ECLI:NL:RBNHO:2016:6336

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
22 juli 2016
Publicatiedatum
29 juli 2016
Zaaknummer
15-155587-15 (P)
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor aanzetten tot gewelddadig optreden tegen moslims via sociale media

Op 22 juli 2016 heeft de Rechtbank Noord-Holland in Haarlem uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het aanzetten tot haat en gewelddadig optreden tegen moslims. De zaak was ontstaan naar aanleiding van een bericht dat de verdachte op 12 maart 2015 op een openbare Facebookpagina had geplaatst, waarin hij de woorden 'En branden maar' had geschreven, vergezeld van een afbeelding van een brandende moskee. De officier van justitie eiste bewezenverklaring van de tenlastelegging, maar de verdachte pleitte voor vrijspraak, stellende dat zijn uitlatingen voortkwamen uit stoerdoenerij en niet bedoeld waren om geweld aan te moedigen.

De rechtbank heeft de zaak op 8 juli 2016 behandeld en op 22 juli 2016 uitspraak gedaan. In haar oordeel kwam de rechtbank tot de conclusie dat de uitlatingen van de verdachte, hoewel ongepast, niet voldoende bewijs boden voor de intentie om anderen aan te zetten tot geweld. De rechtbank oordeelde dat er geen wettig en overtuigend bewijs was voor de beschuldiging, en sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, onder leiding van voorzitter mr. W. Veldhuijzen van Zanten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15-155587-15 (P)
Uitspraakdatum: 22 juli 2016
Tegenspraak
Strafvonnis (Promis)
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van vrijdag 8 juli 2016 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
ingeschreven in de basisregistratie personen (BRP) op het adres: [adres].
De politierechter te Alkmaar heeft de zaak op 15 oktober 2015 naar de meervoudige strafkamer in deze rechtbank verwezen.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. M.C. Storm en hetgeen verdachte naar voren heeft gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 12 maart 2015 te Assendelft, gemeente Zaanstad, in elk geval in Nederland, in het openbaar, bij geschrift en/of bij afbeelding heeft aangezet tot haat tegen en/of discriminatie van mensen, te weten Moslims en/of gewelddadig optreden tegen persoon of goed van mensen, te weten Moslims en/of een multicultureel centrum met gebedsruimte/moskee, wegens hun geloofsovertuiging, immers heeft verdachte op een openbare facebookpagina (in reactie op mogelijke bouwplannen met betrekking tot een multicultureel centrum met gebedsruimte/moskee in Assendelft) de volgende woorden geschreven: 'En branden maar' met daarbij een foto van een (brandende) gebedsruimte/moskee.
( art 137d lid 1 Wetboek van Strafrecht )

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Vrijspraak

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het aan verdachte ten laste gelegde feit, waarbij verdachte zich volgens de officier van justitie schuldig heeft gemaakt aan het aanzetten tot gewelddadig optreden tegen een goed van mensen wegens hun godsdienst.
3.2.
Standpunt van verdachte
Door verdachte is vrijspraak van het hem tenlastegelegde bepleit. Daartoe heeft verdachte verklaard, dat hij nimmer de intentie heeft gehad om mensen aan te zetten tot het plegen van geweld tegen moslims dan wel hun goederen. De door verdachte geplaatste foto en de daarbij geschreven tekst zijn volgens hem voortgekomen uit opjutten, opfokken en stoerdoenerij onder (Facebook)vrienden.
3.3.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is anders, dan de officier van justitie, van oordeel dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen hetgeen de verdachte ten laste is gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.
De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Verdachte heeft op 12 maart 2015 op een openbare Facebookpagina (in reactie op mogelijke bouwplannen met betrekking tot een multicultureel centrum met gebedsruimte/moskee in Assendelft) de tekst 'En branden maar' geplaatst met daarbij een foto van een brandende gebedsruimte/moskee. De rechtbank is van oordeel dat de uiting van de verdachte – hoewel smakeloos en ongepast te noemen – die naar eigen zeggen voortkwam uit opjutten, opfokken en stoerdoenerij onder vrienden, op zichzelf onvoldoende is om vast te stellen dat hij met die uiting bewust anderen heeft willen aansporen tot verwezenlijking van dergelijk gewelddadig gedrag. De rechtbank zal hem daarvan derhalve vrijspreken.

4.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen wat aan verdachte is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door:
mr. W. Veldhuijzen van Zanten, voorzitter,
mr. W.J. van Andel en mr. E.M. van Poecke, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S.V. Ramdharie, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van vrijdag 22 juli 2016.
Mr. W. Veldhuijzen van Zanten en mr. E.M. van Poecke zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.