ECLI:NL:RBNHO:2016:4829

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
29 april 2016
Publicatiedatum
10 juni 2016
Zaaknummer
15/871704-14
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorhanden hebben van wapens, munitie, hennep en witwassen

In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 29 april 2016 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere strafbare feiten. De verdachte had samen met zijn schoonzoon een antitankbrisantgranaatraket, een machinepistool, een scherfhandgranaat, een pomp-action geweer en munitie in een gehuurde loods voorhanden. Het pomp-action geweer was zo geconstrueerd dat het verborgen kon worden gedragen. In de woning van de verdachte zijn twee gemanipuleerde gaspistolen aangetroffen, waarmee projectielen kunnen worden afgeschoten. Het ongecontroleerd bezit van deze wapens vormt een groot gevaar voor de samenleving. Daarnaast had de verdachte meerdere gestolen goederen in de loods en bij zijn woning, vermoedelijk om deze door te verkopen, wat bijdraagt aan de instandhouding van een afzetmarkt voor door misdrijf verkregen goederen. In de loods zijn ook hennepstekken en hasjiesj aangetroffen, wat de verdachte betrokken heeft bij het criminele circuit van softdrugs. Bovendien heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het witwassen van € 14.440,--. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld voor het voorhanden hebben van wapens en munitie, het opzettelijk aanwezig hebben van hennep en hasjiesj, het witwassen van geld en het voorhanden hebben van gestolen goederen. De rechtbank heeft de verdachte een gevangenisstraf van 30 maanden opgelegd, met aftrek van voorarrest.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Haarlemmermeer
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/871704-14 (P)
Uitspraakdatum: 29 april 2016
Tegenspraak
Vonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 15 april 2016 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] te [geboorteplaats 1] ,
ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens op het adres [adres 1] .
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. B. Haneveld en van wat verdachte en zijn raadsman mr. R.P.A. Kint, advocaat te Almere, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering, ten laste gelegd dat:
Feit 1:
hij in of omstreeks de periode van 1 april 2014 tot en met 17 september 2014 te Haarlem en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer wapens van categorie II en/of munitie van categorie III, te weten
- een vuurwapen (dat zodanig vervaardigd is dat het dragen minder zichtbaar is), te weten een pomp-action geweer (merk Remington, type 870, kaliber 12, serienummer W959229M) zijnde een vuurwapen van categorie II onder 3 en/of
- 10 stuks, althans een hoeveelheid munitie (kaliber 12) van categorie III en/of
- een voorwerp van categorie II onder 7, te weten een granaatwerper (zijnde een antitankbrisantgranaatraket met lanceerinrichting) (type M80) en/of
- een voorwerp van categorie II onder 7, te weten een scherfhandgranaat (type M57) en/of
- een vuurwapen (geschikt om automatisch te vuren), te weten een machinepistool (Ero Croatia, serienummer 163635), zijnde een vuurwapen van categorie II onder 2 en/of
- 62 stuks, althans een hoeveelheid munitie (9x19 milimeter) van categorie III
- 86 stuks, althans een hoeveelheid munitie van categorie III en/of
- een patroonmagazijn, zijnde een wezenlijk onderdeel voor een alarmpistool bedoeld in categorie III onder 4 en/of
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie III onder 1, te weten een vuurwapen in de vorm van een pistool, namelijk een gaspistool van het merk Ekol Volga, kaliber 9 mm (wapennummer EVL-1431693) en/of
- 19 stuks, althans een hoeveelheid munitie (Ozkursan) van categorie III en/of
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie III onder 1, te weten een vuurwapen in de vorm van een pistool, namelijk een gaspistool van het merk Ekol Volga, kaliber 9 mm (wapennummer EVL-1431714) en/of
- 21 stuks, althans een hoeveelheid munitie (Ozkursan) van categorie III
voorhanden heeft gehad;
Feit 2:
hij op of omstreeks 17 september 2014 te Haarlem , opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 87,25 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj) waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd en/of ongeveer 840 hennepplanten (stekken), in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hasjiesj en/of hennep (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Feit 3:
hij op of omstreeks 17 september 2014, te Haarlem, althans in Nederland, (een) voorwerp(en), te weten 14.440 Euro, althans een groot geldbedrag, heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of heeft omgezet terwijl hij wist dat/die voorwerp(en) geheel of gedeeltelijk onmiddellijk of middellijk afkomstig was/waren uit enig
misdrijf;
Feit 4:
Primair:
hij op of omstreeks 6 september 2014 te Hillegom met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fiets (merk Gazelle Orange plus), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
Subsidiair:
hij in of omstreeks 6 september 2014 tot en met 17 september 2009 te Hillegom en/of te Haarlem, althans in Nederland een goed te weten een fiets (merk Gazelle Orange Plus) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dit goed wist alhans redelijkerwijs moest vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
Feit 5:
Primair:
hij op of omstreeks 09 september 2014 te Hillegom met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fiets (merk Giant Cosmo), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen fiets onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of
verbreking; ;
Subsidiair:
hij in of omstreeks de periode van 09 september 2014 tot en met 17 september 2014 te Hillegom en/of te Haarlem, althans in Nederland, een fiets (merk Giant Cosmo) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die fiets wist althans redelijkerwijs moest vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
Feit 6:
Primair:
hij op of omstreeks 16 september 2014 te Bloemendaal met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fiets (merk Cortina), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking;
Subsidiair:
hij op of omstreeks de periode van 16 september 2014 tot en met 17 september 2014 te Bloemendaal en/of te Haarlem, althans in Nederland, een goed te weten een fiets (merk Cortina) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dit goed wist althans redelijkerwijs moest vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
Feit 7:
Primair:
hij op of omstreeks 12 januari 2014 te Heemstede met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een garagebox (gelegen achter de [adres 2] ) heeft weggenomen een grote hoeveelheid schaatsen en/of skates en/of longboards en/of badmintonartikelen en/of kleding, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
Subsidiair:
hij in of omstreeks de periode van 12 januari 2014 tot en met 17 september 2014 te Heemstede en/of te Haarlem, in elk geval in Nederland, een grote hoeveelheid (rol)schaatsen heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van schaatsen wist, danwel rederlijkerwijs moets vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
Feit 8
hij op of omstreeks 17 september 2014 te Haarlem, althans in Nederland, al dan niet opzettelijk, professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, te weten:
- 12, althans een aantal stuks knalvuurwerk (Super Cobra 6 2G) en/of
- 1000, althans een aantal stuks knalvuurwerk (type FP3 Jorge) heeft opgeslagen en/of voorhanden gehad.

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Bewijs

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder 1, 2, 3, 4 subsidiair, 5 subsidiair, 6 subsidiair, 7 subsidiair en 8 ten laste gelegde feiten.
3.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft bepleit dat verdachte van alle feiten moet worden vrijgesproken.
3.3.
Vrijspraak
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte onder 4 primair, 5 primair, 6 primair en 7 primair ten laste is gelegd en moet hij daarvan worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt daartoe dat niet kan worden bewezen dat verdachte deze goederen heeft gestolen.
3.4.
Redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 1, 2, 3, 4 subsidiair, 5 subsidiair, 6 subsidiair, 7 subsidiair en 8 ten laste gelegde feiten op grond van de navolgende bewijsmiddelen. De door de rechtbank als processen-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde personen en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.
Ten aanzien van feit 1 en feit 3
- De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 15 april 2016
Deze verklaring houdt onder meer het volgende in:
Het klopt dat er in mijn woning geldbedragen van € 540,-- en € 13.900,-- zijn aangetroffen.
