ECLI:NL:RBNHO:2016:4986
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Tijdelijke maatwerkvoorziening huishoudelijke hulp op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
In deze zaak heeft verzoekster op 13 mei 2016 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem op haar verzoek om een tijdelijke maatwerkvoorziening op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo). Verzoekster ontving voorheen 9 uur per week huishoudelijke hulp, maar na de invoering van de Wmo 2015 is dit verlaagd naar ongeveer 5 uur per week. Verzoekster heeft een behoefte aan 10,5 uur per week, zoals vastgesteld door de FNV. Het college heeft op 18 mei 2016 het verzoek om een tijdelijke maatwerkvoorziening afgewezen, waarop verzoekster bezwaar heeft gemaakt.
De voorzieningenrechter heeft op 17 juni 2016 uitspraak gedaan. Hij overweegt dat verzoekster geen procesbelang meer heeft bij het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit, omdat het college inmiddels had beslist. Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard. De voorzieningenrechter heeft echter ook het verzoek om een voorlopige voorziening beoordeeld. Hij oordeelt dat de afwijzing van het verzoek om een tijdelijke maatwerkvoorziening niet in stand kan blijven, omdat de medische situatie van verzoekster niet is verbeterd en de huidige zorg niet voldoende is. De voorzieningenrechter heeft daarom besloten om verzoekster tijdelijk 9 uur per week huishoudelijke hulp toe te kennen, tot zes weken na de beslissing op bezwaar.
Daarnaast is het college veroordeeld in de proceskosten van verzoekster tot een bedrag van € 1.116,00 en moet het betaalde griffierecht van € 92,00 aan verzoekster worden vergoed. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.