ECLI:NL:RBNHO:2016:6301
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Laattijdige aanvraag voor Wajong-uitkering en de beoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 28 juli 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, vertegenwoordigd door mr. L.M. Seriese, en de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, vertegenwoordigd door J. de Haan. De eiser had op 18 december 2014 een Wajong-uitkering aangevraagd, maar deze aanvraag werd afgewezen. De rechtbank heeft de feiten vastgesteld, waaronder de ziekmelding van eiser op 12 oktober 2011 en de toekenning van een Ziektewet-uitkering per 3 november 2011. Eiser werd hersteld verklaard op 26 juli 2012, maar zijn aanvraag voor een Wajong-uitkering werd afgewezen omdat hij niet voldeed aan de criteria voor arbeidsongeschiktheid. De rechtbank heeft de rapportages van de verzekeringsarts en arbeidsdeskundige beoordeeld en geconcludeerd dat eiser niet volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende onderzoek heeft gedaan en dat de medische situatie van eiser correct is beoordeeld. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard, wat betekent dat hij geen recht heeft op de gevraagde Wajong-uitkering. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.