ECLI:NL:RBNHO:2016:6063
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.J. de Lange
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering wegens onvoldoende onderbouwing van toename beperkingen
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 26 juli 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. R.M.T. van Diepen, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, vertegenwoordigd door mr. R.A.M.E. Zwaan. Eiser had een WIA-uitkering aangevraagd, omdat hij meende dat zijn psychische klachten per 1 juli 2014 waren toegenomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser tot mei 2009 heeft gewerkt en sindsdien een uitkering heeft ontvangen op basis van de Ziektewet, Werkloosheidswet en WIA. De WIA-uitkering was per 12 april 2014 beëindigd, omdat eiser toen 19,60% arbeidsongeschikt werd geacht.
Eiser heeft op 12 december 2014 opnieuw een WIA-uitkering aangevraagd, maar de verzekeringsarts concludeerde dat er geen medisch objectiveerbare verandering of toename van beperkingen was. Het primaire besluit om de uitkering te weigeren werd genomen op 13 april 2015. Eiser heeft bezwaar aangetekend, maar dit werd ongegrond verklaard. Tijdens de zitting op 24 maart 2016 heeft eiser zijn standpunt toegelicht, waarbij hij stelde dat er meer beperkingen waren dan eerder vastgesteld.
De rechtbank oordeelde dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de conclusies van de verzekeringsarts. De rechtbank concludeerde dat eiser niet voldoende had onderbouwd dat er per 1 juli 2014 sprake was van een toename van beperkingen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 26 juli 2016.