ECLI:NL:RBNHO:2016:5939

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
10 juni 2016
Publicatiedatum
18 juli 2016
Zaaknummer
15/810284-15
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van dagvaarding wegens onjuiste betekening aan verdachte

Op 10 juni 2016 heeft de Rechtbank Noord-Holland, zitting houdende in Haarlem, uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte zonder vaste woon- of verblijfplaats. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding niet op de wettelijk voorgeschreven wijze aan de verdachte is betekend. De verdachte was niet verschenen op de zitting, en de rechtbank heeft kennisgenomen van de standpunten van de officier van justitie, mr. A. Bos, en de raadsvrouw van de verdachte, mr. A. Çimen.

De tenlastelegging omvatte meerdere feiten, waaronder diefstal van koper en ijzer, diefstal van een briefje van 5 euro, en het bezit van XTC-pillen. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat de oproeping van de verdachte niet op de juiste manier was betekend, aangezien de oproeping enkel ter griffie was betekend en er geen afschrift naar het laatst bekende adres van de verdachte was gestuurd. Dit leidde tot de conclusie dat de dagvaarding nietig verklaard moest worden.

De rechtbank heeft in haar beslissing benadrukt dat de geldigheid van de dagvaarding cruciaal is voor een eerlijke rechtsgang. Aangezien de verdachte niet op de juiste wijze was opgeroepen, heeft de rechtbank de oproeping nietig verklaard. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op de zitting van 10 juni 2016.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/810284-15 (P)
Uitspraakdatum: 10 juni 2016
Niet verschenen
Strafvonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 10 juni 2016 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] (Algerije),
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande.
De rechtbank heeft kennis genomen van het standpunt van de officier van justitie mr. A. Bos en van hetgeen de raadsvrouw van verdachte, mr. A. Çimen, advocaat te Haarlem, naar voren heeft gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 26 augustus 2015 te Haarlem met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening vanaf een bedrijfsterrein (gelegen aan de Leidsevaart, aldaar) (in/uit een of meerdere container[s]) heeft weggenomen een hoeveelheid koper en/of ijzer, althans een hoeveelheid metaal en/of een (knip)tang, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
2.
parketnummer 15-760004-15
hij op of omstreeks 16 augustus 2014 te Haarlem met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning gelegen aan de [adres] heeft weggenomen een briefje van 5 euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
3.
Primair
parketnummer 15-760075-15
hij in de periode van 25 september 2015 tot en met 11 oktober 2015 in de gemeente Haarlem met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fiets (merk Azor, kleur blauw, framenummer [framenummer]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
Subsidiair
hij in de periode van 25 september 2015 tot en met 11 oktober 2015 in de gemeente Haarlem opzettelijk een fiets (merk Azor, kleur blauw, framenummer [framenummer]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk goed verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten als degene die voornoemde fiets onbeheerd had aangetroffen, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
Meer subsidiair
hij in de periode van 25 september 2015 tot en met 11 oktober 2015 in de gemeente Haarlem, althans in Nederland, een fiets (merk Azor, kleur blauw, framenummer [framenummer]), heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die fiets wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
4.
hij op of omstreeks 21 oktober 2015 in de gemeente Haarlem opzettelijk 10, althans een of meer XTC-pil(len) aanwezig heeft gehad, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende XTC (MDMA), zijnde XTC (MDMA) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

2.Voorvragen

Aangaande de geldigheid van de dagvaarding overweegt de rechtbank het volgende.
De rechtbank constateert dat verdachte in zijn politieverhoor op 26 augustus 2015 heeft verklaard dat hij staat ingeschreven op het adres Gasthuisvest 47-A te Haarlem, Stichting Release. Uit de ID-staat SKDB d.d. 4 mei 2016 blijkt dat verdachte weliswaar niet op dat adres staat ingeschreven in de basisregistratie persoonsgegevens, maar wel dat het zijn laatst opgegeven adres is. Daaruit volgt tevens dat als laatst opgegeven woon- of verblijfplaats van verdachte – bij gebreke van recente andersluidende informatie – heeft te gelden het adres
Gasthuisvest 47-A te Haarlem. Bovendien is bij vonnis van 18 februari 2016 van deze rechtbank (gewezen in dezelfde zaak) de dagvaarding nietig verklaard omdat niet is gedagvaard op genoemd adres. Ter terechtzitting heeft de officier van justitie geverifieerd dat verdachte niet is gedetineerd. Getuige de zich in het dossier bevindende akte van uitreiking, is de oproeping op 25 mei 2016 enkel ter griffie betekend. Er is geen afschrift van de oproeping verstuurd naar voornoemd adres.
Derhalve concludeert de rechtbank dat de oproeping van verdachte niet op de bij wet voorgeschreven wijze is betekend, zodat deze nietig dient te worden verklaard.

3.Beslissing

De rechtbank:
verklaart de oproeping nietig.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door:
mr. E.C. Smits, voorzitter,
mr. C.A.M. van der Heijden en mr. B.C. Swier, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. T. Kaandorp,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 10 juni 2016.
mr. B.C. Swier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.