Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop in de hoofdzaak en het kort geding
23 december 2015 aangehouden, in afwachting van de uitkomst van na te noemen incident.
23 december 2015 behandeld en PostNL heeft daarbij haar eis gewijzigd. De gemachtigde van PostNL heeft een pleitnota overgelegd en de griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten verder nog naar voren hebben gebracht.
2.De feiten
1 april 2009 aangewezen als verlener van universele postdienst in Nederland. Zij is op grond van de Postwet onder meer verplicht pakketvervoer te verzorgen. PostNL is de vennootschap die daarvoor zorg draagt. PostNL maakt voor deze pakketverzorging gedeeltelijk gebruik van de diensten van zelfstandige pakketbezorgers (hierna ook wel subcontracters genoemd). In totaal gaat het in Nederland om ongeveer 1100 subcontractors. PostNL heeft daartoe met deze subcontractors overeenkomsten gesloten. De subcontractors zijn hetzij zelfstandige zonder personeel (ZZP-er), hetzij zelfstandige met werkend personeel (ZMP-er), hetzij zelfstandige met een zelfstandige (ZMZ-er).
(…) Gedurende de tijdstippen dat de Vervoerder zich daadwerkelijk bezig houdt met de uitvoering van de vervoersovereenkomst is te allen tijde duidelijk dat de Vervoerder in opdracht van PostNL handelt, o.a. door(dat):
- het voertuig dat wordt ingezet voldoet aan alle wagenparkvoorwaarden zoals vermeld op www.subconet.nl
- zich op representatieve wijze te presenteren bij de klant door o.a. het herkenbaar dragen van kleding die voldoet aan de huisstijl van PostNL (te bestellen via www.subconet.nl)
- dat het voertuig wit en representatief is
- PostNL kan de opdracht verstrekken om het voertuig te voorzien van een sticker. (…)
- de uiting van de naam van de Vervoerder is uitsluitend aangebracht op de voorportieren, welke maximaal 60 x 60 cm groot is.(…)”.
€ 45.000,-, ex btw.
3.Het verzoek en het verweer
€ 500,- per dag;
4.De beoordeling
5.De beslissing
29 januari 2016hun verhinderdata op te geven voor (voortzetting van) de mondelinge behandeling;
29 januari 2016dient te verstrekken;