Uitspraak
Rechtbank noord-holland
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer: HAA 15/2124
uitspraak van de meervoudige kamer van 21 juli 2016 in de zaak tussen
[X] , gevestigd te [Z] , eiseres
(gemachtigde: mr. M.C. van de Leur),
en
de inspecteur van de Belastingdienst/Douane, kantoor Rotterdam Rijnmond, verweerder.
Procesverloop
Verweerder heeft bij beschikking van 6 november 2014 het verzoek van eiseres om terugbetaling van een bedrag van € 36.565,00 aan douanerechten afgewezen.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 31 maart 2015 de beschikking van 6 november 2014 gehandhaafd.
Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 9 juni 2016 te Haarlem. Namens eiseres is verschenen [A] , bijgestaan door gemachtigde voornoemd. Namens verweerder zijn verschenen mr. J.H. Wijnbelt en W. Ouwens
Overwegingen
Feiten
1. Met aanvang geldigheid 1 september 2009 is aan eiseres een BTI afgegeven met BTI-referentie NL RTD-2009-002088, waarbij een product met de handelsbenaming Tyre-tile is ingedeeld onder GN-code 5705 00 30. De bti houdt onder meer in:
“(…)
7 Een tapijttegel met ondermeer de volgende kenmerken:
- een bovenzijde van textielvezels van nylon;
- een onderzijde van naast elkaar geplakte rubberen stroken;
- een hoogte en breedte van 10 mm;
- bevestigd op een laag die is gemaakt van een weefsel;
- ingebed in een kunststof;
- afmeting: 30 x 30 cm;
- gefabriceerd uit oude rubberen banden.
(…)
9 Motivering voor de indeling van het goed
De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, aantekening 1 op hoofdstuk 57 en de tekst van de GN-codes 5705, 5705 00 en 5705 00 30.
Laboratorium geraadpleegd d.d. 21 augustus 2009, aangevraagd onder kenmerk A944.9.320, bekend onder laboratoriumnummer 8766 B 09.
(…)”
2. Eiseres heeft in de periode 20 juli 2011 tot en met 15 januari 2014 aangifte gedaan voor het brengen in het vrije verkeer van Tyre-Tiles. De Tyre-Tiles zijn aangegeven onder GN-code 5705 00 80.
3. Een brochure van [A BEDRIJF] vermeldt ten aanzien van de ‘Treadtile recycled tire tile’ – voor zover hier van belang – het volgende:
“ECO FRIENDLY ENTRANCE TILES
Made from post consumer truck tires
Made from recycled tires, using state-of-the-art recycling technology
Low maintenance and durable
Slip-resistant rubber surface with ribbed construction
Comfortable tot walk on, sturdy enough to withstand the heaviest wear
Treadtile tiles offer both durability and rugged good looks
With Treadtile tiles, what’s good for the environment is also good for the most challenging indoor applications. In fact, this durable, slip-resistant flooring meets ADA recommendations for ramps, making it ideal for foyers, exercise facilities and stairways.
(…)
Treadtile tiles can be specified for covered exterior installations where the weather can take its toll on flooring.
Even when soaking wet, Treadtile tiles retain their skidresistant properties tot provide sure footing in the worst conditions.
APPLICATIONS
Very high traffic areas:
- Entry ways
- Lobbies
- Shopping malls
- Hospitals
- Grocery stores
- Airports
- Office buildings
- Schools
- Theatres
- Ski lodges
Treadtile can also be used in areas subject to cleats and spikes:
- Golf pro shops
- Locker rooms
- Sport complexes
- Athletic equipment rooms
The superior traction of Treadtile Tiles make them excellent for:
- Ramps
- Walkways
- Stairwells
- Airport passenger loading bridges
(…)
SPECIFICATIONS
Product Definition Heavy duty entrance flooring tiles
(…)”
Geschil en standpunten van partijen4. In geschil is of de Tyre-Tiles moeten worden ingedeeld onder
GN-code 4016 91 00, hetgeen eiseres verdedigt, dan wel onder GN-code 5705 00 30, zoals verweerder voorstaat.
5. Eiseres stelt zich op het standpunt dat de Tyre-Tiles worden gemaakt uit vrachtwagenbanden van rubber die door en door voorzien zijn van textielvezels om het rubber een duurzame constructie te verlenen. Vrachtwagenbanden worden ingedeeld onder GN-code 4011 20 00. Door het in repen snijden van de vrachtwagenbanden worden de repen niet opeens “textielstof of textielwaren” als bedoeld in Afdeling XI. Eiseres wijst op aantekening 1, letter ij, bij afdeling XI. Doordat de Tyre-Tiles voor ongeveer 94% uit rubber bestaan, wordt het wezenlijke karakter van de Tyre-Tiles bepaald door het rubber. Het rubber geeft de Tyre‑Tiles hun stevigheid. Daarom moeten ze worden ingedeeld onder GN-code 4016 91 00.
