Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
De Speer Uitzendbureau B.V.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft De Speer Uitzendbureau B.V. op 2 mei 2016 een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [de werknemer], die sinds 1 augustus 2009 in dienst was. De werknemer heeft op 26 mei 2016 een verweerschrift ingediend. Tijdens de zitting op 2 juni 2016 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. De Speer heeft aangevoerd dat de arbeidsovereenkomst ontbonden moet worden omdat de werkzaamheden van de onderneming zijn beëindigd, terwijl de werknemer zich verzet tegen het verzoek en stelt dat er sprake is van overgang van onderneming naar Personeelsdiensten, een andere vennootschap die dezelfde activiteiten voortzet.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er inderdaad sprake is van overgang van onderneming, waarbij de rechten en plichten van de arbeidsovereenkomst van rechtswege overgaan op Personeelsdiensten. De rechter heeft daarbij gekeken naar verschillende factoren, zoals de continuïteit van de bedrijfsactiviteiten, de leiding van de bedrijven, en de personeelsbezetting. De Speer is niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst, omdat zij op het moment van indienen van het verzoek geen werkgever meer was. De proceskosten zijn voor rekening van De Speer gesteld.
Deze uitspraak benadrukt het belang van de regels omtrent de overgang van onderneming, vooral in situaties waarin bedrijven failliet gaan of hun activiteiten beëindigen. De rechter heeft de relevante wetgeving en jurisprudentie in overweging genomen, en heeft geconcludeerd dat de werknemer recht heeft op bescherming onder de wetgeving die overgang van onderneming regelt.