De loods was van mij. Ik had de sleutel van de loods. Meerdere personen hebben de sleutel van de loods. [medeverdachte] had ook de sleutel.
Mijn vrouw onderhoudt me, ze betaalt alles.
Ten aanzien van feit 1, feit 2, feit 7 subsidiair, feit 8
- Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming d.d. 17 september 2014 met digitale fotobijlage (dossierpagina 106-117)
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisant M. van den Berg:
Op 17 september 2014 te 6.00 uur heb ik aangebeld bij de woning van [verdachte] , gelegen aan de [adres 1] te Haarlem. Aldaar werd de woning geopend door de dochter van [verdachte] , genaamd [getuige 1] , geboren op [geboortedatum 2] te [geboorteplaats 2] . (…) Ik heb aan [getuige 1] medegedeeld dat we een zoeking willen gaan doen in de loods in de [adres 3] en dat het mij ambtshalve bekend is dat deze loods in gebruik is bij haar vader [verdachte] . Ik vroeg aan [getuige 1] of dat juist is en ik hoorde haar zeggen: “Ja, dat is zo”. (…) [getuige 1] is vervolgens met ons meegelopen naar de loods aan de [adres 3] en heeft de toegangsdeur middels de sleutel geopend. Hierop hebben wij de loods betreden en roken direct een sterke wietlucht in de loods.
(…)
Aantreffen hennepstekken:
Links achterin de loods was een deur gesitueerd, welke openstond. Achter deze deur zat een bergruimte met daarin stellages en op deze stellages lag een grote hoeveelheid gereedschap. Op de grond stonden tien (10) kartonnen dozen met daarin hennepstekken. In deze dozen zat een geschatte hoeveelheid van 740 hennepstekken. Deze dozen met daarin de hennepstekken zijn ter plaatse in beslag genomen. (…)
Aantreffen gestolen goederen:
In de loods hebben we onderstaande goederen aangetroffen en in beslag genomen:
12 paar Roces schaatsen, verschillende types en maten.
(…)
Aantreffen brok hash en Cobra’s:
Op de werkbank direct rechts achterin de loods werd een rood speelgoedkoelkastje aangetroffen en in dit koelkastje zat een witte plasticzak met daarin een bruin brok hash.
Links naast dit koelkastje stonden een drietal gele kratjes en in deze kratjes zaten 12 stuks vuurwerk van het type Cobra 6. (…)
Aantreffen Shotgun:
Op een plafondplaat in de loods werd een Shotgun in een zwarte tas aangetroffen met bijbehorende munitie. (…)
Aantreffen anti-tankwapen/raketwerper:
Op een plafondplaat werd een anti-tankwapen/raketwerper aangetroffen omwikkeld in zwart ducktape. (…)
Aantreffen doos met vuurwerk:
Op een plafondplaat werd een doos met daarin 50 dozen a 20 stuks zogenaamde “flashbangers” aangetroffen. (…)
Aantreffen doos met munitie, handgranaat, verdovende middelen en machinepistool:
Op een plafondplaat werd een kartonnen doosje aangetroffen met daarin een handgranaat, een machinepistool, munitie en een zakje met daarin verdovende middelen. (…)
Ten aanzien van feit 1, feit 3, feit 4 subsidiair, feit 5 subsidiair, feit 6 subsidiair
- Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming d.d. 17 september 2014 met digitale fotobijlage (dossierpagina 119-125)
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] :
Op 17 september 2014 werd door de rechter-commissaris mr. J. Candido voor een doorzoeking ter inbeslagneming binnengetreden in [adres 1] te Haarlem. (…) Tijdens de doorzoeking werd het volgende in beslag genomen:
Geld (…), 2 vuurwapens, (…) 4 fietsen (…).
Aangetroffen in beslaggenomen goederen uit woning aan de [adres 1] te Haarlem
2x Ekol Volga;
een bedrag van 540 euro (in laptoptas naast bank in woonkamer);
een bedrag van 13900 euro (in rood geldkistje boven toiletkast)
Ten aanzien van feit 1
- Een lijst van inbeslaggenomen goederen (dossierpagina 23)
Deze lijst houdt onder meer in een nadere omschrijving van de plaats waar de in beslaggenomen wapens uit de woning aan de [adres 1] zijn aangetroffen:
Ekol Volga, chroomkleurig, in gasmeterkast in hal,
Ekol Volga, chroomkleurig, in gasmeterkast in hal.
Ten aanzien van feit 1
- Een proces-verbaal van bevindingen aangetroffen wapens d.d. 17 september 2014 (dossierpagina 130-135)
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] :
Op 17 september 2014 zijn in een loods aan de [adres 3] te Haarlem meerdere vuurwapens aangetroffen. (…)
Het eerste aangetroffen vuurwapen betrof een geweer van het merk Remington, type 870, kaliber 12 en voorzien van het serienummer W959229M. Voornoemd wapen betreft een zogenaamde “Shotgun”. Het vuurwapen is geschikt om projectielen door een loop af te schieten. De werking van het voorwerp berust op het teweegbrengen van een scheikundige ontploffing.
Het geweer is voorzien van een pistoolgreep en had een ingekorte loop. Hierdoor is het wapen dusdanig gewijzigd dat het dragen hiervan niet of minder zichtbaar is geworden. Derhalve is dit gewijzigde geweer een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3, gelet op art. 2 lid 1, categorie II onder 3 van de WWM.
Ten aanzien van feit 1
- Een proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 19 september 2014 (dossierpagina 163-191)
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] :
Op 17 september 2014 hebben wij, eerste en tweede verbalisant, een onderzoek ingesteld naar aanleiding van het aantreffen van wapens tijdens een zoeking in de percelen [adres 1] en [adres 3] te Haarlem.
(…)
Aan de linkerzijde stond een aanhangwagen met een blauw dekzeil. Op dit zeil stond een open kartonnen doos met daarin een shotgun en, naar later bleek, een zwarte sok met daarin hagelpatronen met een voor de shotgun geschikt kaliber. Uit informatie bleek dat deze goederen tijdens de zoeking waren aangetroffen in een zwarte sporttas en overgepakt waren in de genoemde kartonnen doos. (…) De zwarte sok is voor biologische onderzoek door ons veiliggesteld, gewaarmerkt, verpakt en verzegeld met (…) SIN: AAGS4097NL.
In een plastic tas was, verpakt in een witte sok, een met tape omwikkelde scherfhandgranaat aangetroffen. (…) Op aanwijzing van ons zijn de ontsteker en het lichaam van de scherfhandgranaat op biologische contactsporen en dactyloscopische sporen veiliggesteld, gewaarmerkt, verpakt en verzegeld met (…) het respectievelijke SIN: AAGB2790NL en AAGB2791NL (…). De witte sok zijn voor nader onderzoek door ons veiliggesteld, gewaarmerkt, verpakt en verzegeld met (…) SIN: AAGB2838NL.
Door personeel van de EODD zijn deze goederen voor nader onderzoek overgebracht naar het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) te Den Haag.
(…)
Het met tape omwikkelde voorwerp bleek een anti-tankbrisantgranaatraketwerper type: M80 te zijn (…). De verpakking ervan bestond uit vuilniszak en zwart kleurig Duct-tape. Deze verpakking is voor nader onderzoek door ons veiliggesteld, gewaarmerkt, verpakt en verzegeld met (…) SIN: AAGB2783NL. Op aanwijzing van ons zijn de anti-tankbrisantgranaatraket en de lanceerinrichting op biologische contactsporen en dactyloscopische sporen veiliggesteld, gewaarmerkt, verpakt en verzegeld met (…) het respectievelijke SIN: AAGB2787NL en AAGB2793NL.
