Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Verloop van de procedure
2.De vaststaande feiten
3.Beoordeling van het verzoek
4.Beslissing
’s-Gravenhage.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 15 juni 2016 uitspraak gedaan over de erkenning van een buitenlandse adoptie en de omzetting daarvan naar Nederlands recht. Verzoekster, die toestemming had gekregen van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie voor het opnemen van een buitenlands kind ter adoptie, verzocht de rechtbank om de adoptie van een minderjarige, die in Haïti was geadopteerd, te erkennen en om te zetten naar een adoptie naar Nederlands recht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de adoptiewetgeving van Haïti sinds 1 april 2014 is gewijzigd en dat er sindsdien alleen nog sterke adopties bestaan, waarbij de familierechtelijke betrekkingen met de oorspronkelijke ouders worden verbroken. Dit betekent dat de adoptie naar het recht van Haïti niet kan worden omgezet naar een adoptie naar Nederlands recht, omdat de familierechtelijke betrekkingen niet zijn verbroken. De rechtbank heeft het verzoek tot omzetting van de adoptie afgewezen, maar heeft wel de erkenning van de adoptie naar het recht van Haïti goedgekeurd. Daarnaast heeft de rechtbank de ambtenaar van de burgerlijke stand gelast om de akte van geboorte van de minderjarige in te schrijven en de wijziging van de voornaam van de minderjarige goedgekeurd. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een termijn van drie maanden gesteld voor het instellen van hoger beroep.