ECLI:NL:RBNHO:2016:6755

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
12 augustus 2016
Publicatiedatum
12 augustus 2016
Zaaknummer
C/15/247016 / KG ZA 16-612
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbod op stakingsacties door vakbond in verband met terreurdreiging en vakantiedrukte

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 12 augustus 2016 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een buitenlandse luchtvaartmaatschappij, aangeduid als [eiseres], en een vakbond, aangeduid als [gedaagde]. De achtergrond van de zaak ligt in een eerder vonnis van 8 juli 2016, waarin [gedaagde] was verboden om stakingsacties te organiseren in de weekenden van juli. [eiseres] vorderde nu opnieuw een verbod op stakingsacties voor de weekenden van augustus en september 2016, met als argument dat de terreurdreiging en de drukte door de zomervakantie een dringende noodzaak vormden voor dit verbod.

De voorzieningenrechter overwoog dat het belang van de goede procesorde in beginsel aan toewijzing van de vordering in de weg staat, maar dat de maatschappelijke realiteit en de bescherming van de openbare orde zwaarder wegen. De rechter oordeelde dat de recente terreurdreiging en de aanhoudende vakantiedrukte een noodzaak vormden voor het verbod op stakingsacties. De voorzieningenrechter verbood [gedaagde] met onmiddellijke ingang om piloten van [eiseres] tot werkonderbrekingen of stakingsacties aan te zetten of deze te organiseren gedurende de resterende weekenden van augustus en het eerste weekend van september 2016, met een dwangsom van € 100.000 per overtreding.

De uitspraak benadrukt de balans tussen het stakingsrecht van de vakbond en de noodzaak om de openbare orde te handhaven in een tijd van verhoogde terreurdreiging en drukte op luchthavens. De rechter wees de kosten van de procedure toe aan [gedaagde].

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling privaatrecht
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/247016 / KG ZA 16-612
Vonnis in kort geding van 12 augustus 2016
in de zaak van
de vennootschap naar buitenlands recht
[eiseres],
gevestigd te [plaats] , kantoorhoudende te [plaats] ,
eiseres,
advocaten mr. H.M.J. Bogaard en mr. M.C.E. Peels te Amsterdam,
tegen
de vereniging
[gedaagde],
gevestigd te [plaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. J.W. Stam te Utrecht.
Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding op verkorte termijn van 10 augustus 2016
  • de mondelinge behandeling van heden
  • de pleitnota van [eiseres]
  • de pleitnota van [gedaagde] .
1.2.
Ter zitting waren aanwezig:
  • [fligth-manager] , flight-manager Netherlands bij [eiseres]
  • [disruption manager] , disruption manager bij [eiseres]
  • [senior legal counsel] , senior legal counsel bij [eiseres]
  • [group head of legal compliance] , group head of legal compliance [eiseres]
  • [base-captain] , base-captain [eiseres]
  • [commercieel manager] , commercieel manager van [eiseres]
  • [HR-adviseur] , HR-adviseur bij [eiseres]
  • mr. Boogaard
  • mr. Peels
  • [secretaris] , secretaris [gedaagde]
  • [vice-voorzitter] , vice-voorzitter [gedaagde]
  • [piloot] , piloot
  • mr. Stam.
Na sluiting van de mondelinge behandeling is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] is een [buitenlandse] vennootschap die een luchtvaartmaatschappij exploiteert in het low-cost segment van de markt. Zij heeft haar hoofdkantoor op [vliegveld] en heeft daarnaast vestigingen (hierna ook: bases) in diverse landen in Europa. Alle Europese piloten, met uitzondering van degenen die zijn gestationeerd in [land] , zijn in dienst van [eiseres] en hebben een arbeidsovereenkomst gesloten met [eiseres] .
2.2.
[gedaagde] is een vakbond die als doelstelling heeft het creëren van goede arbeidsvoorwaarden voor verkeersvliegers. [gedaagde] heeft 3.500 leden die bijna allemaal in dienst zijn van Nederlandse luchtvaartmaatschappijen. In december 2014 heeft [eiseres] [gedaagde] als vakbond erkend.
