Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Veduta Vastgoed B.V.,
verder te noemen: Cobraspen
gedaagden
1.Het procesverloop
Veduta en Cobraspen ingesteld. Veduta en Cobraspen hebben schriftelijk geantwoord.
Op 20 april 2016 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting heeft de gemachtigde van [eiseres] bij brief van
12 april 2016 nog producties toegezonden.
2.De feiten
beheren van onroerend goed. Veduta en Cobraspen zijn aan elkaar gelieerd en houden
kantoor op hetzelfde adres.
[eiseres] verhuurd de kantoor/-praktijkruimte ter grootte van 367 m² op de 2e etage van het pand ‘ [naam pand] ’ aan [a-straat] .
Cobraspen fungeert als beheerder voor Veduta.
12 maanden. Artikel 3.4 bepaalt dat opzegging dient te geschieden bij deurwaardersexploot of aangetekend schrijven.
[…]Benadrukking van onzekerheid omtrent de continuïteitWij vestigen de aandacht op punt 1.1.4.1 op pagina 9 in de toelichting van de jaarrekening, waarin uiteengezet is dat [eiseres] in 2014 een negatief operationeel resultaat heeft behaald en dat zij voor haar voortbestaan afhankelijk is van haar huisbankier en het Waarborgfonds voor de Zorg. Deze condities, samen met andere omstandigheden […], duiden op het bestaan van een onzekerheid van materieel belang op grond waarvan gerede twijfel zou kunnen bestaan over de continuïteitsveronderstelling van [eiseres] . […]
“[…] er niet is voldaan aan een tweetal voorwaarden, welke voortvloeien uit het vigerende huurcontract:- De opzegging heeft ons niet bij deurwaardersexploot of per aangetekend schrijven bereikt;- De opzegging is te laat gedaan; wij hebben op 2 juli jl. de opzegging per reguliere post ontvangen. Contractueel is bepaald dat deze uiterlijk op 30 juni jl. bij ons binnen had moeten zijn.[…]”
[…] Wij begrijpen goed dat u van ons verwacht dat wij de huur conform de bepalingen van het huurcontract opzeggen. U kon niet weten dat er in de postbezorging iets is misgegaan. Wij verkeerden in de veronderstelling dat onze brief aangetekend en op tijd aan u overhandigd was. Pas met uw brief van 8 juli jl. bleek ons dat dit niet zo was. Anders hadden we veel eerder contact met u opgenomen.Op grond van het vorenstaande verzoeken wij u uw standpunt inzake de rechtsgeldigheid van de huuropzegging op te schorten zodat er ruimte ontstaat voor overleg tussen ons. […]
3.De vordering
primairvoor recht verklaart dat de huurovereenkomst eindigt op 30 juni 2016;
subsidiairvoor recht verklaart dat [eiseres] is ontheven van haar verplichting het gehuurde daadwerkelijk te gebruiken en dat zij gerechtigd is het gehuurde zonder schriftelijke toestemming van de verhuurder onder te verhuren;
primair en subsidiairVeduta en Cobraspen hoofdelijk veroordeelt tot betaling van de proceskosten, te vermeerderen met nakosten en wettelijke rente.
het uitgangspunt dat de huur na drie jaar zou eindigen steeds heeft bestendigd.
(langdurige) zorg is de financiële situatie van [eiseres] zo ernstig verslechterd, dat moet worden gevreesd voor haar voortbestaan. Uit de jaarstukken over 2014 blijkt dat [eiseres] in dat jaar een verlies heeft geleden van € 7 miljoen. Er is leegstand en onderbezetting van het vastgoed van [eiseres] en er bestaat een bezettingsrisico bij de huurcontracten. De noodzaak om in te grijpen is groot. Op 28 april 2015 heeft
een plan gepresenteerd om haar bedrijfsvoering en resultaten te verbeteren. Hierin staat onder meer dat op vastgoed moet worden bezuinigd. Dit noodzaakt tot het buiten gebruik stellen van twee in 2016 te sluiten kantoorlocaties en twee dagbestedingslocaties. Eén van de kantoorlocaties is [naam pand] . De personele bezetting is daar met meer dan de helft gekrompen. De nog resterende werknemers en de behandelruimtes worden elders ondergebracht.