Ten aanzien van feit 1
- Een rapport explosievenonderzoek naar aanleiding van het aantreffen van wapens in een woning in Haarlem op 17 september 2014 van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 13 november 2014 (dossierpagina 194-205)
Dit rapport houdt onder meer in als conclusie van de onderzoeksresultaten van rapporteur dr. J. Dalmolen:
Onderzoeksmaterialen AAGB2787NL en AAGB2793NL betreft een intacte antitankbrisantgranaat in bijbehorende lanceerinrichting, model M80. (…) Gezien de opbouw, werking, en verwachte uitwerking is een M80 granaatwerper zonder meer aan te merken als een voorwerp bestemd voor het treffen van personen of zaken door middel van ontploffing, zoals vermeld in de Wet wapens en munitie artikel 2 lid 1, categorie II, 7˚. Gezien de onderzoeksresultaten was de granaatwerper deugdelijk, dat wil zeggen dat de antitankbrisantgranaatraket uit de lanceerkoker kon worden verschoten. (…)
Onderzoeksmaterialen AAGB2790NL en AAGB2791NL vormen tezamen een intacte scherfhandgranaat van het type M75 met bijpassende P3-ontsteekinrichting (…).
Gezien de opbouw, werking en verwachte uitwerking is een scherfhandgranaat M75P3 aan te merken als een voorwerp bestemd voor het treffen van personen of zaken door middel van ontploffing zoals vermeld in de Wet wapens en munitie artikel 2 lid 1, categorie II, 7˚. Gezien de onderzoeksresultaten is de aangetroffen handgranaat deugdelijk, dat wil zeggen dat deze bij activeren ontploft.
Ten aanzien van feit 1
- Een rapport Onderzoek naar biologische sporen en DNA-onderzoek naar aanleiding van meerdere delicten gepleegd in Haarlem op 17 september 2014 van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 3 december 2014 (dossierpagina 459-463)
Dit rapport houdt onder meer in als conclusie van de onderzoeksresultaten van rapporteur drs. J. Koopman:
Onderstaand onderzoeksmateriaal is onderworpen aan een DNA-onderzoek (…):
AAGB2793NL#8 Bemonstering van de draagband van een lanceerbuis
Resultaten, interpretatie en conclusie
Het DNA-profiel van de verdachte [verdachte] RAAJ1660NL (geboren op [geboortedatum 1] ) is betrokken bij het vergelijkend DNA-onderzoek.
Vanwege een match in de DNA-databank is het DNA-profiel RDW204 van [medeverdachte] (geboren op [geboortedatum 3] eveneens betrokken bij het vergelijkend DNA-onderzoek.
SIN
Beschrijving DNA-profiel
Celmateriaal kan afkomstig zijn van
AAGB2793NL#08
DNA-mengprofiel
[medeverdachte] en minimaal twee onbekende personen
Ten behoeve van opsporingsinformatie is uit dit DNA-mengprofiel (AAGB2793NL#08) een combinatie van de DNA-kenmerken afgeleid, waarin naar verwachting de DNA-kenmerken aanwezig zijn van de prominenter aanwezige donoren van het celmateriaal in deze bemonstering. Deze combinatie van afgeleide DNA kenmerken is op 19 november 2014 eenmalig vergeleken met de in de Nederlandse DNA-databank voor strafzaken aanwezige DNA-profielen van personen. Hierbij is een match gevonden met het DNA-profiel RDW204 van [medeverdachte] (geboren op [geboortedatum 3] . Dit betekent dat [medeverdachte] één van de donoren kan zijn van het celmateriaal in de bemonstering AAGB2793NL#08.
(…)
Wetenschappelijke bewijswaarde van het vergelijkend DNA-onderzoek.
Het is niet mogelijk om een ‘standaard’ statistische berekening uit te voeren voor het vaststellen van de wetenschappelijke bewijswaarde van de gevonden match met het DNA profiel van [verdachte] , omdat niet alle DNA-kenmerken van alle celdonoren zichtbaar zijn. De wetenschappelijke bewijswaarde van de bevindingen van het vergelijkend DNA onderzoek wordt daarom geformuleerd in verbale termen van waarschijnlijkheid. (…)
Er is aangenomen dat de bemonstering AAGB2793NL#08 celmateriaal bevat van drie personen. Onder deze aanname zijn de resultaten van het DNA-onderzoek beschouwd onder het volgende hypothesepaar:
hypothese I:De bemonstering bevat celmateriaal van [medeverdachte] en twee onbekende personen (niet verwant aan elkaar of aan [medeverdachte] )
hypothese II:De bemonstering bevat celmateriaal van driewillekeurige onbekende personen (niet verwant aan elkaar of [medeverdachte] ).
De bevindingen van het vergelijkend DNA-onderzoek zijn
extreem veel waarschijnlijkerals hypothese I juist is, dan als hypothese II juist is.
Ten aanzien van feit 1
- Een rapport Onderzoek naar biologische sporen en DNA-onderzoek naar aanleiding van meerdere delicten gepleegd in Haarlem op 17 september 2014 van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 7 april 2015 (dossierpagina 455-457)
Dit rapport houdt onder meer in als conclusie van de onderzoeksresultaten van rapporteur drs. J. Koopman:
DNA-onderzoek
Onderstaand onderzoeksmateriaal is onderworpen aan een DNA-onderzoek:
AAGB2783NL#01 Bemonstering van de rugzijde van stukken tape (verpakking m80 granaatwerper)
(…)
AAHH5025NL#01 een bemonstering (van een sok AAGB2838NL)
AAHH5026NL#01 een bemonstering (van een sok AAGS4097NL)
Resultaten, interpretatie en conclusie
De DNA-profielen van de verdachte [verdachte] RAAJ1660NL (geboren op [geboortedatum 1] ) en van [medeverdachte] RDW204 (geboren op [geboortedatum 3] zijn betrokken bij het vergelijkend DNA-onderzoek.
SIN
Beschrijving DNA-profiel
Celmateriaal kan afkomstig zijn van
AAGB2783NL#01
DNA-mengprofiel
[medeverdachte] en minimaal één andere persoon
AAHH5025NL#01
DNA-mengprofiel
[medeverdachte] en minimaal twee andere personen
AAHH5026NL#01
DNA-mengprofiel
[medeverdachte] , [verdachte] en minimaal drie andere personen
Ten aanzien van feit 1
- Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 september 2014 (dossierpagina 228-230)
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisant [verbalisant 5] :
Op 17 september 2014 werd in de gemeente Haarlem een vuurwapen met munitie in beslag genomen. (…).
Het is een vuurwapen in de vorm van een pomp-action geweer in kaliber 12. (…) Op de kast van het wapen staat onder andere te lezen “Remington 870 Express”. Het wapen is voorzien van het wapennummer; “W959229M”. Het vuurwapen is in goede staat van onderhoud, heeft een slagpin punt van voldoende lengte en is gebruik gereed. (…) De loop van het onderzochte wapen is ingekort tot een looplengte van 41.7 centimeter. Tevens is de (geweer) kolf van het wapen vervangen door een pistoolgreep. Het wapen is door het inkorten van de loop en het vervangen van de (geweer)kolf door een pistoolgreep gereduceerd tot een totale lengte van 68.5 centimeter. Het originele wapen heeft (bij een looplengte van 26 inch) een totale lengte van 118 centimeter. Door dit inkorten van het wapen kan worden gesteld dat het dragen van het wapen minder zichtbaar is geworden. Het wapen is praktisch getest, het wapen functioneerde naar behoren.
