ECLI:NL:RBNHO:2016:578
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Bewezenverklaring invoer van cocaïne door afhaler op Schiphol
Op 22 januari 2016 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 2 oktober 2015 op Schiphol betrokken was bij de invoer van cocaïne. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging. De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk binnenbrengen van een hoeveelheid cocaïne, waarbij zij als afhaler optrad van een drugskoerier. Tijdens de zitting op 8 januari 2016 werd het bewijs gepresenteerd, waaronder whatsapp-berichten die de betrokkenheid van de verdachte bij de drugstransport aantoonden. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, samen met anderen, opzettelijk cocaïne had ingevoerd en dat zij een organiserende rol had vervuld. De rechtbank achtte de verdachte strafbaar en legde een gevangenisstraf van zes maanden op, met aftrek van de tijd die zij in voorlopige hechtenis had doorgebracht. De rechtbank weegt de ernst van het feit en de rol van de verdachte in de drugshandel mee in haar beslissing.