6. Verweerder stelt zich op het standpunt dat de Tyre-Tiles vloerbedekking met een bovenzijde van textielstof betreft. In dit kader verwijst hij naar aantekening 1 bij hoofdstuk 57. De Tyre-Tiles moeten daarom worden ingedeeld onder GN-code 5705 00 30.
Van belang zijnde regelgeving
7.1.
Aantekening 2 bij hoofdstuk 40 (rubber en werken daarvan) houdt onder meer in:
“2. Dit hoofdstuk omvat niet:
a) goederen bedoeld bij afdeling XI (textielstoffen en textielwaren);
(…)”
7.2.
De toelichting IDR op hoofdstuk 40 luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Dit hoofdstuk omvat rubber zoals gedefinieerd in Aantekening 1 IDR op dit hoofdstuk, in ruwe of halfbewerkte staat, ook indien gevulkaniseerd of gehard, alsmede werken die geheel uit rubber bestaan of die hun wezenlijke karakter aan rubber ontlenen, voor zover zij niet door Aantekening 2 IDR op dit hoofdstuk zijn uitgezonderd.
(…)”
7.3.
De tekst van post 4016 luidt, voor zover van belang, als volgt:
4016 Andere artikelen van niet-geharde gevulkaniseerde rubber:
(…)
- andere:
4016 91 00 - - vloerbedekking en matten
7.4.
De toelichting IDR op post 4016 luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Deze post omvat alle
werken van niet-geharde gevulkaniseerde rubber, die niet zijn begrepen onder de vorige posten van dit hoofdstuk of onder andere hoofdstukken.
werken van niet-geharde gevulkaniseerde rubber, die niet zijn begrepen onder de vorige posten van dit hoofdstuk of onder andere hoofdstukken.
Tot deze post behoren:
(…)
2.
vloerbedekkingen
matten (badmattendaaronder begrepen), met uitzondering van artikelen van vierkante of rechthoekige vorm, enkel verkregen door het versnijden van vellen van rubber, die geen andere bewerking hebben ondergaan dan een bewerking aan het oppervlak (zie de toelichting IDR op post 40.08);
vloerbedekkingen
matten (badmattendaaronder begrepen), met uitzondering van artikelen van vierkante of rechthoekige vorm, enkel verkregen door het versnijden van vellen van rubber, die geen andere bewerking hebben ondergaan dan een bewerking aan het oppervlak (zie de toelichting IDR op post 40.08);
(…)
Van deze post zijn uitgezonderd:
a. artikelen van textielstof, brei- of haakwerk, vilt en gebonden textielvlies, geïmpregneerd, bekleed of bedekt met rubber, dan wel met inlagen van rubber, die behoren tot afdeling XI (zie
Aantekening 3 IDRop hoofdstuk 56 en
Aantekening 4 IDRop hoofdstuk 59) en de artikelen van textielstof verbonden met rubberdraden (afdeling XI);
Aantekening 3 IDRop hoofdstuk 56 en
Aantekening 4 IDRop hoofdstuk 59) en de artikelen van textielstof verbonden met rubberdraden (afdeling XI);
(…)”
7.5.
Aantekening 1 onder ij bij afdeling XI (textielstoffen en textielwaren) luidt als volgt:
“Deze afdeling omvat niet:
(…)
ij. weefsels, brei- en haakwerk, vilt en gebonden textielvlies, geïmpregneerd met rubber, voorzien van een deklaag van rubber of met inlagen van rubber, alsmede werken daarvan, bedoeld bij hoofdstuk 40;
(…)”
7.6.
Aantekening 1 bij hoofdstuk 57 luidt als volgt:
“Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt als “tapijten” aangemerkt, vloerbedekking waarvan de bovenzijde uit textielstof bestaat. Artikelen die de kenmerken van tapijten vertonen, doch voor andere doeleinden gebruikt, worden eveneens als tapijten aangemerkt.”
7.7.
De toelichting IDR op hoofdstuk 57 luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Onder dit hoofdstuk vallen alle tapijten waarbij het gebruiksoppervlak uit textielstof bestaat. Dit hoofdstuk omvat eveneens artikelen die de kenmerken van tapijten vertonen (met name dik, stijf en sterk), maar die bestemd zijn voor andere doeleinden (bijvoorbeeld om tegen de wand te worden aangebracht of op een tafel of ander meubelstuk te worden gelegd).
Tapijten, als hierboven omschreven, worden onder dit hoofdstuk ingedeeld indien ze voorkomen als afgewerkt artikel (al dan niet met gezoomde boorden, gevoerd, afgezet met franje, aaneengevoegd, enz.), zoals vloerkleden of karpetten, lopers voor gangen en trappen, vloermatjes, haardkleedjes, enz., ook indien ze voorkomen als tapijtstof aan het stuk die achteraf moet worden versneden.
Tapijten waarvan het grondweefsel is geïmpregneerd of voorzien van een deklaag, alsmede tapijten waarvan de rugzijde is voorzien van een weefsel of van een vlies, dan wel van een vel of plaat rubber of kunststof met celstructuur, blijven onder dit hoofdstuk ingedeeld.”
