ECLI:NL:RBNHO:2016:4839
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- I.S. Burggraaff
- N.E. Kwak
- R.A. Otter
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in zaak van poging tot doodslag en zware mishandeling door onvoldoende bewijs
In de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van poging tot doodslag en zware mishandeling, heeft de Rechtbank Noord-Holland op 14 juni 2016 uitspraak gedaan. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. De enige getuige, die verklaarde dat de verdachte de benadeelde partij op 27 september 2014 had geslagen en geschopt, werd door de rechtbank als onvoldoende betrouwbaar beschouwd. De rechtbank benadrukte dat volgens artikel 342 van het Wetboek van Strafvordering het bewijs niet uitsluitend op de verklaring van één getuige kan steunen. Hierdoor werd de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten.
Daarnaast werd de benadeelde partij, die een schadevergoeding van € 9.549,40 had geëist, niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, omdat de rechtbank oordeelde dat er geen wettig bewijs was voor de tenlastelegging. De rechtbank bevestigde dat de dagvaarding geldig was en dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging. De uitspraak volgde na een openbare terechtzitting op 31 mei 2016, waar zowel de officier van justitie als de verdediging hun standpunten naar voren brachten. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet schuldig was aan de hem ten laste gelegde feiten en sprak hem vrij.