ECLI:NL:RBNHO:2016:5347

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
3 juni 2016
Publicatiedatum
30 juni 2016
Zaaknummer
C/15/243412 / HA RK 16/82
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan motivatie

Op 24 mei 2016 heeft verzoekster schriftelijk een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. drs. J.H.A.C. Everaerts, de rechter in een aanhangige bestuursrechtelijke zaak. Het verzoek tot wraking is gebaseerd op beschuldigingen van partijdigheid en onzorgvuldigheid van de rechter, waaronder het ondertekenen van uitspraken met een vervalste handtekening van de griffier en het maken van juridische blunders. De wrakingskamer heeft echter geoordeeld dat het verzoek niet gemotiveerd is en daarom kennelijk niet-ontvankelijk. Volgens artikel 8:15 van de Algemene Wet Bestuursrecht kan een rechter gewraakt worden op basis van feiten die de onpartijdigheid in gevaar kunnen brengen, maar het verzoek bevatte geen concrete gronden die vooringenomenheid van de rechter zouden aantonen. De wrakingskamer heeft het verzoek buiten behandeling gesteld en de procedure in de hoofdzaak voortgezet. De beslissing is genomen door mr. L.J. Saarloos, plaatsvervangend voorzitter van de wrakingskamer, en mr. W.T. Delleman, griffier, op 3 juni 2016.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

[jw.sys.1.zaaknr] / [jw.sys.1.rolnummer_rekestnr][datum_beslissing]
Wrakingskamer
zaaknummer / rekestnummer: C/15/243412 / HA RK 16/82
Beslissing van 3 juni 2016
Op het verzoek tot wraking ingediend door:
[verzoekster] ,
wonende te [woonplaats] ,
verzoekster,
Het verzoek is gericht tegen:
mr. drs. J.H.A.C. Everaerts,
hierna te noemen: de rechter.

1.Procesverloop

1.1
Verzoekster heeft op 24 mei 2016 schriftelijk de wraking verzocht van de rechter in de bij deze rechtbank, afdeling publiekrecht, sectie bestuursrecht aanhangige zaak met als zaaknummer HAA16 /923 WBP SL00, hierna te noemen: de hoofdzaak.

2.De beoordeling van het verzoek

2.1.
Op grond van artikel 8:15 van de Algemene Wet Bestuursrecht ( AWB ) kan de rechter die een zaak behandelt, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Daarbij geldt als uitgangspunt dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn.
2.2
Ingevolge het bepaalde in artikel 8:16 lid 2 AWB dient een verzoek tot wraking echter de gronden van het verzoek te bevatten.
Verzoeker heeft in zijn schriftelijke wrakingsverzoek vermeld dat deze rechter een duidelijk grote bijdrage heeft geleverd tot het schade van de rechtspraak. Dat standpunt heeft hij onderbouwd door te stellen dat:
de rechter uitspraken ondertekend heeft, waarvan duidelijk was dat de handtekening van de griffier was vervalst
eerdere uitspraken van de rechter vol staan met juridische blunders en valse beweringen en
de rechter diverse procesfouten heeft gemaakt, waaronder het direct opstellen van een uitspraak na verzet, zonder eiser(es) te horen.
Aangezien het verzoek in dit geval in het geheel niet gemotiveerd is, is het daardoor kennelijk niet-ontvankelijk.
2.3
Wat er verder ook zij van de inhoud van het standpunt van verzoeker, het zijn mogelijk klachten over eerdere uitspraken, maar geen wrakingsgronden, waaruit vooringenomenheid van deze rechter zou kunnen blijken. Het verzoek is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
2.4.
Overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 9.1. in samenhang met paragraaf 4.1. van het wrakingsprotocol van deze rechtbank – op internet te vinden op de website van deze rechtbank onder: www.rechtspraak.nl/ Organisatie/ Rechtbanken/ Rechtbank Noord-Holland/ Bekijk regels en procedures – zal de wrakingskamer het verzoek tot wraking wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid buiten behandeling stellen.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
stelt het verzoek tot wraking buiten behandeling;
3.2.
beveelt de griffier onverwijld aan verzoeker en de rechter een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van deze beslissing toe te zenden;
3.3.
bepaalt dat de procedure in de hoofdzaak (met zaaknummer HAA16 /923 WBP SL00) wordt voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het schriftelijke verzoek tot wraking en beveelt daartoe de onmiddellijke mededeling van deze beslissing aan de voorzitter van de rechtbank Noord-Holland, afdeling Bestuursrecht.
Deze beslissing is gegeven door mr. L.J. Saarloos, plaatsvervangend voorzitter van de wrakingskamer, in tegenwoordigheid van mr. W.T. Delleman, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 3 juni 2016.
griffier voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.