De Gerechtelijke Raad te El Bouira heeft voormelde beslissing van de rechtbank vernietigd en opnieuw recht gedaan bij vonnis van 27 oktober 2014, zaaknummer 01118/14. In het vonnis is vermeld dat appellante, [de vrouw] , wonende te El Bouira, is verschenen en dat [de man] , wonende in het kamp voor Syrische vluchtelingen te Chati El Kadous in de gemeente a in Taya, Boumerdes, is verschenen.
Bij het vonnis is vervolgens - samengevat - de huwelijksontbinding tussen partijen middels een khoul-verstoting uitgesproken, één en ander - gelet op het verzoek van de vader - onder waarborging van diens recht tot khoul-compensatie. Voorts is beslist dat aan de moeder het verzorgingsrecht van [minderjarige] toekwam; ook werd aan haar het voogdijrecht over [minderjarige] toegekend. Aan de vader is een omgangsregeling toegekend, inhoudende dat hij gerechtigd is [minderjarige] elke vrijdag en elke religieuze en nationale feestdag mee te nemen en terug te brengen tussen 9.00 uur en 18.00 uur, alsook gedurende de eerste helft van de schoolvakanties, zodra er sprake zal zijn van schoolbezoek.
In de uitspraak van de Gerechtelijke Raad te El Bouira van 27 oktober 2014 staat opgenomen dat de vader werd vertegenwoordig door zijn advocaat mr. Bachour Chania, die namens hem incidenteel beroep heeft ingesteld, primair tot bevestiging van de eerdere beslissing van de rechtbank te El Bouira van 9 april 2014, met als wijziging daarop: afwijzing van het verzoek. Subsidiair is verzocht om het eerdere vonnis van de rechtbank te bevestigen, met waarborging van zijn rechten op om een later tijdstip de consequenties van de khoul-verstoting te vorderen en om het verzorgingsrecht over zijn zoon aan hem toe te kennen.
In het vonnis staat voorts dat de vader zijn vordering heeft aangepast bij een door hem op 15 september 2014 gedeponeerde conclusie, in die zin dat hij heeft toegestemd in de vordering van de moeder strekkende tot een khoul-verstoting en in haar verzoek om het verzorgingsrecht van de zoon aan haar toe te kennen.
Bij de stukken bevindt zich een door het hoofd van de griffie van de Gerechtelijke Raad van El Bouira ondertekende executoriale titel ten behoeve van de beslissing van 27 oktober 2014.