De rechtbank heeft geoordeeld dat de man niet voldoende bewijs heeft geleverd om zijn verzoek te onderbouwen, en heeft het verzoek afgewezen. De vrouw had primair aangevoerd dat de rechtbank onbevoegd was om van de vordering kennis te nemen, maar de rechtbank heeft deze argumenten niet verder behandeld omdat het verzoek van de man al werd afgewezen. De beschikking is gegeven door mr. drs. C.M. van Wechem op 19 oktober 2016, en tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam binnen drie maanden na de uitspraak.