In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 25 juli 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en het college van burgemeester en wethouders van Haarlem over de openbaarmaking van documenten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Eiser had verzocht om openbaarmaking van diverse documenten met betrekking tot de verjaring van gemeentegronden, specifiek de 'Tuin van Jonker'. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder in eerdere besluiten op het verzoek van eiser niet tijdig heeft beslist, wat heeft geleid tot de conclusie dat een dwangsom verschuldigd is. De rechtbank heeft het bestreden besluit van verweerder deels vernietigd, maar het beroep van eiser voor het overige ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat de documenten die verweerder niet openbaar heeft gemaakt, terecht als stukken bestemd voor intern beraad zijn aangemerkt, waarin persoonlijke beleidsopvattingen van ambtenaren zijn opgenomen. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat eiser geen recht had op de eerder gevraagde documenten, omdat deze niet onder verweerder berustten. De uitspraak benadrukt de grenzen van de Wob en de bescherming van interne beraadstukken en persoonlijke beleidsopvattingen.