2.3.
Sinds maart 2015 heeft [eiseres] een basis op [vliegveld] , [naam ] ). [naam ] heeft piloten aangenomen op basis van een arbeidsovereenkomst naar Nederlands recht (hierna: [naam ] ). Thans zijn 73 piloten in dienst van [naam ] . 61 van hen zijn aangesloten bij [gedaagde] . [naam ] beschikt over 7 vliegtuigen waarmee zij dagelijks vluchten uitvoert.
2.4.
Op 19 augustus 2015 is op initiatief van [gedaagde] een overleg gestart tussen partijen over de collectieve arbeidsvoorwaarden van de bij [naam ] werkzame piloten.
2.5.
Op 12 juni 2016 heeft [gedaagde] in een persbericht aangekondigd dat zij haar leden, die werkzaam zijn bij [naam ] en die vluchten uitvoeren vanaf [vliegveld] als basis, heeft opgeroepen om op 14 juni 2016 van 06.00 uur tot 14.00 uur het werk neer te leggen.
2.6.
Op 14 juni 2016 hebben 15 piloten van [naam ] gestaakt. [eiseres] heeft 14 piloten afkomstig van andere bases dan [plaats] ingezet om de vluchten van de stakende piloten van [naam ] uit te voeren.
2.7.
In een eerder kort geding tussen partijen heeft [gedaagde] in conventie gevorderd [eiseres] voor de duur van 12 weken na betekening van het te wijzen vonnis te verbieden om gedurende een door [gedaagde] aangekondigde werkonderbreking of staking vluchten die tijdens de stakingsperiode normaliter door [naam ] worden uitgevoerd, te laten uitvoeren door andere piloten dan [naam ] van [eiseres] , op straffe van een dwangsom.
2.8.
In die procedure vorderde [eiseres] in reconventie primair [gedaagde] te verbieden om in verband met de door haar voorgestane verbetering van de collectieve arbeidsvoorwaarden werkonderbrekingen en/of stakingsacties te organiseren of daaraan deel te (laten) nemen voor een periode van 12 weken vanaf datum vonnis, subsidiair althans voor zover die werkonderbrekingen en/of stakingsacties plaatsvinden op enig moment binnen het tijdvak van vrijdag 06:00 uur tot en met zondag 23:59 uur en [gedaagde] te verbieden dat zij in verband met de door haar voorgestane verbetering van de collectieve arbeidsvoorwaarden werkonderbrekingen en/of stakingsacties organiseert of daaraan deelneemt zonder aankondiging aan [eiseres] , waarin in ieder geval wordt vermeld de aard van de stakingsactie of werkonderbreking alsmede de tijd en datum waarop deze stakingsactie of werkonderbreking zal plaatsvinden, welke aankondiging uiterlijk 48 uren vóór de aanvang van iedere stakingsactie of werkonderbreking per e-mail moet zijn ontvangen op het e-mailadres van de heren [base-captain] en [fligth-manager] van [eiseres] , op straffe van verbeurte van een dwangsom.
2.9.
De zaak is ter zitting van 24 juni 2016 mondeling behandeld. Na sluiting van de zitting is de zaak aangehouden tot vrijdag 1 juli 2016 teneinde partijen in de gelegenheid te stellen in overleg te treden over een minnelijke schikking. Partijen hebben geen schikking bereikt.
2.10.
Bij vonnis in kort geding van 8 juli 2016 (hierna: het vonnis) heeft de voorzieningenrechter in deze rechtbank de vordering van [gedaagde] in conventie afgewezen. In reconventie werd op de vordering van [eiseres] beslist als volgt.