Gezien het vorenstaande is dit (jacht)geweer een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1, categorie II onder 3 van de Wet Wapens en Munitie.
(…)
Bij het wapen tref ik 10 patronen/munitie aan. Vier (4) van deze patronen, hagelpatronen in kaliber 12 (…) hebben onder andere het opschrift: “Gamebore Black gold HV Steel, 70 mm 28 gms”.
Zes (6) van deze patronen, hagelpatronen in kaliber 12 (…) hebben onder andere het opschrift: “Gamebore super steel high velocity, 70 mm 3-32 gms”.
Deze patronen zijn in goede staat en gebruik gereed. Deze munitie is geschikt om met bovenomschreven vuurwapen te worden verschoten.
Dit is munitie in de zin van artikel 1 onder 4 gelet op artikel 2 lid 2 Categorie III van de Wet Wapens en Munitie.
Ten aanzien van feit 1
- Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 september 2014 (dossierpagina 233-235)
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisant [verbalisant 5] :
Op 17 september 2014 werd in de gemeente Haarlem een vuurwapen met munitie in beslag genomen. (…).
Het is een vuurwapen in de vorm van een machinepistool. Het wapen heeft het kaliber 9x19 millimeter cq 9 millimeter luger. Op de kast van het wapen staat de tekst: “Ero Croatia”. Het wapen is op de kast voorzien van het wapennummer: 163635.
Links, in de handgreep van het wapen is een vuurregelaar aanwezig. Deze vuurregelaar heeft drie (3) standen, namelijk:
R (automatisch vuur)
P (semi-automatisch/Enkelschot)
Z (Veilig).
Dit wapen is geproduceerd bij “Arma Gruppa” te Zagreb en is gebaseerd op het UZI machinepistool. Het wapen verkeert in goede staat van onderhoud en is gebruik gereed, het achterste richtmiddel (keep) ontbreekt echter. (…)
Het wapen is praktisch getest, zowel bij semi-automatisch als automatisch vuur vertoonde het wapen geen gebreken.
Gezien het vorenstaande is dit machinepistool een automatisch-vuurwapen, in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1, categorie II onder 2 van de Wet Wapens en Munitie.
(…)
Bij het wapen trof ik 62 stuks patronen/munitie aan. Deze patronen, kogelpatronen in het kaliber 9x19 millimeter (9 para) zijn voorzien van diverse bodemstempels. (…)
Deze patronen zijn in goede staat en gebruik gereed. Deze munitie is geschikt om met bovenomschreven vuurwapen te worden verschoten. Dit is munitie in de zin van art. 1 onder 4 gelet op art. 2 lid 2 categorie III van de Wet Wapens en Munitie.
Ten aanzien van feit 1
- Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 september 2014 (dossierpagina 239-241)
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisant [verbalisant 5] :
Op 17 september 2014 werden in de gemeente Haarlem een aantal voorwerpen/munitie in beslag genomen.
(…)
Voorwerp 1 bestaat uit een plastic zak. (…) In deze plastic zak tref ik aan: Een (1) munitiedoosje (…). In dit munitiedoosjes zijn veertien (14) scherpe kogelpatronen (munitie) aanwezig. Deze kogelpatronen zijn in goede, ongebruikte staat en bestemd en geschikt om in een vuurwapen afgevuurd te worden.
Deze patronen zijn munitie in de zin van artikel 1 onder 4 gelet op artikel 2 lid 2 Categorie III van de Wet Wapens en Munitie.
(…)
Zesenveertig (46) scherpe kogelpatronen (…). Deze kogelpatronen zijn in goede, ongebruikte staat en bestemd en geschikt om in een vuurwapen afgevuurd te worden.
Deze patronen zijn munitie in de zin van artikel 1 onder 4 gelet op artikel 2 lid 2 Categorie III van de Wet Wapens en Munitie.
(…)
Voorwerp 2 bestaat uit een tasje inhoudende veertien (14) scherpe kogelpatronen (…). Deze kogelpatronen zijn in goede, ongebruikte staat en bestemd en geschikt om in een vuurwapen afgevuurd te worden.
Deze patronen zijn munitie in de zin van art. 1 onder 4 gelet op artikel 2 lid 2 Categorie III van de Wet Wapens en Munitie.
(…)
Voorwerp 3 bestaat uit een plastic zakje (…). De inhoud van dit zakje bestaat uit vier (4) scherpe kogelpatronen (…). Tevens is in deze zak een patroonmagazijn aanwezig. Dit patroonmagazijn is gevuld met acht (8) scherpe kogelpatronen (…).
Deze kogelpatronen zijn in goede, ongebruikte staat en bestemd en geschikt om in een vuurwapen afgevuurd te worden.
Deze patronen zijn munitie in de zin van artikel 1 onder 4 gelet op artikel 2 lid 2 Categorie III van de Wet Wapens en Munitie.
(…)
Voornoemd patroonmagazijn is een patroonmagazijn welke kennelijk is geproduceerd als patroonmagazijn voor een Knall/alarmpistool (Kaliber 9 millimeter P.A.K.)
Het patroonmagazijn is een wezenlijk onderdeel voor een alarmpistool als bedoeld in Categorie III onder 4 van de Wet Wapens en Munitie.
Ten aanzien van feit 1
- Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 september 2014 (dossierpagina 246-247)
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisant [verbalisant 5] :
Op 17 september 2014 werd in de gemeente Haarlem een vuurwapen met munitie in beslag genomen. (…)
Nader onderzoek wijst mij verbalisant uit dat het voorwerp een vuurwapen betreft. Dit vuurwapen werd mij aangeboden in een kunststof doosje. Het vuurwapen is een vuurwapen in de vorm van een pistool. Het is een single-action, Semi-automatisch pistool. Dit wapen is geproduceerd als gas/alarmpistool in het kaliber 9 millimeter P.A.K. (pistool, automatisch, Knal).
Op de linkerzijde van de slede van het wapen staat de tekst: “Ekol Volga Cal 9mm P.A.K.”.
(…)
Het wapen is op de kast voorzien van het wapennummer: “EVL-1431693”. Het wapen is voorzien van een bij dit wapen passend patroonmagazijn.
(…) In het onderzochte wapen was geen mondingstop meer aanwezig.
De (patroon)kamer van deze loop is geschikt voor gebruik van standaard millimeter Knal munitie. Bij het wapen werd echter aangepaste/gemanipuleerde munitie aangetroffen welke nader zal worden omschreven. Met deze munitie is het mogelijk om een projectiel door de loop van dit wapen af te schieten.
Het vuurwapen is in goede staat van onderhoud, heeft een slagpin punt van voldoende lengte en is gebruik gereed.
(…) Gezien het vorenstaande is dit pistool een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op art. 2 lid 1, categorie III onder 1 van de Wet Wapens en Munitie.
(…)
In genoemd kunststof doosje waren bij het wapen achttien (18) patronen/munitie aanwezig Deze munitie/patronen zijn geproduceerd als Knal (alarm)patronen. (…) Deze knal(alarm) patronen dus omgebouwd naar scherpe (kogel)patronen. (…) Deze patronen zijn van het merk “Ozkursan”.