7.8.
De tekst van post 5705 luidt, voor zover van belang, als volgt:
5705 00 Andere tapijten, ook indien geconfectioneerd:
5705 00 30 - van synthetische of kunstmatige textielstoffen
Beoordeling van het geschil
8. Voor de indeling zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukken. Het is vaste rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJ EU), dat in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle, het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in de regel moet worden gezocht in hun objectieve kenmerken en eigenschappen, zoals deze in de tekst van de post zijn omschreven. De door de Commissie vastgestelde toelichtingen op de GN en de in het kader van de Werelddouaneorganisatie uitgewerkte toelichtingen op het geharmoniseerd systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen (GS) zijn, hoewel rechtens niet bindend, belangrijke hulpmiddelen bij de uitlegging van de draagwijdte van de verschillende tariefposten.
9. Voorts kan volgens de rechtspraak van het HvJ EU de bestemming van het product een objectief indelingscriterium zijn, wanneer die bestemming inherent is aan het product. De inherentie moet kunnen worden beoordeeld aan de hand van de objectieve kenmerken en eigenschappen van het product (zie HvJ EU 4 maart 2015, Oliver Medical SIA, C-547/13).
10.1.
Ter zitting heeft de rechtbank één exemplaar van de Tyre-Tile en een aantal losse strips met een deels verwijderde toplaag, die op een ondergrond van hout waren geplakt, bekeken en onderzocht. De rechtbank stelt vast dat de Tyre-Tile bestaat uit strips van ongeveer 30 cm lang, 1 cm hoog en 1,2 cm breed. Deze strips worden aan de onderkant bijeengehouden door een textielweefsel en lijmlaag waardoor een tegel ontstaat van 30 cm x 30 cm. Elke strip bestaat volgens opgave voor 94% uit rubber en bevat door en door nylon draden (6%) die aan de bovenkant uitsteken, waardoor de bovenkant van de tegel bestaat uit textielstof. De textielstof heeft een drogende en vuil absorberende functie. Door deze bovenlaag van textielstof heeft de tegel het uiterlijk van een tapijttegel.
Gelet op de vorenstaande kenmerken en eigenschappen en gelet op aantekening 1 op hoofdstuk 57 komt de rechtbank tot het oordeel dat de Tyre-Tile dient te worden ingedeeld onder GN-code 5705 00 30. De rechtbank heeft daarbij de bestemming van de Tyre-Tiles in haar overwegingen betrokken. De eigenschappen en de kenmerken van het product wijzen erop dat het product, dat is opgemaakt in de vorm van een tegel, is ontworpen en gemaakt om te worden gebruikt als vloerbedekking. Blijkens de toelichting IDR op post 5705 vallen onder dit hoofdstuk alle tapijten waarbij het gebruiksoppervlak uit textielstof bestaat. Dat de Tyre-Tile is gemaakt van hergebruikte vrachtwagenbanden, acht de rechtbank niet relevant. Aan de oorspronkelijk vrachtwagenbanden zijn immers dusdanige bewerkingen uitgevoerd dat een ander product is ontstaan.
10.2.
De verwijzing van eiseres naar aantekening 1, onder letter ij, op afdeling XI maakt vorenstaande niet anders. Ter zitting is tussen partijen komen vast te staan dat de Tyre-Tile niet aan de omschrijving van voormelde aantekening voldoet omdat geen sprake is van een weefsel, breiwerk, haakwerk, vilt of gebonden textielvlies. De Tyre-Tiles worden dus niet op grond van aantekening 1, onder letter ij, op afdeling XI van die afdeling en daarmee van hoofdstuk 57 uitgesloten.
10.3.
Dat de Tyre-Tiles ook geschikt zijn voor buiten leidt niet tot een andere conclusie. Anders dan in de zaak die heeft geleid tot de uitspraak van de Tariefcommissie van 20 februari 1995, nr. 13 312, is in casu geen sprake van een goed dat speciaal is ontworpen voor gebruik buitenhuis. In de brochure worden de onderhavige tegels aangeprezen voor uitdagend, zwaarder gebruik binnen (bijvoorbeeld kantoorgebouwen, ziekenhuizen, vliegvelden, enz.). Dat buitengebruik mede als toepassingsmogelijkheid wordt genoemd, doet daar niet aan af.
11. Nu de Tyre-Tile is in te delen onder GN-code 5705 00 30 sluit dit gelet op aantekening 2 bij hoofdstuk 40 indeling onder GN-code 4016 91 00 uit. Het gelijk is aan de zijde van verweerder.
12. Gelet op het vorenoverwogene dient het beroep ongegrond te worden verklaard.
Proceskosten
13. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.E. Keulemans, voorzitter, mr. M.C.A. Onderwater en mr. M.H.L.C. Bijvoet, in aanwezigheid van mr. S. Plesman-Jalink, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 21 juli 2016.
griffier voorzitter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na verzending hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam (belastingkamer), Postbus 1312,
1000 BH Amsterdam.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.
2. het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.