4.Het verweer
Wel is relevant dat de opzegging Veduta te laat heeft bereikt, zodat de huurovereenkomst op grond van artikel 3 is verlengd met vijf jaar.
5.De beoordeling
heeft Cobraspen dus ten onrechte in deze procedure betrokken.
De kantonrechter zal [eiseres] veroordelen in de proceskosten van Cobraspen,
zij het dat die kosten worden begroot op nihil, omdat Veduta en Cobraspen gezamenlijk en bij monde van dezelfde gemachtigde een identiek verweer hebben gevoerd.
de overeengekomen opzegtermijn van twaalf maanden (artikel 6:248 lid 2 BW). Het woord ‘onaanvaardbaar’ impliceert dat de rechter terughoudendheid moet betrachten bij het terzijde stellen van een contractueel beding. In deze zaak dient een afweging te worden gemaakt tussen enerzijds de mate waarin Veduta in haar belangen wordt geschaad doordat
zij de opzegging twee dagen te laat heeft ontvangen en anderzijds de mate waarin
[eiseres] in haar belangen wordt geschaad indien de huurovereenkomst met vijf jaar wordt verlengd. Een beroep op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid kan alleen slagen indien tussen beide belangen een te grote onevenredigheid bestaat.
na verloop van tijd meer vierkante meters zou gaan huren.
De kantonrechter is van oordeel dat de stelling van [eiseres] geen steun vindt in de correspondentie tussen partijen, voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst. Evenmin heeft [eiseres] , desgevraagd, ter comparitie feitelijk kunnen onderbouwen dat zij in een later stadium aan Veduta in voldoende mate kenbaar heeft gemaakt dat de huurovereenkomst na drie jaar niet zou worden voortgezet. Dit betekent
dat de kantonrechter niet in rechte kan vaststellen dat Veduta tijdig op de hoogte was van het voornemen of de wens van [eiseres] om de overeenkomst tegen 30 juni 2015 op te zeggen. De kantonrechter zal die stelling dan ook passeren.
van de huurovereenkomst, gelet op haar zorgelijke financiële situatie, zeer nadelig voor
haar zal zijn. Veduta heeft de toelichting daarop van [eiseres] (zoals weergegeven onder 3.5) ter zitting onweersproken gelaten. Dat geldt ook voor de stukken
die [eiseres] ter onderbouwing van haar financiële situatie heeft overgelegd, waaronder de expliciete waarschuwing van de externe accountant dat er gerede twijfel bestaat over haar continuïteit, zodat de kantonrechter uitgaat van de juistheid van deze stelling van [eiseres]
ook andere keuzes kan maken om haar financiële situatie op orde te krijgen. Zo kan zij
de huurovereenkomst voor de kantoorruimte aan de [b-straat] in Haarlem opzeggen of onroerend goed verkopen, aldus Veduta.
[eiseres] op haar besluit om de huurovereenkomst van de bedrijfsruimte
aan de [a-straat] niet te continueren, onvoldoende weersproken. De kantonrechter acht de wijze waarop [eiseres] aldus invulling geeft aan de noodzaak om te bezuinigen op (onder meer) de huisvestingskosten in de gegeven omstandigheden begrijpelijk en redelijk. Aannemelijk is derhalve dat de beëindiging van de huurovereenkomst met Veduta een noodzakelijk onderdeel is van de reorganisatie
die [eiseres] in gang heeft gezet om haar voortbestaan te redden.
In dit licht bezien moet het beroep van Veduta op nakoming van artikel 3 van de huurovereenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar worden geacht. Dit betekent dat de kantonrechter de primaire vordering zal toewijzen.
van de opzeggingsbrief is gelegen in de keuze van [eiseres] om de postbezorging via Paswerk te laten lopen. Dat Paswerk de bezorgopdracht niet correct heeft uitgevoerd komt voor risico van [eiseres] .
€ 100,00 aan nasalaris voor zover daadwerkelijk nakosten door [eiseres] worden gemaakt. De gevorderde rente over de proceskosten zal worden toegewezen met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.
6.De beslissing
als verhuurder en [eiseres] als huurder met betrekking tot de
kantoor-/praktijkruimte op de 2e etage aan [a-straat] eindigt
per 30 juni 2016;