Deze munitie is bestemd en geschikt om met bovenomschreven vuurwapen te worden verschoten. De patronen zijn in goede staat en gebruik gereed.
Dit is munitie in de zin van artikel 1 onder 4 gelet op artikel 2 lid 2 categorie III van de Wet Wapens en Munitie.
Ten aanzien van feit 1
- Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 september 2014 (dossierpagina 250-251)
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisant [verbalisant 5] :
Op 17 september 2014 werd in de gemeente Haarlem een vuurwapen met munitie in beslag genomen. (…)
Nader onderzoek wijst mij verbalisant uit dat het voorwerp een vuurwapen betreft. Dit vuurwapen werd mij aangeboden in een kunststof doosje.
Het vuurwapen is een vuurwapen in de vorm van een pistool. Het is een single-action, Semi-automatisch pistool. Dit wapen is geproduceerd als gas/alarmpistool in het kaliber 9 millimeter P.A.K. (pistool, automatisch, Knal).
Op de linkerzijde van de slede van het wapen staat de tekst: “Ekol Volga Cal 9mm P.A.K.”.
(…) Het wapen is op de kast voorzien van het wapennummer: “EVL-1431714”. Het wapen is voorzien van een bij dit wapen passend patroonmagazijn.
(…) In het onderzochte wapen was geen mondingstop meer aanwezig.
De (patroon)kamer van deze loop is geschikt voor gebruik van standaard millimeter Knal munitie. Bij het wapen werd echter aangepaste/gemanipuleerde munitie aangetroffen welke nader zal worden omschreven. Met deze munitie is het mogelijk om een projectiel door de loop van dit wapen af te schieten.
Het vuurwapen is in goede staat van onderhoud, heeft een slagpin punt van voldoende lengte en is gebruik gereed.
(…) Gezien het vorenstaande is dit pistool een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1, categorie III onder 1 van de Wet Wapens en Munitie.
(…)
In genoemd kunststof doosje waren bij het wapen eenentwintig (21) patronen/munitie aanwezig. Deze munitie/patronen zijn geproduceerd als Knal (alarm)patronen. Deze patronen zijn echter omgebouwd/gemanipuleerd (…) naar scherpe (kogel)patronen. Deze patronen zijn van het merk “Ozkursan”.
Deze munitie is bestemd en geschikt om met bovenomschreven vuurwapen te worden verschoten. De patronen zijn in goede staat en gebruik gereed.
Dit is munitie in de zin van art. 1 onder 4 gelet op artikel 2 lid 2 categorie III van de Wet Wapens en Munitie.
Ten aanzien van feit 2
- Een proces-verbaal van indicatieve verdovende middelentest d.d. 17 september 2014 (dossierpagina 146-148)
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisant [verbalisant 6] :
Op 17 september ontving ik, verbalisant, in mijn hoedanigheid van taakaccenthouder verdovende middelen, opgeleid tot het doen van drugstesten, uit handen van mijn collega (…): 10 kartonnen doezen met daarin hennepstekjes. Ik, verbalisant, kreeg het verzoek om de inhoud te testen op strafbaarheid ingevolge de Opiumwet.
Na het openen van de 10 dozen zag ik dat het hennep betrof. Ik ben speciaal opgeleid om onder andere hennepplanten of producten daarvan te herkennen. Tevens heb ik jarenlange ervaring in het herkennen van deze planten. Ik zag aan het blad van de plant dat het hennepplanten betrof en ik rook de geur van hennep aan deze planten. (…)
Na telling bleek dat er in totaal 840 hennepstekjes in de 10 dozen zaten. Verder ontving ik, verbalisant, op 17 september in mijn hoedanigheid van taakaccenthouder verdovende middelen, opgeleid tot het doen van drugstesten, uit handen van mijn collega (…): 1 blok vermoedelijk hasjiesj van 87,25 gram. (…) Naar aanleiding van bovenstaande bevindingen rees het sterke vermoeden dat de inhoud hasjiesj betrof, waarop door mij een representatief deel van de inhoud is getest met behulp van de bij de regiopolitie Kennemerland in gebruik zijnde testsets van M.M.C. International (…). Na op voorgeschreven wijze de inhoud van de verpakking te hebben gemengd met de inhoud van de testampul, zag ik dat de kristallen in deze testampul direct van wit naar rood/oranje verkleurden, hetgeen overeenkomt met de gebruiksaanwijzing behorende bij deze testset. (…) Uit bovenstaande bevindingen betreft de inhoud van de verpakking derhalve zeer waarschijnlijk hasjiesj als genoemd in lijst II behorende bij de Opiumwet.
Ten aanzien van feit 3
- Een proces-verbaal witwassen (dossierpagina A117-A121)
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisant [verbalisant 7] :
Doorzoeking
Op 17 september 2014 vond er een doorzoeking plaats in een woning aan de [adres 1] in Haarlem. Op dit adres staan ingeschreven:
- [verdachte] , geboren op [geboortedatum 1] en zijn vrouw:
- [getuige 2] , geboren op [geboortedatum 4] .
In de woning werd op twee plaatsen een contant geldbedrag van € 14.440,-- aangetroffen:
- € 13.900,-- in geldkistje boven een toiletkast, dit bedrag bestond uit de volgende coupures:
7 x € 500,--, 10 x € 200,-- en 84 x € 100,--.
- € 540,-- in een laptoptas naast de bank in de woonkamer, dit bedrag bestond uit de volgende coupures: 2 x € 100,--, 5 x € 50,--, 4 x € 20,- en 1 x € 10,-.
Financieel onderzoek
Naar aanleiding van dit aangetroffen geldbedrag is een financieel onderzoek ingesteld naar [verdachte] en zijn vrouw [getuige 2] . Uit het onderzoek is het volgende gebleken:
(…)
Belastinggegevens
Van [verdachte] zijn vanaf 2010 geen inkomsten en geen bankrekeningen bekend bij de Belastingdienst.
(…)
Contante betalingen
Bij de doorzoeking in de woning van [verdachte] en [getuige 2] werden diverse betalingsbewijzen aangetroffen voor onder andere de huur, Nuon en UPC. Dit betroffen contante betalingen via Suri Change door [verdachte] . (…)
Uit de opgevraagde gegevens blijkt dat [verdachte] in de periode van 1 januari 2013 tot en met 5 januari 2015 in totaal een bedrag van € 22.151,42 contant heeft betaald via Suri Change.
(…)
Resumé
Van [verdachte] zijn geen inkomsten en bankrekeningen bekend.
[getuige 2] heeft samen met [getuige 3] een nagelstudio. Klanten kunnen daar op twee manieren betalen. Via de pin en contant. Als klanten via de pin betalen wordt dit op de rekening van [nagelstudio] bijgeschreven. Als klanten contant betalen wordt dit bij de bank afgestort. De winst uit de nagelstudio wordt overgeschreven naar de privé rekeningen van [getuige 2] en [getuige 3] . Gemiddeld wordt een bedrag van niet meer dan € 1.200,-- per maand overgeschreven. Naast de zorgtoeslag heeft zij geen andere inkomsten.
Het aangetroffen geldbedrag van € 14.440,-- en de contante uitgaven van € 22.151,42 door [verdachte] via Surichange kunnen niet verklaard worden uit legale inkomsten. Eveneens kunnen deze bedragen niet verklaard worden uit contante opnames.
Het is ook niet aannemelijk dat het aangetroffen geldbedrag afkomstig is uit de haar- en nagelstudio van [getuige 2] . De omzet loopt via pin en contant. De contante omzet wordt frequent afgestort. Bovendien bestaat het aangetroffen geldbedrag met name uit biljetten van € 500,--, € 200,-- en € 100,--, geen gangbare biljetten om mee te betalen.
[verdachte] heeft verklaard geen inkomsten te hebben. [getuige 2] heeft geen inzicht willen geven in haar financiën.
Ten aanzien van feit 3
- Een proces-verbaal van verhoor verdachte (dossierpagina 390-394)
Dit proces-verbaal houdt onder meer in de verklaring van verdachte [verdachte] :
(…)
V: Beschikt u over vervoersmiddelen.
A: Nee, af en toe leen ik een auto
(…)
V: Heb je loon of salaris uit dienstbetrekking? Zo ja, waar ben je werkzaam en in welke functie?
A: Nee
V: Wat is je netto maandelijkse inkomen en op welke bank- of girorekening wordt dit gestort?
A: Ik krijg niks gestort.
V: Heb je een uitkering?
A: Nee
V: Heeft u verder nog een andere bron van inkomsten?
A: ik ben huisman en mijn vrouw onderhoudt me.
V: Heeft je partner loon of salaris uit dienstbetrekking, of een uitkering?
A: Die is kapster en nagelstyliste. Zij heeft een eigen zaak.
(…)
V: Heb je wel eens geld gewonnen in bijvoorbeeld het casino of loterij?
A: Nee, daar doe ik allemaal niet aan.
V: Heb je wel eens een schenking ontvangen?
A: Nee
V: Heeft je vrouw wel eens een erfenis of schenking ontvangen?
A: Nee.
V: Betaalt u kost en inwoning voor het verblijf aan de [adres 1] , Haarlem?
A: Mijn vrouw betaalt alles. Zij regelt alle financiën.
Ten aanzien van feit 4 subsidiair, feit 5 subsidiair, feit 6 subsidiair
- Een proces-verbaal kennisgeving van inbeslagneming (dossierpagina 39-45)
Dit proces-verbaal houdt onder meer een lijst van in beslag genomen goederen, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 8] en [verbalisant 9] :
Inbeslagneming
Plaats : [adres 1] Haarlem
Datum en tijd: 17 september 2014
(…)
Voertuig: Fiets
Merk/type: Giant Cosmo Cs 2 W M
Framenummer: GR011145
Bijzonderheden: Inbeslaggenomen in tuin
(…)
Voertuig: Fiets
Merk/type: Cortina Transporter
Framenummer: CO1246997
Bijzonderheden: Inbeslaggenomen in tuin
(…)
Voertuig: Fiets
Merk/type: Gazelle Orange Plus VV
Framenummer: GZ4104370
Bijzonderheden: Inbeslaggenomen in tuin.
Ten aanzien van feit 4 subsidiair
- Een proces-verbaal van aangifte d.d. 15 september 2014 (dossierpagina 366-367)
Dit proces-verbaal houdt onder meer in de verklaring van aangeefster [slachtoffer 1] :
Pleegplaats: Hillegom, ter hoogte van treinstation Hillegom. Tijdstip achtergelaten: 06-09-2014 8:30. Tijdstip geconstateerd 06-09-2014 19:30 uur.
’s Morgens met de trein vertrokken naar Den Haag. Bij terugkomst was de fiets verdwenen. Op normaal goedgekeurd slot gezet en een extra kabelslot. Merk Gazelle, type Orange Plus. Framenummer 4104370.
Ten aanzien van feit 5 subsidiair
- Een proces-verbaal van aangifte d.d. 11 september 2014 (dossierpagina 363-365)
Dit proces-verbaal houdt onder meer in de verklaring van aangeefster [slachtoffer 2] :
Pleegplaats: Hillegom, type locatie: station. Tijdstip achtergelaten: 09-09-2014 7:25. Tijdstip geconstateerd 06-09-2014 16:00 uur.
Fiets op slot gezet bij fietsenstalling op station Hillegom. Bij terugkeer van school was de fiets gestolen. Fiets van het merk Giant, type Cosmo. Framenummer GR011145.
Ten aanzien van feit 6 subsidiair
- Een proces-verbaal van aangifte d.d. 16 september 2014 (dossierpagina 368-370)
Dit proces-verbaal houdt onder meer in de verklaring van aangeefster [slachtoffer 3] :
Fiets geparkeerd in de fietsenstalling bij station Bloemendaal, met twee sloten op slot gezet op 16 september 2014 om 9.00 uur. ’s Avonds om 20.00 uur retour, fiets weg. Fiets van het merk Cortina. Framenummer co1246997.
Ten aanzien van feit 7 subsidiair
- Een proces-verbaal van aangifte d.d. 21 januari 2014 (dossierpagina 371-375)
Dit proces-verbaal houdt onder meer in de verklaring van aangever [slachtoffer 4] :
Ik ben de huurder van een garagebox wat is gelegen achter de [adres 2] te Heemstede. Vanmorgen om 12 januari 2014 om 10.00 uur was ik voor het laatst in de garagebox (…). Ik maak gebruik van deze garagebox om mijn bedrijfsvoorraad in op te slaan. Ik ben namelijk handelaar in schaatsproducten. (…) Hedenavond werd ik door mijn buurman op de hoogte gesteld van een inbraak in onze garagebox (…). Hierop ben ik onmiddellijk ter plaatse gegaan. (…) Ik zag dat een groot deel van mijn schaatsen weggenomen waren.
Ten aanzien van feit 7 subsidiair
- Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 september 2014 (dossierpagina 213-225)
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 9] en [verbalisant 2] :
Naar aanleiding van de aangetroffen en inbeslaggenomen goederen op 17 september 2014 in de loods aan de [adres 1] (rechtbank: bedoeld is: [adres 3] ) te Haarlem, werd een onderzoek ingesteld naar de herkomst van deze goederen. In deze loods werden onder andere 12 dozen inhoudende schaatsen danwel rolschaatsen van het merk Roces, voorzien van diverse types, aangetroffen en inbeslaggenomen. Op één van de dozen stond met viltstift geschreven ‘retour elite’.
Middel raadpleging (…) bleek dat op zondag 12 januari 2014 tussen 17:15 uur en 22:00 uur een inbraak heeft plaatsgevonden in een loods aan de [adres 2] in Heemstede. De eigenaar van deze loods betrof een handelaar in schaatsen en gebruikte deze loods als zijn opslagplaats. Uit deze loods werd een groot deel van zijn voorraad schaatsen meegenomen met een geschat waardebedrag van € 35.000,--. Van deze inbraak werd aangifte gedaan door [slachtoffer 4] .
Op 25 september 2015 bevonden wij ons (…) op het woonadres van [slachtoffer 4] . De partner van [slachtoffer 4] was eveneens aanwezig, genaamd [getuige 4] (…). Door ons werd de reden van onze komst medegedeeld waarna wij de foto’s hebben getoond van de inbeslaggenomen schaatsen, zoals voornoemd.
Door [slachtoffer 4] werd medegedeeld dat hij deze schaatsen herkende als zijn eigendom. Door [getuige 4] werd tevens medegedeeld dat zij haar handschrift herkende op één van de dozen met daarop ‘retour elite’. Desgevraagd toonde zij in hun loods een schaatsdoos met daarop dezelfde tekst door het geschreven in hetzelfde handschrift.
Ten aanzien van feit 8
- Een proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk d.d. 1 oktober 2014 (dossierpagina 254-299), met bijlagen
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisant [verbalisant 10] :
Op 1 oktober 2014 is door mij, verbalisant, werkzaam als materiedeskundige bij het Team Centraal Onderzoek Vuurwerk (COV) het inbeslaggenomen vuurwerk (…) op uiterlijke kenmerken onderzocht.
(…)
(dossierpagina 263 en 264):
Uit eigen waarneming/onderzoek aan het vuurwerk blijkt mij verbalisant het volgende:
Soort: Banger knalvuurwerk
Naam: Super Cobra 6 2G, Duits 2011, aantal 12 stuks.
Knalvuurwerk (Banger) is vuurwerk en moet als aangewezen consumentenvuurwerk onder andere voldoen aan de eisen zoals aangegeven en vermeld in de bijlage I van de Regeling aanwijzing consumenten – en theatervuurwerk (…).
Ik zag dat het Knalvuurwerk:
(…)
Niet was ingedeeld in een categorie 1-3, maar in de Duitse categorie F4 en dat het niet voldeed aan de voorwaarden om te mogen worden verhandeld of gebruikt overeenkomstig het Vuurwerkbesluit en de Regeling Aanwijzing Consumenten en Theater vuurwerk (RACT) immers:
Ik zag dat het knalvuurwerk niet was voorzien van de aanduiding “Geschikt voor particulier gebruik” en of “Niet geschikt voor particulier gebruik”.
Ik zag dat het knalvuurwerk niet was voorzien van een vermelding of afbeelding van de soort vuurwerk waaruit duidelijk blijkt wat de te verwachten effecten tijdens het functioneren zijn.
(…)
Ik zag dat het knalvuurwerk niet was voorzien van een gebruiksaanwijzing.
Ik zag dat het knalvuurwerk niet was voorzien van gegevens en of aanduidingen die begrijpelijk en duidelijk leesbaar zijn in de Nederlandse taal. Ik zag dat de opschriften in de Duitse taal waren, wat is toegestaan voor professioneel vuurwerk van de categorie 4 (IV).
De Super Cobra 2G Duits 2011 is onderzocht door het NFI. Uit dit onderzoek is gebleken dat de effectlading niet uitsluitend bestaat uit zwart buskruit. Derhalve voldoet dit vuurwerk niet aan de eisen voor de samenstelling van de lading.
(dossierpagina 284 en 285):
Uit eigen waarneming/onderzoek aan het vuurwerk blijkt mij verbalisant het volgende:
Soort: Banger knalvuurwerk
Naam:FP3 Jorge, Cat Kl 3. Original, aantal 1000 stuks
Knalvuurwerk (Banger) is vuurwerk en moet als aangewezen consumentenvuurwerk onder andere voldoen aan de eisen zoals aangegeven en vermeld in de bijlage I van de Regeling aanwijzing consumenten – en theatervuurwerk (…).
Ik zag dat het Knalvuurwerk:
Niet was ingedeeld in een categorie en dat het niet voldeed aan de voorwaarden om te mogen worden verhandeld of gebruikt overeenkomstig het Vuurwerkbesluit en de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004 (…) en ook niet aan het huidige Vuurwerkbesluit en de RACT, immers:
Ik zag dat het knalvuurwerk niet was voorzien van de aanduiding “Geschikt voor particulier gebruik” en of “Niet geschikt voor particulier gebruik”.
Ik zag dat het knalvuurwerk niet was voorzien van een vermelding of afbeelding van de soort vuurwerk waaruit duidelijk blijkt wat de te verwachten effecten tijdens het functioneren zijn.
(…)
Ik zag dat het knalvuurwerk niet was voorzien van een Nederlandse gebruiksaanwijzing.
Ik zag dat het knalvuurwerk niet was voorzien van aanduidingen in de Nederlandse taal die begrijpelijk en duidelijk leesbaar zijn in de Nederlandse taal. Ik zag dat het knalvuurwerk wel was voorzien van Oost Europese opschriften.
3.5.
Bewijsverweer ten aanzien van de feiten 1, 2 en 8
De raadsman van verdachte heeft als verweer gevoerd dat het enkele feit dat verdachte toegang had tot de loods onvoldoende is voor een bewezenverklaring, omdat hieruit niet volgt dat verdachte de wapens en het vuurwerk in het plafond heeft verstopt. Volgens de raadsman was geen sprake van bewustheid van de aanwezigheid van de wapens en het vuurwerk, zoals volgens vaste rechtspraak is vereist. Meerdere personen hadden de sleutel van de loods. De deur van de loods stond overdag vaak open. De wapens zijn niet aangetroffen in een reguliere, eenvoudig toegankelijke ruimte in de loods, maar waren verborgen in het plafond. Ditzelfde geldt voor de in het plafond verborgen flashbangers (vuurwerk). Het NFI heeft op de witte sok die op de granaat heen zat en de zwarte sok waar hagelpatronen in zaten en op de draagband van de lanceerbuis DNA mengprofielen aangetroffen van andere, onbekend gebleven personen. Gelet op het voorgaande hebben meerdere personen toegang gehad tot de loods.
Voorts kan volgens de raadsman kan niet worden vastgesteld dat het DNA dat is aangetroffen op de sok waar munitie in zat van verdachte is en, indien dit wel het geval zou zijn, staat daarmee niet vast dat verdachte van de wapens wist. Iemand anders kan de munitie in de sok hebben gedaan zonder dat verdachte daarvan wist. In de loods werd de was gedaan en er lagen wel eens sokken van verdachte in de wasmand. Er is derhalve geen enkel direct bewijs waaruit blijkt dat verdachte de wapens en het vuurwerk voorhanden heeft gehad. Daarom moet verdachte volgens de raadsman van deze feiten worden vrijgesproken. De raadsman heeft ten aanzien van de in de loods aangetroffen hennepstekken en hasjiesj (feit 2) en de Cobra’s (vuurwerk, feit 8) aangevoerd dat het onbekend is hoe deze goederen in de loods terecht zijn gekomen, terwijl meerdere personen vrije toegang tot de loods hebben gehad. Daarom moet verdachte volgens de raadsman ook van deze feiten worden vrijgesproken.
3.6.
Bewijsoverweging ten aanzien van de feiten 1, 2 en 8
De rechtbank overweegt het volgende. Voor het bewijs van het voorhanden hebben van wapens en munitie als bedoeld in artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie is vereist dat de verdachte over de wapens kon beschikken, dat er met betrekking tot het wapen een zekere vorm van machtsuitoefening mogelijk was en dat bij de dader een meer of mindere mate van bewustheid bestond ten opzichte van het aanwezig hebben van de wapens.
Of de aanwezigheid zelf voldoende is voor het bewijs van het voorhanden hebben, is afhankelijk van bijvoorbeeld de plaats en wijze waarop het wapen en de munitie waren opgeborgen, van de vraag wie wanneer toegang tot het wapen en de munitie had en van de verklaring die de verdachte geeft voor de aanwezigheid van het wapen en de munitie.
Er zijn twee omgebouwde alarmpistolen (van het merk Ekol Volga) met munitie aangetroffen in de meterkast in de hal van de woning aan de [adres 1] te Haarlem. Verdachte heeft verklaard dat hij de huurder is van deze woning en dat hij daar samen met zijn vrouw woonde. Verdachte kon derhalve over de daar aangetroffen wapens beschikken. Er verbleven geen andere personen in de woning. Nu verdachte voorts geen enkele verklaring heeft gegeven voor de aanwezigheid van de wapens in de meterkast van zijn woning, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte deze wapens met de bijbehorende munitie voorhanden heeft gehad.
