In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 3 augustus 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een vrouw van Nederlandse en Turkse nationaliteit, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad. Eiseres ontving sinds 22 mei 2002 een bijstandsuitkering op basis van de Participatiewet (Pw). De gemeente heeft haar bijstandsuitkering herzien en teruggevorderd tot een bedrag van € 91.891,06 bruto, omdat eiseres onroerend goed in Turkije had verzwegen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres een appartement in Turkije bezit, dat niet was opgegeven, en dat haar vermogen boven de voor haar geldende vermogensgrens ligt. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de gemeente, maar de rechtbank oordeelt dat de gemeente bevoegd was om onderzoek te doen naar de rechtmatigheid van de verstrekte gegevens. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen sprake was van discriminatie en dat de inmenging in het privéleven van eiseres gerechtvaardigd was. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.