ECLI:NL:RBNHO:2016:8603

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 november 2016
Publicatiedatum
17 oktober 2016
Zaaknummer
5064916
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van een overeenkomst van opdracht en vordering tot betaling van honorarium

In deze zaak heeft eiseres [X], een vennootschap onder firma, een vordering ingesteld tegen gedaagde [Y] voor betaling van een bedrag van € 1.725,00, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De vordering is gebaseerd op een overeenkomst van opdracht die tussen partijen is gesloten, waarbij [X] zich heeft verbonden om [Y] te adviseren en bemiddelen bij de totstandkoming van een hypotheekovereenkomst. Gedaagde [Y] heeft echter de overeenkomst ontbonden en betwist dat hij de verschuldigde bedragen moet betalen, omdat hij van mening is dat [X] haar verplichtingen niet naar behoren is nagekomen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat er inderdaad een overeenkomst van opdracht is gesloten, maar dat [X] tekort is geschoten in de nakoming van deze overeenkomst. [Y] heeft onvoldoende bewijs geleverd voor zijn stelling dat hij de overeenkomst heeft ontbonden, maar de kantonrechter oordeelt dat [X] in verzuim is geraakt door niet te voldoen aan haar verplichtingen. De kantonrechter heeft de vordering van [X] afgewezen en de tegenvordering van [Y] tot ontbinding van de overeenkomst toegewezen. Tevens is [X] veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan [Y].

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 5064916 \ CV EXPL 16-3967
Uitspraakdatum: 2 november 2016
Vonnis in de zaak van:
de vennootschap onder firma
[Naam eiser]
gevestigd en kantoorhoudende te [Plaats]
eiseres
verder te noemen: [X]
gemachtigde: mr. E. Cuiper
tegen
[Naam]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [Y]
gemachtigde: mr. A. de Groot

1.Het procesverloop

1.1.
[X] heeft bij dagvaarding van 28 april 2016 een vordering tegen [Y] ingesteld. [Y] heeft schriftelijk geantwoord en daarbij een tegenvordering ingediend.
1.2.
Op 29 september 2016 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht.

2.De feiten

2.1.
Tussen partijen is een overeenkomst van opdracht tot stand gekomen betreffende het adviseren en bemiddelen door [X] bij de totstandkoming van een hypotheekovereenkomst. [Y] heeft zich middels deze overeenkomst verbonden tot het betalen aan [X] van een bedrag ad € 1.500,00 aan een vast honorarium.
2.2.
Daarbij is opgenomen in de tussen partijen gesloten overeenkomst:
Werkzaamheden:In het kader van de aan ons verstrekte opdracht zullen de volgende werkzaamheden voor u worden verricht:● inventarisatie van uw persoonlijke situatie en wensen;● bespreking van verschillende hypotheekconstructies;● aanvragen offerte(s) bij één of meer financiële instellingen;● vergelijken offertes en adviseren over beste propositie;● adviseren over eventueel af te sluiten aanvullende verzekeringen gericht op hetbetaalbaar houden van de woonlasten ingeval van arbeidsongeschiktheid, lang leven,werkloosheid of overlijden van (één van) de kostwinner(s);● verzorgen van contracten met de betrokken financiële instelling ten einde te komen toteen definitief akkoord over de af te sluiten hypotheek en de aan de hypotheek verbondenfinanciële producten;● controleren van de hypotheekakte voor wat betreft de gekozen hypotheekconstructie ende hoogte van de financiering.Voortijdige beëindiging opdracht
Indien u, voordat bemiddeling door [X] [x] heeft geleid tot afsluiting door u van een hypotheek, besluit geen gebruik (meer) te maken van de advies- en/of bemiddelingsactiviteiten van [X] bent u een honorarium verschuldigd van € 1.500,00. Daarvoor ontvangt u een factuur.’2.3. De gemachtigde van [X] heeft [Y] per brief van 3 september 2015 respectievelijk 23 september 2015 gesommeerd om een bedrag van € 1.500,00 aan hoofdsom te voldoen, alsmede een bedrag van € 225,00 aan incassokosten. Het gevorderde bedrag is door [Y] tot op heden nog niet betaald.

3.De vordering

3.1.
[X] vordert betaling van een bedrag van € 1.725,00, te vermeerderen met de wettelijke rente, en veroordeling van [Y] in de proces- en nakosten.
3.2.
Ter onderbouwing van haar vordering stelt [X] dat [Y] de tussen partijen gesloten overeenkomst voortijdig heeft ontbonden en dat [Y] daarom een bedrag verschuldigd is van € 1.500,00, welk bedrag vermeerderd moet worden met de wettelijke rente en een bedrag van € 225,00 aan buitengerechtelijke incassokosten.

