Primair verweert [werkneemster] zich tegen het verzoek en concludeert dat dit moet worden afgewezen. Zij voert daartoe – samengevat – , en eveneens onder verwijzing naar een aantal schriftelijke verklaringen, het volgende aan. Zij heeft tijdens haar opleiding in 2009 stage gelopen in de cokesfabriek en heeft toen als enige vrouw in een mannenploeg moeten werken. Zij is in die periode klem gezet in een lift door een van deze mannen, hetgeen een traumatische ervaring vormde. Tegen de man zijn disciplinaire maatregelen getroffen maar hij bleef werken in de Cokesfabriek. [werkneemster] is overgeplaatst naar de Warmbandwalserij, waar zij ook als enige vrouw werkte. De leidinggevende [betrokkene 1] maakte haar duidelijk dat hij niet zat te wachten op een vrouw op zijn afdeling en greep ondanks haar klachten over de bejegening door de mannen niet in. Daarentegen sprak hij uitsluitend haar aan op het werken met losse haren. Zij werd niet eerlijk behandeld, werd niet serieus genomen en ervoer pestgedrag. Zo is een keer kokendhete koffie naar haar gegooid, waardoor zij ernstig is verbrand. In plaats van dat Tata Steel de pesters aanpakte verweet Tata Steel haar, de gepeste, niet met kritiek te kunnen omgaan. In april 2013 zat zij ‘er doorheen’ en meldde zich daarom ziek, maar zij moest re-integreren in een ploeg waar voor het eerst een vrouw kwam, te weten de Verflijn. Ook daar kreeg zij mentale klachten als gevolg van pesterijen. Toen zij bij Customer Services Orderplanning ging werken kwam zij onder leiding te staan van [betrokkene 2] , een vriend van [betrokkene 1] , bij wie zij nooit een eerlijke kans heeft gekregen en die direct te kennen gaf geen enkele fout van haar te accepteren. Dit terwijl voordat zij daar kwam werken diverse collega’s zijn vertrokken wegens pestgedrag door een paar zittende medewerkers.
Zij wijst erop dat als zij te laat kwam, waarop veel kritiek werd geleverd, dit kwam door de te late aankomst van de Tata bus waarmee zij reisde. Haar iPhone gebruik was niet excessief: juist om dat te voorkomen leverde zij haar telefoon in bij collega’s en kreeg zij deze terug in de pauze. Na de pauze leverde zij haar iPhone weer in. Ook haar ziekteverzuim wordt haar verweten, terwijl zij last heeft van depressiviteit en een beschadigd zelfbeeld heeft opgebouwd als gevolg van de traumatische jaren 2009-2013.
In de maand oktober 2014 was er nauwelijks werk, reden waarom zij werk heeft gezocht en bij de afdeling CSR ruim een meter blaadjes heeft gearchiveerd, kasten heeft opgeruimd en dat terwijl haar collega’s op internet zaten. Maar alleen [werkneemster] wordt geschorst wegens excessief internetgebruik.
Het verbetertraject dat in juli 2015 werd voorgesteld kwam voor haar uit de lucht vallen, want er waren na de bespreking op 4 december 2014 geen punten van aandacht, geen problemen en geen kritiekpunten. Zij heeft de Ondernemingsraad ingeschakeld, die het verbetertraject is gaan volgen. Toen heeft Tata Steel pas voor het eerst hulp geboden. [werkneemster] betwist het geschetste beeld over ziekteverzuim en vakantieopname, er zijn geen incidenten geweest met collega’s bij CSR terwijl er wel enorme druk op haar werd uitgeoefend. Zelfs zakelijk overleg werd als een incident beschouwd, aldus [werkneemster] .