2.1.Tussen [eiseres] en [gedaagde] heeft een affectieve relatie bestaan. Op [datum] zijn zij een geregistreerd partnerschap aangegaan. De registratievoorwaarden houden, voor zover hier van belang, het volgende in:
UITSLUITING VAN GEMEENSCHAP VAN GOEDEREN
Artikel 1
Tussen de partners zal geen enkele gemeenschap van goederen, hoe dan ook genaamd, bestaan.
De goederen welke de partners in het geregistreerd partnerschap aanbrengen en die welke zij gedurende het geregistreerd partnerschap verkrijgen, zomede de goederen verkregen door belegging of wederbelegging van zijn of haar vermogen, behoren toe aan de partner die de goederen heeft aangebracht of tijdens het geregistreerd partnerschap heeft verkregen, behoudens de rechten van de andere partner op verrekening indien en voor zover de verkrijging ten kosten van zijn of haar vermogen is geschied.
De schulden welke ieder van de partners bij het aangaan van het geregistreerd partnerschap heeft, alsmede die welke tijdens het bestaan van het geregistreerd partnerschap door ieder zijn aangegaan of die ten laste van hem/haar komen tengevolge van erfenis, legaat of schenking, blijven voor rekening van degene die deze aangaat of de erfenis, het legaat of de schenking, belast met schuld, verkreeg.
De ene partner is ingevolge de wet naast die andere partner voor het geheel aansprakelijk voor de door deze ten behoeve van de gewone gang van de huishouding aangegane verbintenissen.
(…)
BIJDRAGEN KOSTEN HUISHOUDING
Artikel 5
1. De kosten van de huishouding komen ten laste van de beide partners naar verhouding van hun netto-inkomsten; voor zover de gezamenlijke inkomsten van de partners ontoereikend zijn, komen deze kosten ten laste van de eigen vermogens van de partners naar evenredigheid daarvan.
(…)
KOSTEN HUISHOUDING
Artikel 6
1. Onder de kosten der huishouding zijn ondermeer begrepen de premies van normale gezinsverzekeringen, alsmede de rente terzake van de financiering van het door de partners tezamen bewoonde woonhuis.
(…)
FINAAL VERREKENBEDING BIJ OVERLIJDEN
Artikel 7
1. Ingeval van ontbinding van het geregistreerd partnerschap door het overlijden van één van de partners zal tussen de langstlevende partner en de erfgenamen van de overleden partner interne verrekening plaatsvinden alsof tussen de partners de wettelijke algehele gemeenschap van goederen heeft bestaan. De onderhavige verplichting tot verrekening doet geen enkele goederengemeenschap ontstaan.