6.4
verbiedt [gedaagde] om in verband met de door haar voorgestane verbetering van de collectieve arbeidsvoorwaarden werkonderbrekingen en/of stakingsacties te organiseren of daaraan deel te (laten) nemen in het weekeinde (waaronder begrepen de vrijdag) direct volgend op dit vonnis en gedurende de daaropvolgende drie weekeinden (waaronder begrepen de vrijdag) tussen vrijdag 6:00 uur en zondag 6:00 uur Nederlandse tijd,
6.5
gebiedt [gedaagde] om in het geval dat zij in verband met de door haar voorgestane verbetering van de collectieve arbeidsvoorwaarden werkonderbrekingen en/of stakingsacties organiseert en daaraan deelneemt, [eiseres] daarvan aankondiging te doen, waarbij in ieder geval wordt vermeld de aard van de stakingsactie of werkonderbreking alsmede de tijd waarop deze zal plaatsvinden, welke aankondiging uiterlijk 6 uur voorafgaand aan de aanvang van de stakingsactie of werkonderbreking per e-mail en per whatsapp moet zijn verzonden aan het e-mailadres van de heren [base-captain] en [fligth-manager] van [eiseres] en het daartoe door deze adressanten op te geven whatsapp telefoonnummer,
6.6
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] een dwangsom te betalen van € 100.000,-- voor iedere keer dat het verbod onder 6.4 wordt geschonden, en € 50.000,-- voor iedere keer dat aan de sub 6.5 vermelde waarschuwingsplicht geen gevolg wordt gegeven, tot een maximum van in totaal € 400.000,-- is bereikt,
6.7
verklaart dit vonnis in reconventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
6.8
compenseert de kosten van deze procedure in reconventie tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
6.9
wijst het meer of anders gevorderde af.
2.11.
[eiseres] heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
2.12.
Op 1 en 11 augustus 2016 heeft [gedaagde] stakingsacties bij [eiseres] doen uitvoeren, die zij conform het vonnis heeft aangekondigd.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
[gedaagde] met onmiddellijke ingang zal verbieden de piloten van [eiseres] tot (verdere) werkonderbrekingen en/of stakingsacties aan te zetten en/of [gedaagde] met onmiddellijke ingang zal verbieden (verdere) werkonderbrekingen en/of stakingsacties te organiseren gedurende de weekenden van augustus en september 2016, van vrijdag 06:00 uur tot en met zondag 23:59 uur, één en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100.000,00 per overtreding van het gevorderde verbod, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van het geding, alsmede de nakosten, althans een zodanige voorziening te treffen als de voorzieningenrechter juist zal achten, zoveel mogelijk in lijn met de gevorderde voorzieningen.
3.2.
[eiseres] legt aan haar vorderingen ten grondslag dat de continue dreiging van collectieve acties van de zijde van [gedaagde] disproportioneel en daarmee onrechtmatig is. Zij stelt dat de impact van de acties van 1 en 11 augustus 2016 voor haar passagiers zeer groot en voor haarzelf zeer nadelig is geweest doordat diverse vluchten geannuleerd moesten worden. Het verbieden van stakingsacties in de weekeinden gedurende het hoogseizoen is volgens [eiseres] maatschappelijk gezien dringend noodzakelijk ter bescherming van de belangen van de passagiers.
3.3.
[gedaagde] voert aan dat [eiseres] thans dezelfde vordering aan de voorzieningenrechter voorlegt als in het eerdere kort geding tussen partijen. Het gesloten stelsel van rechtsmiddelen verzet zich, aldus [gedaagde] , tegen een herbeoordeling van een vordering door dezelfde rechter. Het opnieuw instellen van dezelfde vordering is alleen mogelijk indien sprake is van wezenlijk nieuwe feiten of omstandigheden. Die situatie doet zich volgens [gedaagde] niet voor. Voorts voert [gedaagde] aan dat de gevolgen van de stakingen niet zodanig ingrijpend zijn dat een verbod als door [eiseres] wordt gevorderd gerechtvaardigd is.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Tussen partijen heeft op 24 juni 2016 bij deze rechtbank reeds een kort geding gediend met [gedaagde] als eiseres in conventie/verweerster in reconventie en [eiseres] als gedaagde in conventie/eiseres in reconventie. Heden treedt [eiseres] op als eiseres.
4.2.
In voornoemd kort geding is op 8 juli 2016 vonnis gewezen. In de hiervoor reeds weergegeven beslissing is in 6.4 [gedaagde] verboden om, kort gezegd, stakingsacties te organiseren in het weekeinde (waaronder begrepen de vrijdag) van 8 tot 10 juli 2016 en gedurende de daarop volgende drie weekeinden tussen vrijdag 6:00 uur en zondag 6:00 uur Nederlandse tijd.
4.3.
In 6.6 van de beslissing is dit verbod versterkt met een dwangsom en in 6.9 wijst de voorzieningenrechter het meer of anders gevorderde af.
4.4.
In 5.28 van het vonnis wordt voor deze beperking van het stakingsrecht als motivering gegeven:
Voor die beperking is redengevend dat [vliegveld] voor een groot aantal [naam ] vakantiegangers luchthaven van vertrek pleegt te zijn en dat genoemde weekeinden de pieken zijn van de komende zomervakantie.
4.5.
Voornoemd verbod is in reconventie op vordering van [eiseres] gegeven. [eiseres] had primair een volledig verbod gevorderd voor een periode van 12 weken vanaf datum vonnis en subsidiair, eveneens voor een periode van 12 weken vanaf datum vonnis (derhalve tot 23 september 2016), een verbod voor het tijdvak tussen vrijdag 6:00 uur en zondag 23:59 uur. Dit subsidiaire deel is dus gedeeltelijk toegewezen op 8 juli 2016 en bood een voorziening voor de weekeinden van de inmiddels afgelopen maand juli.
4.6.
Eveneens toewijzing vond een tegen [gedaagde] gevorderde aankondigingsplicht voor stakingsacties. Deze is niet voor de gevorderde 48 uren toegewezen, maar voor niet meer dan 6 uren.
4.7.
Van het vonnis van 8 juli 2016 heeft [eiseres] hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof Amsterdam middels dagvaarding van 4 augustus 2016 tegen 16 augustus 2016 met vordering, kort gezegd, tot gedeeltelijke vernietiging van dat vonnis met alsnog toewijzing van de reconventionele vorderingen van [eiseres] in al hun onderdelen.
4.8.
Het betreft hier een standaard- en derhalve geen zogenoemd turbo-appel bij het hof. [eiseres] zal voor die keuze haar redenen gehad hebben, maar die zijn ter zitting niet duidelijk geworden. Deze keuze heeft in ieder geval tot gevolg gehad dat het hof zich in de afgelopen maand juli niet heeft kunnen uitlaten over de reconventionele vorderingen van [eiseres] waarvan zij alsnog volledige toewijzing verlangt.
4.9.
Door thans in dit kort geding andermaal een stakingsverbod tegen [gedaagde] te vorderen voor de weekeinden van augustus en september 2016 van vrijdag 6:00 uur tot en met zondag 23:59 uur, doorkruist [eiseres] de door haar zelf op één van de laatste dagen van de beroepstermijn geïnitieerde appelprocedure bij het hof, waarin zij, zoals gezegd, alsnog verlangt toegewezen te krijgen wat haar bij vonnis van 8 juli 2016 met zoveel worden in 6.9 is ontzegd.
4.10.
Bij deze stand van zaken, waarin [eiseres] om onduidelijke redenen op twee borden tegelijk schaakt, staat niet zozeer het stelsel van gesloten rechtsmiddelen (er doet zich namelijk sinds 8 juli 2016 wél een aantal nieuwe omstandigheden voor, waarover hierna) maar het belang van de inachtneming van de goede procesorde tussen partijen (naast het stakingsrecht zelf) in beginsel in de weg aan toewijzing van het door [eiseres] in dit geding gevorderde, ook wanneer wordt bedacht dat eerdere uitspraken in kort geding tussen partijen geen gezag van gewijsde hebben en de voorzieningenrechter zich in de onderhavige procedure daardoor niet per se gebonden weet.
4.11.
