In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 11 oktober 2016 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen een werkgever, [x], en een werknemer, [y]. De werkgever verzocht om ontbinding op basis van een incident dat op 1 april 2016 had plaatsgevonden, waarbij [y] een zorgbehoevende bewoner van [x] een klap of tik had gegeven. De werkgever stelde dat dit incident, samen met een verstoorde arbeidsverhouding en disfunctioneren van [y], een redelijke grond voor ontbinding vormde.
De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat het verwijtbare gedrag van [y] niet zodanig ernstig was dat van de werkgever in redelijkheid niet kon worden gevergd de arbeidsovereenkomst voort te zetten. De rechter nam in overweging dat [y] meer dan tien jaar in dienst was en altijd goed had gefunctioneerd. Bovendien had [y] het incident direct gemeld en excuses aangeboden. De kantonrechter concludeerde dat de werkgever onvoldoende inspanningen had geleverd om de arbeidsverhouding te herstellen en dat er geen sprake was van een duurzaam en ernstig verstoorde arbeidsverhouding.
Daarom heeft de kantonrechter het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst afgewezen en de werkgever veroordeeld tot betaling van de proceskosten. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.