Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Bewijs
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegde ter terechtzitting van 19 augustus 2016;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevinding en overdracht van de Belastingdienst/Douane d.d. 29 augustus 2015 (zaaksdossier C.1, pagina 10);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van de Koninklijke Marechaussee (hierna: KMar) d.d. 30 augustus 2015 (zaaksdossier C.1, pagina 11-12);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van de KMar d.d. 31 augustus 2015 (zaaksdossier C.1, pagina 13-14);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen van analyse van de camerabeelden van de KMar d.d. 15 september 2015 (zaaksdossier C.1, pagina 45-65);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen gevorderde gegevens van de KMar d.d. 17 januari 2016 (zaaksdossier C.1, pagina 17-20);
- een tweetal schriftelijke bescheiden, te weten de uitdraai bevraging landelijke systemen en de uitdraai Gemeentelijke Basis Administratie (zaaksdossier C.1, pagina 21-28);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van onderzoek verdovende middelen van de KMar d.d. 1 september 2015 (zaaksdossier C.1, pagina 66-102);
- een schriftelijk bescheid, te weten het deskundigenrapport van het Douane Laboratorium te Amsterdam d.d. 3 september 2015 opgesteld door drs. [deskundige], kenmerk 8291 X 15 (zaaksdossier C.1, pagina 103-105).
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Toepasselijke wettelijke voorschriften
8.Beslissing
ZESENDERTIG (36) MAANDEN;
VIERENTWINTIG (24) MAANDEN nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van
DRIE (3) JAREN;
algemene voorwaardendat de veroordeelde:
bijzondere voorwaardendat de veroordeelde: