Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Bewijs
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen van de Politieregio Haaglanden d.d. 14 november 2014 (dossierpagina 47-57);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen van de Politieregio Haaglanden d.d. 14 november 2014 (dossierpagina 151-152);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van de getuige [getuige 1] d.d. 10 november 2014 (dossierpagina 193-195);
- een schriftelijk stuk, te weten een aangifte van [getuige 2] namens [stichting] van 9 oktober 2014 (dossierpagina 18-19);
- een schriftelijk stuk, te weten het rapport van [accountant] in opdracht van de [stichting] d.d. 6 mei 2014 getiteld ‘Onderzoek mogelijke onregelmatigheden’ (dossierpagina 27-46);
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen van de Politieregio Haaglanden d.d. 14 november 2014 (dossierpagina 47-57);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van de getuige [getuige 3] d.d. 17 november 2014 (dossierpagina 227-228);
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van de getuige [getuige 3] d.d. 17 november 2014 (dossierpagina 227-228);
- een schriftelijk stuk, te weten een overeenkomst van geldlening d.d. 17 januari 2014 (dossierpagina 268-270);
- een schriftelijk stuk, te weten het rapport van [accountant] in opdracht van de [stichting] d.d. 6 mei 2014 getiteld ‘Onderzoek mogelijke onregelmatigheden’ (dossierpagina 40).
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Vorderingen van benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregel
[stichting](hierna: [stichting] ) heeft een vordering tot schadevergoeding van € 20.000,-- ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit twee posten:
[stichting 2](hierna: [stichting 2] ) heeft een vordering tot schadevergoeding van € 18.000,-- ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van het onder 2 ten laste gelegde zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit het gedeelte van het geldbedrag, dat verdachte wederrechtelijk van de bankrekening van de [stichting 2] naar zijn eigen bankrekening heeft overgemaakt, dat nog niet is terugbetaald.
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
12 maanden, met bevel dat van deze straf een gedeelte, te weten
3 maanden,
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat verdachte voor het einde van de op twee jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
[stichting]geleden materiële schade tot een bedrag van
€ 15.000,--en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 oktober 2015 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [stichting] voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
1 daghechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
[stichting 2]geleden materiële schade van
€ 18.000,--en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 16 april 2014 tot aan de dag der algehele voldoening, aan de [stichting 2] voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
1 daghechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.