4.Het verweer en de tegenvordering

4.1.
[Y] is het niet eens met de vordering. Hij stelt – samengevat – dat [X] de in de overeenkomst opgenomen werkzaamheden niet naar behoren (binnen redelijke tijd en met enig resultaat) heeft verricht. Van de (onder sub 2.2. opgenomen) werkzaamheden heeft [X] alleen het onderdeel ‘inventarisatie van uw persoonlijke situatie en wensen’ gedeeltelijk uitgevoerd, in dier voege dat aan [Y] een aantal bescheiden zijn opgevraagd, en door hem zijn verstrekt. Dit is volgens [Y] het enige dat er in de periode van de opdrachtbevestiging d.d. 13 februari 2015 tot september 2015 waarneembaar is verricht. [Y] heeft zeer regelmatig telefonisch contact opgenomen met [X] om te vragen wat er gebeurde en wat de voortgang was, zonder resultaat en/of behoorlijk antwoord.
4.2.
[Y] betwist voorts dat hij voorafgaand aan de sommatie van 3 september 2015 een factuur heeft ontvangen, alsmede dat hij de opdracht heeft ingetrokken en tot slot betwist [Y] ook de verschuldigdheid van de buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente.
4.3.
[Y] vordert bij wijze van tegenvordering dat de kantonrechter de overeenkomst van opdracht d.d. 13 februari 2015 wegens een toerekenbare tekortkoming aan de zijde van [X] ontbindt. Volgens [Y] is het verzuim ingetreden zonder een ingebrekestelling. Dit komt doordat [X] zonder feitelijke of juridische grondslag een tussentijdse beëindiging van de opdracht door [Y] tracht te construeren. Hieruit blijkt volgens [Y] genoegzaam dat [X] niet van zins is de opgedragen werkzaamheden uit te voeren.

5.De beoordeling

de vordering en de tegenvordering
5.1.
De vordering en de tegenvordering lenen zich voor gezamenlijke behandeling.
5.2.
[X] heeft haar vordering gebaseerd op nakoming van de overeenkomst. Het daarin genoemde bedrag van € 1.500,00 moet volgens [X] op grond van deze overeenkomst aan haar worden betaald.
Hiertoe overweegt de kantonrechter als volgt.
5.3.
Door [X] is gesteld dat [Y] op of omstreeks 11 juni 2015 zelf heeft laten weten niet meer verder te willen met [X] . Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [Y] dit zowel bij conclusie van antwoord als ter zitting onvoldoende gemotiveerd betwist. Gelet hierop dient [Y] in beginsel op grond van de overeenkomst € 1.500,00 aan kosten bij voortijdige beëindiging van de opdracht te betalen, behoudens en voor zover hem een geslaagd beroep op ontbinding toekomt.
5.4.
Beoordeeld dient te worden of er sprake is van een toerekenbare tekortkoming en of de gestelde tekortkoming de ontbinding rechtvaardigt. Het feit dat op internet wordt geklaagd over de werkwijze van [X] , noch het feit dat [X] driemaal is berispt door het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (KiFiD), brengt niet mee dat de werkwijze van [X] op voorhand moet worden beschouwd als een tekortkoming in de nakoming.
5.5.
Ook als veronderstellenderwijs wordt uitgegaan van de juistheid van de stelling van [X] dat zij op of omstreeks 22 maart 2015 een verzoek om nadere financiële informatie van de ING Bank heeft doorgeleid aan [Y] , is de kantonrechter van oordeel dat [X] is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst. Immers heeft zij over de periode tussen 22 maart 2015 en 11 juni 2015 werkzaamheden noch enige communicatie in de richting van [Y] aannemelijk gemaakt. Voorts is hierbij van belang dat is gesteld noch gebleken, na de kennelijk door [Y] ontvangen informatie, dat [X] hem op de hoogte heeft gehouden over het verloop van de zaak of haar werkzaamheden.
5.6.
Voor een geslaagd beroep op ontbinding is tevens vereist dat [X] in verzuim is geraakt. Dat [X] niet alsnog correcte nakoming aanbood van haar kant, maar zich beriep op de beëindigingsvergoeding, heeft [Y] mogen verstaan als een mededeling in de zin van art. 6:83, aanhef en onder c, BW. [X] is daardoor in verzuim gekomen.
5.7.
Uit het voorgaande volgt dat de kantonrechter de vordering van [X] zal afwijzen en de tegenvordering van [Y] tot ontbinding van de overeenkomst toewijst.
5.8.
De proceskosten komen voor rekening van [X] , omdat zij ongelijk krijgt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
ontbindt de overeenkomst van opdracht tussen partijen gesloten op 13 februari 2015;
6.2.
veroordeelt [X] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [Y] tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 80,77
griffierecht € 471,00
salaris gemachtigde € 300,00 ;
6.3.
verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.S. Reid en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter