ECLI:NL:RBNHO:2016:7321

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 mei 2016
Publicatiedatum
31 augustus 2016
Zaaknummer
15/871261-15
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Handel in valse briefjes van 50 euro met betrekking tot de niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie en bewijsuitsluiting

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, is de verdachte beschuldigd van het opzettelijk in omloop brengen van valse 50 euro bankbiljetten en het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie. De rechtbank heeft op 26 mei 2016 uitspraak gedaan na openbare zittingen op 9 februari en 12 mei 2016. De verdachte had in de periode van 2 mei 2014 tot en met 19 augustus 2015 in Heerhugowaard, Alkmaar en Den Helder valse bankbiljetten vervaardigd en verhandeld. De rechtbank heeft het verweer van de verdediging, dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk zou zijn, afgewezen. De verdachte had vrijwillig afstand gedaan van zijn recht op rechtsbijstand voorafgaand aan zijn verhoor, waardoor er geen sprake was van een schending van de procesorde. De rechtbank heeft ook het verzoek om bewijsuitsluiting verworpen, omdat de verdachte ondubbelzinnig afstand had gedaan van zijn recht op consultatie met een advocaat. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de tenlastegelegde feiten en hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar. Tevens zijn er diverse goederen, waaronder valse bankbiljetten en een vuurwapen, verbeurd verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Alkmaar
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/871261-15 (P)
Uitspraakdatum: 26 mei 2016
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 9 februari 2016 en 12 mei 2016 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
feitelijk verblijvende aan de [adres] te [verblijfplaats] .
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. M. Kubbinga en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. V.R.C. Shukrula, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is, na een nadere omschrijving van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering, ten laste gelegd dat:
Feit 1:
hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 02 mei 2014 tot en met 19 augustus 2015 te Heerhugowaard en/of Alkmaar en/of Den Helder en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk een (grote) hoeveelheid bankbiljet(ten) van 50 euro, dat/die verdachte en/of een of meerdere van zijn mededader(s) (telkens) zelf heeft/hebben nagemaakt of vervalst of waarvan de valsheid of vervalsing verdachte en/of een of meerdere van zijn mededader(s),
toen hij/zij dat/die bankbiljet(ten) ontving(en), (telkens) bekend was, (telkens) met het oogmerk om dat/die bankbiljet(ten) als echt en onvervalst uit te geven of te doen uitgeven, (telkens) in voorraad heeft gehad, zich heeft verschaft en/of heeft vervoerd;
Feit 2:
hij op of omstreeks 19 augustus 2015 te Heerhugowaard een wapen van categorie III, te weten (gas)pistool (Colt Double Eagle model Combat Comander), en/of munitie van categorie III, te weten 11 knalpatronen (9 mm), voorhanden heeft gehad;

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
De raadsman van verdachte heeft zich in verband met door hem gestelde verzuimen in het vooronderzoek beroepen op de niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie. Subsidiair heeft hij zich op het standpunt gesteld dat de eerste verklaring van verdachte van het bewijs moet worden uitgesloten. Ten slotte heeft de raadsman verzocht om getuigen te mogen horen, indien het primaire en subsidiaire verweer door de rechtbank zal worden verworpen.
Beroep op niet-ontvankelijkheid
Niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie in de vervolging als in artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering voorzien rechtsgevolg komt slechts in aanmerking ingeval het vormverzuim daarin bestaat dat met de opsporing of vervolging belaste ambtenaren ernstig inbreuk hebben gemaakt op beginselen van een behoorlijke procesorde waardoor doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak is tekortgedaan.
De raadsman heeft daartoe allereerst aangevoerd dat uit Europese regelgeving volgt dat een verdachte zonder onnodig uitstel toegang heeft tot een advocaat.
De raadsman heeft daarnaast aangevoerd dat voorafgaand aan het verhoor van zijn cliënt, aan zijn cliënt in strijd met de waarheid verteld is dat niet te verifiëren is of zijn voorkeursadvocaat daadwerkelijk advocaat is en dat hem de toegang tot zijn advocaat meerdere malen is ontzegd. Voorts zou verdachte zijn toegezegd dat zijn (eveneens aangehouden) vriendin zou worden heengezonden als hij zou verklaren. Door deze werkwijze van de politie is in strijd gehandeld met de beginselen van een goede procesorde. Het is politieambtenaren immers niet toegestaan om moedwillig foutieve informatie te verstrekken teneinde een verdachte te bewegen afstand te doen van zijn recht op rechtsbijstand voorafgaand aan het verhoor.
De rechtbank overweegt hierover het volgende.
Na zijn aanhouding in Heerhugowaard is verdachte via een video-conferentie op 19 augustus 2015 om 19.09 uur voorgeleid aan een hulpofficier van justitie in Alkmaar. Daarbij is hij gewezen op zijn consultatierecht. Verdachte heeft toen verklaard zijn gekozen advocaat mr. Shukrula te willen consulteren. De hulpofficier van justitie heeft het bevel gegeven verdachte op te houden voor onderzoek (dossierpagina’s B6-7).
Verdachte is vervolgens overgebracht naar het politiebureau in Den Helder.
Het proces-verbaal van de verhorende verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] vermeldt (dossierpagina’s E45-46) het volgende:
“Omstreeks 21.45 uur waren wij aan het bureau van politie te Den Helder. Hierop zijn wij naar de arrestantencel gelopen van verdachte [verdachte] en hebben wij ons voorgesteld als zijnde de behandelend rechercheurs. Ik, verbalisant [verbalisant 1] , heb [verdachte] medegedeeld dat wij hem morgenochtend vroeg zouden gaan horen omdat hij eerst zou mogen overleggen met zijn advocaat, dat er wel iemand had gebeld die aangaf dat het zijn advocaat was, die opgaf te zijn genaamd Shukrula maar dat wij telefonisch niet konden verifiëren of dit ook daadwerkelijk een advocaat was.
[verdachte] vroeg ons, verbalisanten, zeer nadrukkelijk of hij niet toch nu meteen mocht worden gehoord, omdat zijn vriendin hier geheel onterecht was aangehouden en hij degene was die schuldig was.
Hierop heb ik, verbalisant [verbalisant 1] , [verdachte] direct onderbroken en hem medegedeeld dat hij niet tot antwoorden verplicht is, dat hij voorafgaand aan een verhoor recht heeft op overleg met een advocaat, dat het nu wel erg laat was om nog gehoord te worden en dat wij eerst wilden eten omdat wij nog niet gegeten hadden evenals [verdachte] zelf. Wij hoorden dat [verdachte] hierna smeekte om toch nu meteen gehoord te worden, dat hij wilde uitleggen dat zijn vriendin onschuldig vast zat en dat hij verantwoordelijk was voor alles wat er gebeurd was.
Hierop heb ik, verbalisant [verbalisant 1] , [verdachte] nogmaals aangegeven dat wij er de voorkeur aan gaven om dit morgen te doen, nadat [verdachte] bezoek had gehad van zijn advocaat. [verdachte] vroeg hierna nogmaals of wij hem niet alvast wilden gaan horen. Nadat [verdachte] nogmaals zei “ik wil nu met jullie in gesprek” hebben wij [verdachte] toegezegd dat wij kort met hem in verhoor zouden gaan, maar in het verhoor zouden vastleggen dat dit verhoor op uitdrukkelijk verzoek van [verdachte] zelf is aangevangen, zonder dat hij overleg had gehad met zijn advocaat.
[verdachte] zei vervolgens “advocaten zeggen toch dat ik moet zwijgen maar ik wil juist alles over het nepgeld vertellen, want ik wil dat jullie weten dat mijn vriendin onschuldig vast zit en hier zo snel mogelijk weg moet.”
Ter zitting van 30 november 2015 in deze zaak heeft de verdachte, tweemaal daarnaar gevraagd, niet betwist dat de inhoud van voormeld proces-verbaal juist is. Ter zitting van 12 mei 2016 daarnaar opnieuw gevraagd, heeft hij zich op dit punt op zijn zwijgrecht beroepen.
De rechtbank heeft geen enkele twijfel dat voormeld proces-verbaal de juiste weergave van de feiten is.
Het verhoor is hierna om 22.40 uur aangevangen. Het desbetreffende proces-verbaal (dossierpagina’s B12-13) vermeldt onder meer:
“V: [verdachte] , je bent aangehouden ter zake de handel in vals geld, wij gaan je horen als verdachte en dat betekent dat je niet tot antwoorden verplicht bent. Voorafgaand aan het verhoor heb je recht op overleg met een advocaat. Je gaf net aan dat je daar vanaf wil zien. Waarom is dat ?
A: Ja meneer ik wou het niet meer maar ik deed het voornamelijk voor mijn moeder maar die woont in het buitenland.
V: Waarom wil je niet voorafgaand aan dit verhoor overleggen met een advocaat ?
A: Omdat die advocaat die ik ken altijd zegt dat je moet zwijgen en ik ben.. . ja, en dat hoeft niet van mij. Misschien is het niet verstandig maar ik wil uhh, mijn vriendin niet meer pijn doen want die zit hier ook.”
Het verhoor is even onderbroken geweest voor de voorgeleiding aan de hulpofficier van justitie (om 22.55 uur). Het proces-verbaal van inverzekeringstelling vermeldt (dossierpagina B8):
“Het klopt dat ik vals geld bij mij had. Ik had ongeveer 30 valse 50 euro biljetten bij mij. Ik was onderweg naar een koper. Ik zal hierover verder verklaren aan uw collega’s. Ik hoef nog geen advocaat, ik wil gewoon mijn verhaal vertellen. Ik snap dat er morgen voor mij een advocaat komt, dat is prima. “
Al het voorgaande leidt de rechtbank tot de constatering dat verdachte vrijwillig en op ondubbelzinnige wijze afstand heeft gedaan van zijn recht om met een raadsman te overleggen, voorafgaand aan zijn verhoor.
Dat de raadsman van verdachte vergeefs heeft geprobeerd om met verdachte in contact te komen, doet daar niet aan af. Het gaat immers om het recht van de
verdachte, dat niet is geschonden. Het gaat niet om een recht van zijn
raadsmanom in contact te komen met zijn cliënt (om verdachte te adviseren zich op zijn zwijgrecht te beroepen).
Het openbaar ministerie is daarom ontvankelijk in de vervolging.
Beroep op bewijsuitsluiting
Een verdachte die door de politie is aangehouden, kan aan artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) een aanspraak op rechtsbijstand ontlenen. Die aanspraak houdt in dat hem de gelegenheid wordt geboden om voorafgaand aan het verhoor door de politie aangaande zijn betrokkenheid bij een strafbaar feit een advocaat te raadplegen. Schending van dat vormvoorschrift heeft naar vaste jurisprudentie van de Hoge Raad bewijsuitsluiting tot gevolg.
Het voorgaande geldt echter niet, indien een verdachte uitdrukkelijk en ondubbelzinnig afstand heeft gedaan van zijn recht op consultatie. Hiervoor is in dit vonnis al overwogen dat de verdachte in dit geval uitdrukkelijk en ondubbelzinnig afstand heeft gedaan van zijn recht. Er is daarom geen sprake van een vormverzuim en het beroep op bewijsuitsluiting wordt daarom eveneens verworpen.
Voorwaardelijk verzoek horen getuigen
Het verzoek om getuigen te horen over de wijze van contact leggen tussen de politie en de raadsman voorafgaand aan het eerste verhoor van verdachte is door de rechtbank op 30 november 2015 gemotiveerd verworpen. Tijdens de zitting van 24 februari 2016 heeft de raadsman opnieuw verzocht om dezelfde getuigen te mogen horen. De rechtbank heeft dat verzoek toen opnieuw afgewezen.
Ter zitting van 12 mei 2016 heeft de raadsman ten derde male verzocht om de getuigen over dit onderwerp te mogen horen, zonder daar een nadere onderbouwing voor te geven. Reeds om die reden wordt aan dat verzoek nu verder voorbijgegaan.

3.Bewijs

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten.
3.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit verdachte (partieel) vrij te spreken van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten en heeft daartoe aangevoerd dat:
Feit 1
- in diverse zaak-incidenten de herkenning van verdachte onvoldoende duidelijk is;
- diverse verklaringen zogenaamde de-auditu verklaringen zijn waarvan de bron niet bekend is, zodat die verklaringen niet kunnen worden gebruikt;
- het telefoonnummer [telefoonnummer] kennelijk bij meer personen in gebruik is;
- er geen sprake was van een oogmerk om de bankbiljetten als echt en onvervalst te doen uitgeven
- er geen sprake is van het als echt en onvervalst doen uitgeven wanneer een tweede handelaar wordt ingeschakeld
- er geen sprake is van medeplegen nu er geen medeverdachten zijn en niet is gebleken van een nauwe bewuste samenwerking.
Feit 2
- de politie niet heeft onderzocht of het wapen en de munitie daadwerkelijk pyrotechnische ontploffingen/knallen teweeg kan brengen.
3.3.
Redengevende feiten en omstandigheden [1]
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten op grond van het volgende.
Feit 1
Tros Opgelicht en Volkswagen Golf met kenteken [kenteken]
Op vrijdag 2 mei 2014 werd door een persoon, die valse briefjes van 50 (de rechtbank begrijpt: euro) had aangeboden bij een medewerker van “Tros Opgelicht”, een afspraak gemaakt in de wijk Ypenburg te Den Haag voor een vals geld overdracht. Medewerkers van Tros Opgelicht hebben na het maken van deze afspraak de politie Haaglanden in kennis gesteld van het voornemen voor deze vals geld overdracht. Nadat de politie post had gevat op het Patrijsplantsoen te Den Haag kwam een rode Volkswagen voorzien van kenteken
[kenteken] aanrijden, waarvan de inzittende contact maakte met de medewerker van Tros Opgelicht. Na een kort contact tussen de bestuurder van deze rode Volkswagen en medewerkers van Tros Opgelicht, vertrouwde de bestuurder van de rode Volkswagen het kennelijk niet waarna hij, vóór de overdacht van het valse geld, is weggereden. Uit gegevens van de Rijksdienst voor het wegverkeer blijkt de rode Volkswagen Golf, voorzien van kenteken [kenteken] , van 8 april 2014 tot en met 13 januari 2015 op naam te hebben gestaan van verdachte. [2] Nadien heeft een tweede ‘undercover actie’ plaatsgevonden, die wel is gelukt. De beelden van die geslaagde actie zijn door de Tros uitgezonden op 26 augustus 2014. Verbalisant [verbalisant 1] heeft de beelden bekeken. Hij zag de rode Volkswagen Golf met kenteken [kenteken] aan komen rijden en herkende verdachte als bestuurder en [M.] als bijrijder. [3] Ook verbalisant [verbalisant 2] herkende [M.] als bijrijder en verdachte als bestuurder van de Volkswagen Golf op de videobeelden. Verdachte is hem ambtshalve bekend uit een eerder verhoor in het onderzoek Creon. [4]
Medewerkers van Tros Opgelicht hadden contact over de vals geld overdracht met twee telefoonnummers, waaronder het nummer [telefoonnummer] dat zij kregen na te zijn toegevoegd aan een app groep die zij ‘Best Fake Money ’ noemen naar aanleiding van de naam van het contact in een advertentie op internet. [5]
Telefoonnummer [telefoonnummer]
Uit onderzoek blijkt dat dit telefoonnummer behoort bij een Vodafone abonnement op naam van [betrokkene] wonende [adres] , [woonplaats] . [6] Het abonnement is door [betrokkene] afgesloten op verzoek van verdachte. [7] Tijdens een verhoor wegens verdenking van diefstal van een personenwagen had verdachte op dinsdag 15 april 2014 al verklaard dat hij gebruik maakt van telefoonnummer [telefoonnummer] . Verdachte verklaarde dat hij het nummer met abonnement reeds anderhalve maand heeft. [8]
Z-02 Haarlemmermeer
Op 9 september 2014 werd [B.] aangehouden ter zake de uitgave van vals geld. [B.] had op dat moment meerdere valse 50 euro bankbiljetten voorzien van een hologram sticker bij zich [9] . In het verhoor verklaarde [B.] de valse bankbiljetten te hebben gekocht van een man die hij in zijn mobiele telefoon had staan onder het contact ‘Peter Alkmaar’. [B.] sprak met deze persoon af via de Whatsapp. Het nummer van contactpersoon ‘Peter Alkmaar’ had [B.] middels een vriend van een internetsite gehaald . [10] In de mobiele telefoon van [B.] stond bij het contact ‘Peter Alkmaar’, het mobiele telefoonnummer [telefoonnummer] . [11]
Z-01 Den Helder e.o.
Op 25 januari 2015 werd de verdachte [A.] aangehouden ter zake vermoedelijke overtreding van artikel 209 van het Wetboek van Strafrecht, zijnde het uitgeven van vals geld, namelijk valse 50 euro bankbiljetten. In de hierop volgende politieverhoren verklaarde [A.] dat hij bemiddelt in de verkoop van vals geld voor [I.] . Het contact met de naam “Brieven Alkii Turkoe” met telefoonnummer [telefoonnummer] in zijn telefoon heeft [I.] in zijn telefoon gezet en betreft de naam en het telefoonnummer van een Turkse of Marokkaanse jongen uit Alkmaar die [I.] het valse geld levert. [12]
Op 28 januari 2015 werd de in beslaggenomen mobiele telefoon van verdachte [A.] onderzocht. In de Whatsapp contacten van deze telefoon stond een contact, genaamd ‘Brieven Alkii Turkoe” met telefoonnummer [telefoonnummer] . Uit de Whatsapp chat geschiedenis tussen verdachte [A.] voornoemd en het contact “Brieven alkii Turkoe” kan worden opgemaakt dat het contact “Brieven alkii Turkoe” volgens eigen zeggen op grote schaal in vals geld handelt en hiermee adverteert. De periode, waarover deze gesprekken werden gevoerd tussen [A.] en het contact Brieven alkii Turkoe”, is van 28 augustus 2014 tot en met 24 januari 2015.
Voorbeelden van Whatsapp berichten:
26 okt. 2014 om 04:04 uur — Brieven Alkii Turkoe:
Hallo Allemaal,
Dit bericht wordt verzonden naar 600 mensen tegelijk! Ik heb het de laatste tijd heel druk gehad waardoor ik veel mensen niet heb kunnen terug appen, ik heb nu al een gedeelte van de mensen geholpen. Iedereen die nog nepgeld wil ???? moet me nu appen of morgen als ze wakker worden. Ik beantwoord alle gesprekken en probeer je z.s.m. te helpen.
Mvg, Nepgeld
31 okt. 2014 om 00:51 uur — Brieven Alkii Turkoe:
Ik heb alweer een grote groep klanten geholpen. Dus iedereen die nog nepgeld nodig heeft en nog geen antwoord heeft gehad van mij of nog niet is geholpen door me. Excuses daarvoor want het is heel druk. Dus iedereen die nog wil moet me nu appen of morgen zodat ik iedereen kan helpen . Dit is een bericht naar meerdere personen. Mensen die al zijn geholpen hoeven zich niet aangesproken te voelen.
Mvg, Fake ????????
24 jan. 2015 om 18:36 uur - Brieven Alkii Turkoe:
Nieuwe 50 euro biljetten met WATERMERK en duidelijke VEILIGHEIDSDRAAD en BETER PAPIER EN HOLOGBAM en BETERE KLEUR EN KWALITEIT!! Makkelijk uit te geven en door te verkopen!! Iedereen die INTERESSE heeft app me of sms me!!! [13]
Z-04 Den Helder
Op maandag 2 maart 2015 werd [M.] uit Den Helder, aangehouden ter zake vals geld. In zijn jas zijn 20 bankbiljetten van 50 euro aangetroffen die voldoen aan de uiterlijke kenmerken van vervalste bankbiljetten en waarvan 18 hetzelfde serienummer hebben. [14] [M.] verklaarde dat hij vals geld kocht van een man die hij “Alki” noemt en waarmee hij via de App afspraken maakte om dit valse geld in ontvangst te nemen op de stations Alkmaar, Heerhugowaard en Beverwijk en op de openbare weg te Den Helder.
Hij verklaarde een keer of 20 van Alki vals geld te hebben gekocht, dat hij 40 of 50 keer heeft doorverkocht. [15]
De telefoon van verdachte [M.] is in beslag genomen. Daarin stond een contact genaamd “Alki” met daarbij als telefoonnummer [telefoonnummer] .
Uit het onderzoek naar de mobiele telefoon van verdachte [M.] is gebleken dat in de periode 18 oktober 2014 tot en met 25 januari 2015 tussen [M.] en Alki 93 keer telefonisch contact is geweest. De gesprekken tussen [M.] en “Alki” zijn vals geld gerelateerd. [16]
Voorbeelden van Whatsapp gesprekken:
16-02-15
[M.] : Hoe duur voor 50 nieuwe?
Alkie: 375, Je weet toch de prijs
19-2-2015
Alkie: Waarom neem je niet beter 100 man, voor 700
[M.] : Nee man beter die 50
22-2-15
[M.] : Hoeveel is 1000 stuks?
Alkie: 5500
[M.] : Okee ik heb iemand daar voor maar probleem is, heb geen 5500 liggen.
Gaan we dan samen naar die man? Net als vorige keer weet je nog
Alkie: Aanbetaling 2500
[M.] : [adres]
Alkie: Okee
24-2-15
[M.] : Okee doe 950 voor 150 dan
Alkie: Okee broer komt goed zie je morgen hoe laat heb je nodig
[M.] : 2 uur morgen middag bij Beverwijk station goed?
Alkie: Ja man, broer, geen probleem. [17]
[M.] probeerde op zijn beurt de valse biljetten van 50 euro ook weer door te verkopen. [18] Dat heeft hij aan een man of 30 gedaan. [19]
Zoekactie google op telefoonnummer [telefoonnummer]
Op 28 juli 2015 werd door de politie via Google gezocht op telefoonnummer [telefoonnummer] . In verschillende advertenties waarin vals geld via dit nummer werd aangeboden werd het e-mailadres [e-mailadres] vermeld. In de advertentie staat vermeld dat iedereen tips krijgt om het heel snel uit te geven of te verkopen. [20]
Pseudokoopteam
De politie heeft een pseudokoopteam geformeerd. De officier van justitie heeft op 22 juli 2015 het bevel daartoe verleend. [21]
Op 22 juli 2015 is door een lid van het pseudokoopteam een tekstbericht verstuurd dat hij interesse heeft, naar aanleiding van een advertentie op internet waarin vals geld werd aangeboden. In voornoemde advertentie stond als telefoonnummer vermeld: [telefoonnummer] . Op 7 augustus 2015 stuurde de gebruiker van dat telefoonnummer een app inhoudende: “Wie wilt nog nep kopen whatsapp sms me gelijk. Heb ondertussen veel mensen terug kunnen appen en helpen. Voor de mensen die niet geholpen zijn en geholpen zijn app me of sms me. Mijn excuses maar de laatste periode is het zo druk geweest waardoor ik nieuwe klanten niet heb kunnen terug appen natuurlijk ben ik ook op vakantie geweest waardoor ik jullie ook niet heb kunnen helpen, mijn excuses daarvoor. Iedereen die wil app me nep 50 euro met alle kenmerken ophalen regio alkmaar prijs hangt af van afname degene die foto willen app me maar”. [22]
Op maandag 10 augustus 2015 heeft het pseudokoopteam telefonisch, zowel via Whatsapp maar ook via spraak, contact gehad met de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] . Tijdens dit contact werd een afspraak gemaakt voor de koop van vals geld, 10 biljetten voor € 150,-. Na deze afspraak kwam op de afgesproken plaats (MacDonald’s in Heerhugowaard), een personenwagen, merk BMW, voorzien van kenteken [kenteken] , aanrijden met achter het stuur een vrouw en naast haar op de passagiersstoel een man. Deze man werd herkend door het lid van het pseudokoopteam als zijnde verdachte. Nadat het lid van het pseudokoopteam, in persoon, contact heeft gehad met verdachte, heeft er uiteindelijk geen koop plaats gevonden. Verdachte wilde naar een woonwijk, want het moest in de auto afgehandeld worden. [23]
Op 19 augustus 2015 heeft de gebruiker van nummer [telefoonnummer] gereageerd via Whatsapp op een bericht van een lid van het pseudokoopteam. De desbetreffende persoon gaf aan dat hij er 10 kon leveren voor de prijs van 150 en 15 voor de prijs van 225. Hierna werd een afspraak gemaakt voor de verkoop in Heerhugowaard. Verdachte verscheen op de afgesproken plaats op de afgesproken tijd, samen met zijn vriendin [naam vriendin] , die wederom als bestuurder achter het stuur van de BMW zat. Toen verdachte achterin de auto van de pseudokoper wilde kijken, is hij aangehouden. [24] Tijdens zijn aanhouding vernielde verdachte de telefoon die hij bij zich had. [25] Deze telefoon was voorzien van een simkaart met telefoonnummer [telefoonnummer] . [26]
Aantreffen valse 50 euro biljetten
In de BMW zijn onder meer 15 biljetten van 50 euro aangetroffen. [27]
Tijdens de fouillering na de aanhouding zijn bij verdachte in een dubbelgevouwen stapel voor een bedrag van 1.500 euro aan 50 euro biljetten aangetroffen. [28]
Op aanwijzing van verdachte zijn in de woning aan de [adres] te [verblijfplaats] op een keukenkastje 10 bankbiljetten van 50 euro aangetroffen. [29]
De tijdens de fouillering en in de woning aangetroffen bankbiljetten zijn door een forensisch onderzoeker/deskundige documentonderzoek onderzocht. Het onderzoek wees uit dat de bankbiljetten vals waren. [30]
Verklaring verdachte
Tijdens zijn verhoor op 19 augustus 2015 heeft verdachte bekend dat het telefoonnummer [telefoonnummer] hem toebehoort en dat hij al een jaar handelt in valse 50 euro biljetten. Hij adverteert op startkabelsites zoals Salou. Verdachte heeft bij de aanhouding zijn telefoon vernield vanwege de gesprekken met klanten over vals geld, nepgeld. [31]
Op grond van bovenstaande bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte vanaf 2 mei 2014 tot zijn aanhouding op 19 augustus 2015 op meerdere tijdstippen heeft gehandeld in valse biljetten van 50 euro.
Feit 2
Tijdens de doorzoeking van de woning aan de [adres] te [verblijfplaats] op 19 augustus 2015 werden op de zolderkamer een vuurwapen Colt Double Eagle en munitie aangetroffen, 4 patronen 9 mm in de houder van het wapen en 7 patronen 9 mm in een doosje. [32] Verdachte huurt de zolderkamer op dit adres. [33] Het wapen en de munitie zijn onderzocht door [brigadier] , brigadier, Senior Tactische Opsporing. Het pistool, een Colt Double Eagle model Combat Comander, is geschikt om een stof door de loop te verschieten en is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder sub 3, gelet op artikel 2 lid 1, categorie II onder sub 1 van de Wet wapens en munitie. De 11 knalpatronen, kaliber 9 mm, is munitie, welke bestemd en geschikt is om met het hiervoor beschreven wapen te worden verschoten. [34]
Verdachte heeft verklaard dat hij het pistool van een vriend heeft gekocht en er soms mee uit het raam schoot. [35]
3.4.
Bewijsoverwegingen feit 1
Gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] , de-auditu verklaringen van getuigen, herkenningen door verbalisanten, oogmerk
Anders dan de raadsman heeft bepleit, acht de rechtbank bewezen dat het telefoonnummer [telefoonnummer] steeds bij verdachte in gebruik was. Verdachte heeft aangegeven dat het telefoonnummer hem toebehoorde en heeft nimmer gesproken over het uitlenen van de telefoon. Ook overigens bevat het dossier daarvoor geen aanwijzingen.
Voorts ziet de rechtbank geen aanleiding verklaringen van getuigen achterwege te laten omdat er sprake zou zijn van de-auditu verklaringen. Daargelaten dat dergelijke verklaringen volgens vaste jurisprudentie niet worden uitgesloten door artikel 342 van het Wetboek van Strafvordering is de rechtbank van oordeel dat de verklaringen in deze zaak voldoende concreet zijn.
Ook wat betreft herkenning van verdachte door verbalisanten bij de afspraak met Tros opgelicht en op 22 juli 2015 ziet de rechtbank geen aanleiding die verklaringen achterwege te laten wegens het ontbreken van een foto in het dossier, aan de hand waarvan de herkenning heeft plaatsgevonden dan wel vanwege het ontbreken van een beschrijving van de kenmerken aan de hand waarvan de herkenning heeft plaatsgevonden. Weliswaar is de bewijswaarde van die herkenningen op zichzelf beschouwd niet heel sterk, maar de rechtbank gebruikt de herkenningen in onderling verband en samenhang met de overige bewijsmiddelen.
De rechtbank overweegt tot slot dat uit de redengevende feiten en omstandigheden genoegzaam volgt dat verdachte de bedoeling had om het valse geld in het verkeer te brengen zodat sprake is van het oogmerk van uitgeven dan wel doen uitgeven.
Partiële vrijspraak medeplegen
Om te kunnen spreken van medeplegen moet sprake zijn geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking met een ander of anderen. Het accent ligt daarbij op de samenwerking en minder op de vraag wie de feitelijke handeling heeft verricht. De vraag wanneer de samenwerking zo nauw en bewust is geweest dat van medeplegen mag worden gesproken, laat zich niet in algemene zin beantwoorden, maar vergt een beoordeling van de concrete omstandigheden van het geval. [36]
Uit het dossier blijkt dat verdachte gebruik maakte van diensten van anderen. Zo stuurde hij ene ‘ [V.] ’ naar een afspraak wanneer hij het niet vertrouwde en liet hij zijn vriendin de BMW besturen waarin hij naar de afspraken met het pseudokoopteam reed. Ook is aannemelijk dat verdachte de valse 50 euro biljetten van een ander, onbekend gebleven, persoon ontving.
Naar het oordeel van de rechtbank kan op grond van de stukken in dit dossier echter niet worden bewezen dat er sprake is geweest van zo een nauwe en bewuste samenwerking, dat er sprake is van medeplegen. De rechtbank zal verdachte van dat onderdeel vrijspreken.
3.5.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat
Feit 1
hij op tijdstippen in de periode van 2 mei 2014 tot en met 19 augustus 2015 te Heerhugowaard en Alkmaar en Den Helder en elders in Nederland telkens opzettelijk een hoeveelheid bankbiljetten van 50 euro, waarvan de valsheid of vervalsing verdachte, toen hij die bankbiljetten ontving, telkens bekend was, telkens met het oogmerk om die bankbiljetten als echt en onvervalst uit te geven of te doen uitgeven, telkens in voorraad heeft gehad, zich heeft verschaft en/of heeft vervoerd;
Feit 2
hij op 19 augustus 2015 te Heerhugowaard een wapen van categorie III, te weten (gas)pistool (Colt Double Eagle model Combat Comander), en munitie van categorie III, te weten 11 knalpatronen (9 mm), voorhanden heeft gehad.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. Verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
Bankbiljetten waarvan de valsheid hem, toen hij ze ontving, bekend was, met het oogmerk om ze als echt en onvervalst uit te geven of te doen uitgeven, zich verschaffen, in voorraad hebben of vervoeren, meermalen gepleegd.
Ten aanzien van feit 2:
Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen en tot munitie van de categorie III
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

5.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.

6.Motivering van de sanctie

6.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 3 jaren met aftrek van het voorarrest. De officier van justitie heeft verzocht de schorsing van de voorlopige hechtenis op te heffen.
6.2.
Standpunt van de verdachte/de verdediging
De raadsman heeft gewezen op de jeugdige leeftijd van verdachte, zijn capaciteiten en een goed stel hersens. Inmiddels heeft het leven van verdachte een positieve wending gekregen, is de band met zijn vader, broertjes en zusjes hersteld en heeft verdachte een goede band met zijn vriendin. Verdachte heeft al zes maanden in detentie doorgebracht. Het was voor de eerste maal dat verdachte gedetineerd was; die detentie heeft veel indruk op hem gemaakt.
De verdediging verzoekt verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht. Daarnaast acht de verdediging een fikse taakstraf aangewezen.
De raadsman heeft verzocht het verzoek van de officier van justitie ten aanzien van de opheffing van schorsing van de voorlopige hechtenis af te wijzen.
6.3.
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sanctie die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede door de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich gedurende een periode van ruim 15 maanden schuldig gemaakt aan het opzettelijk in omloop brengen van aanzienlijke hoeveelheden vals geld voor eigen geldelijk gewin. De artikelen in het Wetboek van Strafrecht die betrekking hebben op vals geld beschermen een algemeen rechtsbelang, namelijk het vertrouwen in chartaal geld. Ook wordt het vermogensbelang van de ontvanger beschermd. In het handelsverkeer mag men erop vertrouwen dat men betaald wordt met echt geld. Het in omloop brengen van vals geld veroorzaakt grote onrust, niet alleen in Nederland, maar ook in andere landen van de Europese Unie waar men de euro als wettig betaalmiddel heeft. Aan degenen die welbewust inbreuk maken op het vertrouwen dat met echt geld wordt betaald, is de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenis aangewezen om hen te ontmoedigen zich met de handel in vals geld bezig te houden.
Voorts heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan overtreding van de Wet wapens en munitie. Het bezit en voorhanden hebben van een pistool met munitie, waarvan een gedeelte zich in de houder van het pistool bevond, kan niet alleen gevaar voor verdachte zelf, maar ook voor zijn omgeving opleveren. Verdachte heeft met het pistool in de tuin van de woning geschoten. Daarmee heeft verdachte het risico genomen dat buren of spelende kinderen geraakt zouden kunnen worden.
De rechtbank rekent verdachte deze feiten ten zeerste aan.
Met betrekking tot de persoon van verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op het op naam van de verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 7 april 2016, waaruit blijkt dat de verdachte eerder terzake van vermogensdelicten onherroepelijk is veroordeeld. Dit heeft verdachte er kennelijk niet van kunnen weerhouden te recidiveren.
Er is geen voorlichtingsrapport over verdachte uitgebracht, omdat verdachte niet heeft gereageerd op de brieven die naar zijn woonadres [adres] in [verblijfplaats] zijn gestuurd.
Verdachte heeft ter terechtzitting meegedeeld dat hij de brieven van de reclassering niet heeft gezien. Anders zou hij daar zeker op hebben gereageerd. Verdachte heeft zijn best gedaan werk te zoeken. Hij zou kunnen worden aangenomen bij het bedrijf [naam bedrijf] , ware het niet dat geen genoegen werd genomen met een kopie van zijn verblijfsvergunning. Bovendien kon verdachte niet de garantie geven dat hij gedurende 10 weken beschikbaar was, in verband met een mogelijk door de rechtbank op te leggen straf.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf met aftrek van voorarrest van na te noemen duur moet worden opgelegd. De rechtbank zal echter bepalen dat een gedeelte daarvan vooralsnog niet ten uitvoer zal worden gelegd en zal daaraan een proeftijd verbinden van drie jaren, opdat verdachte ervan wordt weerhouden zich voor het einde van die proeftijd opnieuw schuldig te maken aan een strafbaar feit. De rechtbank heeft bij het bepalen van de strafmaat ten voordele van verdachte rekening gehouden met zijn jeugdige leeftijd. Daarnaast heeft de rechtbank geen inschatting kunnen maken van de precieze omvang van de handel in vals geld. Bij verdachte zijn geen grote hoeveelheden biljetten vals geld aangetroffen waaruit geconcludeerd zou kunnen worden dat het steeds om duizenden stuks zou gaan.
Gehoord de vordering van de officier van justitie en gezien de op te leggen gevangenisstraf zal de rechtbank bepalen dat de schorsing van de voorlopige hechtenis dient te worden opgeheven. Daarbij heeft de rechtbank meegewogen dat het verzoek tot schorsing op 24 februari 2016 is toegewezen, met feitelijk geen ander persoonlijk belang dan dat verdachte de behandeling van zijn zaak op zitting in vrijheid mocht afwachten. Verdachte heeft destijds onder ogen gezien dat de schorsing zou worden opgeheven, indien hem een langere straf zou worden opgelegd dan de op dat moment ondergane voorlopige hechtenis.

7.Beslag

De beslaglijst, gedateerd 7 april 2016, bevat de volgende goederen:
No. 3 : een Apple IPhone, kleur grijs
No. 5 : 30 valse biljetten van 50 euro
No. 8 : een Seagate SRD00f1 gegevensdrager
No. 9 : een Medion E7225t computer
No. 12 : een wapen Colt Double Eagle kleur zwart
No. 13 : 11 stuks munitie
No. 14 : een sleutel
No. 17 : een kentekenbewijs
No. 21 : 10 valse biljetten van 50 euro
No. 22 : een horloge Rolex submariner
De officier van justitie heeft verzocht om:
  • verbeurdverklaring van de telefoon (no. 3), de computer en de harde schijf (no. 8 en 9), omdat daarmee het onder 1 ten laste gelegde feit is gepleegd;
  • onttrekking aan het verkeer van het valse geld (no. 5 en 21) en het vuurwapen en bij behorende munitie (no. 12 en 13).
De op de beslaglijst genoemde sleutel en kentekenbewijs behoren bij de BMW, waarop thans conservatoir beslag rust. De officier van justitie verzoekt daarover geen beslissing te nemen nu deze ten onrechte als afzonderlijk beslag zijn ingevoerd.
Ten aanzien van het onder no. 22 genoemde horloge is reeds beslist dat deze wordt teruggegeven aan verdachte.
De raadsman heeft zich niet uitgelaten over het beslag.
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten
No. 3 : Apple Iphone, kleur grijs
No. 8 : Seagate SRD00f1 gegevensdrager
No. 9 : Medion E7225t computer
dienen te worden verbeurd verklaard. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat het onder 1 bewezen verklaarde feit met behulp van die voorwerpen, die aan verdachte toebehoren, zijn begaan of voorbereid.
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten
No. 5 : 30 valse biljetten van 50 euro
No. 12 : een wapen Colt Double Eagle kleur zwart
No. 13 : 11 stuks munitie
No. 21 : 10 valse biljetten van 50 euro
dienen te worden onttrokken aan het verkeer. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat het ongecontroleerde bezit van die voorwerpen in strijd is met de wet of het algemeen belang.
De rechtbank zal geen beslissing nemen over de inbeslaggenomen sleutel en het kentekenbewijs, nu deze klaarblijkelijk abusievelijk zelfstandig op de beslaglijst zijn vermeld, terwijl zij behoren bij de BMW waarop conservatoir beslag rust.
De rechtbank kan geen beslissing nemen over het inbeslaggenomen horloge nu reeds naar aanleiding van een artikel 552a Sv verzoek is beslist dat het horloge aan verdachte dient te worden teruggeven.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
artikel 14a, 14b, 14c, 33a, 36c, 57, 63 en 209 van het Wetboek van Strafrecht.
artikel 26 en 55 van de Wet wapens en munitie,
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.5. weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder feit 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de onder 3.5. bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren en verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
18 (achttien) maanden,met bevel dat van deze straf een gedeelte, groot 6 (zes) maanden,
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat verdachte voor het einde van de op 3 (drie) jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurd:
No. 3 : Apple Iphone, kleur grijs
No 8 : Seagate SRD00f1 gegevensdrager
No. 9 : Medion E7225t computer
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
No. 5 : 30 valse biljetten van 50 euro
No. 12 : een wapen Colt Double Eagle kleur zwart
No. 13 : 11 stuks munitie
No. 21 : 10 valse biljetten van 50 euro
Heft op de schorsing van de voorlopige hechtenis van verdachte.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. L.J. Saarloos, voorzitter,
mr. A.S. van Leeuwen en mr. S.I.A.C. Angenent-Bakker, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. C.M.A. van der Meij,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 26 mei 2016.
Mr. Van der Meij is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.De door de rechtbank in de voetnoten als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.
2.P-v bevindingen, p. E78.
3.P-v bevindingen, p. E155.
4.P-v bevindingen, p. E160.
5.P-v verhoor getuige [naam getuige] , eindredactrice Tros Opgelicht, p. G27.
6.Een geschrift, zijnde een afdrukrapport van het Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie, p. N3.
7.P-v verhoor getuige [betrokkene] , p. G4 en G5.
8.P-v verhoor verdachte d.d. 15 april 2014, p. E3.
9.P-v relaas, p, A9.
10.P-v verhoor [B.] , p. Z19.
11.P-v bevindingen, p. Z23.
12.P-v verhoor [A.] , p. Z4 en Z5.
13.P-v bevindingen Whatsapp gesprekken tussen [A.] en “Brieven alkii turkoe”, p. Z9 e.v.
14.P-v bevindingen, p. Z36.
15.P-v verhoor [M.] , p. Z48.
16.P-v bevindingen, p. Z67.
17.P-v bevindingen whatsapp gesprekken Alkie [telefoonnummer] , p. Z63 – Z66.
18.P-v verhoor [M.] , p. Z40.
19.P-v verhoor [M.] , p. Z48.
20.P-v vals geld advertentie salou.startkabel.nl, p. E9 en p-v vals geld advertentie startkabel.forum, p. E12.
21.Een geschrift, zijnde het bevel pseudokoop en/of dienstverlening, p. M14 en M15.
22.P-v bevindingen, p. O1.
23.P-v bevindingen, p. O2 en O3.
24.P-v bevindingen, p. O7 en O8.
25.P-v bevindingen, p E20.
26.P-v bevindingen, J12
27.P-v bevindingen doorzoeking BMW met kenteken [kenteken] , p. E35.
28.P-v bevindingen, p. E 21 en p-v bevindingen, p. E22.
29.P-v bevindingen, p. E38.
30.P-v forensisch technisch onderzoek valse bankbiljetten, p. F1 en p-v forensisch technisch onderzoek valse bankbiljetten, p. F2
31.P-v verhoor verdachte op 19 augustus 2015, p. B13 – B15.
32.P-v van bevindingen doorzoeking woning, p. E33.
33.P-v van verhoor van getuige [huurster] , p G1.
34.P-v beschrijving Wet wapens en munitie vuurwapen/(gas)pistool, p. E40 en E41.
35.P-v verhoor verdachte op 19 augustus 2015, p. B16.
36.ECLI:NL:HR:2014:3474, NJ 2015/390