ECLI:NL:RBNHO:2016:7703
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.C. Terwiel-Kuneman
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake loonsanctie wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, gedateerd 28 april 2016, wordt de zaak behandeld tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. M.J. van der Veen, en de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen als verweerder, vertegenwoordigd door J. Knufman. De zaak betreft een loonsanctie die aan eiseres is opgelegd omdat zij onvoldoende re-integratie-inspanningen zou hebben verricht voor haar werkneemster, die zich op 4 februari 2013 ziekmeldde. De rechtbank oordeelt dat het bestreden besluit van verweerder niet deugdelijk is gemotiveerd en geeft verweerder de gelegenheid om het gebrek te herstellen.
De rechtbank stelt vast dat de werkneemster niet (geheel of gedeeltelijk) was hervat in het bedrijf van eiseres en dat er onvoldoende bewijs is geleverd dat eiseres re-integratiekansen heeft gemist. De bedrijfsarts van eiseres heeft ter zitting toegelicht dat de werkneemster een ingrijpende maagoperatie heeft ondergaan en dat het herstel daarvan meer tijd vergt dan aanvankelijk verwacht. De rechtbank mist een toereikende motivering van verweerder dat de bedrijfsarts tekort is geschoten in zijn beoordeling van de werkneemster's belastbaarheid.
De rechtbank concludeert dat het bestreden besluit in strijd is met artikel 7:12 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en geeft verweerder acht weken de tijd om het gebrek te herstellen. De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan tot de einduitspraak op het beroep, inclusief de proceskosten en het griffierecht.