Evenwel kan in het onderhavige geval niet worden aanvaard dat het niet in acht nemen door [eiseres] van de goede procesorde jegens de [gedaagde] mee zou brengen dat de voorzieningenrechter zich met de rug naar de maatschappelijke realiteit dient op te stellen en daardoor zou dienen af te zien van het geven van een voorziening, die op dit moment in een democratische samenleving noodzakelijk is voor de bescherming van de openbare orde als bedoeld in artikel G van het Europees Sociaal Handvest.
4.12.
De recent ingetreden terreurdreiging óp en rond [vliegveld] die van algemene bekendheid is (en van ná het vonnis van 8 juli 2016) en het klemmende gegeven dat de vakantiedrukte, waarop de reeds bij vonnis van 8 juli 2016 gegeven voorzieningen zijn gebaseerd, onverminderd zal aanhouden tot 5 september 2016, brengen mee dat op het door [eiseres] gevorderde toewijzend dient te worden beslist als na te melden. Daarbij komen ook de zondagen volledig onder het verbod te vallen. Voldoende aannemelijk is gemaakt dat ook op die dagen topdrukte is te verwachten vanwege van vakantie terugkerende reizigers, die voor te verwachten transportproblemen met vaak langdurige vertragingen dienen te worden behoed. [eiseres] heeft aangegeven met name in de komende weekeinden niet in staat te zijn het uitvallen of uitstellen van vluchten zó op te vangen dat voorkomen kan worden dat grote aantallen reizigers ernstig worden gedupeerd.
4.13.
Hierbij gaat de voorzieningenrechter er niet aan voorbij dat het de [gedaagde] in beginsel vrijstaat van het stakingsrecht gebruik te maken, nu zij in een lang en complex onderhandelingsproces met [eiseres] is verwikkeld, waarin slechts langzaam vooruitgang met betrekking tot essentiële onderdelen wordt geboekt. Evenwel is tijdens de behandeling ter zitting gebleken dat gebruikmaking van het stakingsmiddel op doordeweekse dagen – zoals recentelijk op 1 en 11 augustus 2016 – evenzeer aanzienlijke schade aan [eiseres] toebrengt en daardoor in bedoeld onderhandelingsproces nauwelijks minder effectief kan worden geacht dan in de weekeinden, terwijl de thans te geven voorziening met name de openbare orde dient en niet meer dan vier weekeinden betreft.
4.14.
Als de in het ongelijk gestelde partij zal de [gedaagde] met de gedingkosten worden belast. De kosten worden aan de zijde van [eiseres] begroot op
- dagvaarding € 94,08
- griffierecht 619,00
- salaris advocaat
816,00
Totaal € 1.529,08
De nakosten zullen worden toegewezen als na te melden.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
verbiedt [gedaagde] met onmiddellijke ingang om de piloten van [eiseres] tot (verdere) werkonderbrekingen en/of stakingsacties aan te zetten en/of deze te organiseren gedurende de resterende weekeinden van de maand augustus en het eerste weekeinde van de maand september 2016, telkens van vrijdag 6:00 uur tot en met zondag 23:59 uur, waarbij evenwel voor heden, vrijdag 12 augustus 2016, als uur van aanvang geldt: 16:00 uur, alles Nederlandse tijd;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] te betalen een dwangsom van € 100.000,00 voor iedere keer dat vorenstaand verbod wordt overtreden, totdat een maximum van
€ 1.000.000,00 is bereikt;
5.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [eiseres] begroot op € 1.529,08;
5.4.
veroordeelt [gedaagde] in de nakosten, ten bedrage van € 131,00 zonder betekening en € 199,00 met betekening van dit vonnis;
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.6.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.P. Ruitinga en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier op 12 augustus 2016.
Tegen dit vonnis kan hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam binnen vier weken na de dag van de uitspraak. Het beroep moet worden ingesteld door tussenkomst van een advocaat.
Als het vonnis uitvoerbaar bij voorraad is verklaard, heeft het vonnis al wel geldende werking zolang op het (eventuele) beroep niet is beslist.