Voorts zijn er wapens en munitie aangetroffen in de loods aan de [adres 3] te Haarlem. Verdachte heeft verklaard dat hij de huurder is van de loods. De wapens en munitie in de loods waren verstopt boven de plafondplaten. Verdachte had, evenals medeverdachte [verdachte] , een sleutel van de loods en kon feitelijk over deze wapens en munitie beschikken. Er is een DNA-mengprofiel van onder meer verdachte aangetroffen op een zwarte sok met daarin hagelpatronen. Het verweer van verdachte dat de loods overdag altijd (naar de rechtbank begrijpt: onbewaakt) open stond acht de rechtbank onwaarschijnlijk, gelet op de waardevolle spullen die in de loods stonden (onder meer een grote hoeveelheid gereedschap, scooters, vuurwerk, muziekinstallatie, hennep). Dit verweer is voorts niet onderbouwd en aannemelijk geworden.
De rechtbank gaat ervan uit dat de loods uitsluitend werd gebruikt door verdachte en zijn familieleden (echtgenote, dochters en schoonzoon). De verklaring van verdachte dat nog andere personen een sleutel hadden van de loods is niet aannemelijk geworden. Uit de inrichting van de loods en de daarin aangetroffen goederen blijkt, anders dan de raadsman stelt, niet dat nog anderen dan verdachte, zijn vrouw, zijn dochters en zijn schoonzoon (medeverdachte [verdachte] ) gebruik maakten van de loods. Verdachte wil geen namen noemen van de personen die een sleutel van de loods zouden hebben. Het verweer van verdachte is daarmee niet onderbouwd en niet verifieerbaar. De rechtbank gaat daarom aan dit verweer voorbij en gaat er vanuit dat het niet anders kan zijn dan dat verdachte en medeverdachte [verdachte] op de hoogte waren van de aanwezigheid van de wapens en munitie in de loods en deze ook voorhanden hebben gehad.
Hetzelfde heeft te gelden voor de in het plafond verstopte flashbangers en de in de loods aangetroffen Cobra’s.
Voorts kan bewezen worden verklaard dat verdachte opzettelijk hennepstekken en hasjiesj aanwezig heeft gehad. Verbalisanten roken bij het binnentreden gelijk een sterke wietlucht, zodat dit verdachte ook moet zijn opgevallen als hij de loods betrad. Voorts stonden de dozen met hennepstekken in het zicht. Gelet op het voorgaande gaat de rechtbank ervan uit dat het niet anders kan zijn dan dat verdachte op de hoogte was van de aanwezigheid van de hennepstekken en de hasj in de door hem gehuurde loods. Naar het oordeel van de rechtbank zijn de feiten 1, 2 en 8 daarom wettig en overtuigend bewezen.
3.7.
Bewijsverweer ten aanzien van feit 3
De raadsman van verdachte heeft aangevoerd dat het bij verdachte aangetroffen geldbedrag afkomstig is van een erfenis uit 2002. De raadsman heeft tijdens de zitting een nota van afrekening van 16 september 2002 overgelegd van de notaris, waaruit blijkt dat de drie erfgenamen van [getuige 5] , zijnde de moeder van verdachte, in totaal een bedrag van
€ 83.253,53 hebben ontvangen. Volgens de raadsman heeft hij de erfenis in contanten uitgekeerd gekregen en heeft hij dit bedrag al die tijd bewaard als ‘calamiteitenpotje’. Nu het geld niet van misdrijf afkomstig is, moet verdachte volgens de raadsman van dit feit worden vrijgesproken.
3.8.
Bewijsoverweging ten aanzien van feit 3
De rechtbank overweegt het volgende. In de woning van verdachte is een groot geldbedrag aangetroffen in ongebruikelijke coupures van € 500, € 200,-- en € 100,--. Tijdens het verhoor bij de politie heeft verdachte geen enkele verklaring gegeven voor het aangetroffen geldbedrag. Verdachte heeft bij de politie de vraag of het geld afkomstig is van een erfenis, ontkennend beantwoord. Het voor het eerst ter zitting gevoerde verweer van verdachte dat het geld wel afkomstig is van een erfenis (uit 2002) en thans nog aanwezig is acht de rechtbank ongeloofwaardig. Immers, verdachte heeft geen inkomsten en zijn vrouw heeft een klein inkomen. Dat verdachte het geldbedrag 12 jaar lang heeft bewaard, acht de rechtbank, gelet op de financiële situatie van verdachte en zijn vrouw, niet aannemelijk. Het geldbedrag kan derhalve niet worden verklaard uit legale inkomsten. Tijdens de doorzoeking is een aantal gestolen goederen aangetroffen. Ook zijn illegaal vuurwerk, verboden wapens en een aantal dozen met hennepstekken aangetroffen. In deze zaak is geen direct bewijs verkregen dat het bij verdachte aangetroffen geld van misdrijf afkomstig is. De hiervoor weergegeven feiten en omstandigheden zijn echter van dien aard, dat deze – in onderling verband beschouwd – het vermoeden van witwassen rechtvaardigen. Derhalve mag van verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van het geld, die verifieerbaar is en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk. Verdachte heeft hiervoor tot aan de zitting geen verklaring gegeven. Naar het oordeel van de rechtbank kan het dan ook niet anders zijn dan dat het bedrag – middellijk of onmiddellijk – van misdrijf afkomstig is en dat verdachte daarvan op de hoogte was. De rechtbank acht daarom het ten laste gelegde witwassen wettig en overtuigend bewezen.
3.9.
Bewijsoverweging ten aanzien van de feiten 4 subsidiair, 5 subsidiair, 6 subsidiair en 7 subsidiair
De gestolen fietsen (feit 4, 5 en 6) zijn aangetroffen in de achtertuin van de woning van verdachte. Verdachte heeft geen verklaring willen afleggen over de herkomst van deze fietsen. De gestolen schaatsen en skates (feit 7) zijn in de loods van verdachte aangetroffen en ook hierover heeft verdachte niet willen verklaren. De rechtbank is van oordeel dat het zwijgen van verdachte over de herkomst van deze grote hoeveelheid goederen enkel is bedoeld om de waarheid te bemantelen, te weten dat verdachte wel degelijk wist dat het gestolen goederen betrof. De rechtbank is dan ook van oordeel dat verdachte moet hebben geweten dat deze goederen van diefstal afkomstig zijn en acht de onder 4 subsidiair, 5 subsidiair, 6 subsidiair en 7 subsidiair ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen.
3.10.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1, 2, 3, 4 subsidiair, 5 subsidiair, 6 subsidiair, 7 subsidiair en 8 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat
Feit 1:
hij in de periode van 1 april 2014 tot en met 17 september 2014 te Haarlem tezamen en in vereniging met een ander wapens van categorie II en munitie van categorie III, te weten
- een vuurwapen dat zodanig vervaardigd is dat het dragen minder zichtbaar
is, te weten een pomp-action geweer (merk Remington, type 870, kaliber 12,
serienummer W959229M) zijnde een vuurwapen van categorie II onder 3 en
- 10 stuks munitie (kaliber 12) van categorie III en
- een voorwerp van categorie II onder 7 , te weten een granaatwerper, zijnde een antitankbrisantgranaatraket met lanceerinrichting (type M80) en
- een voorwerp van categorie II onder 7, te weten een scherfhandgranaat (type M57) en
- een vuurwapen geschikt om automatisch te vuren, te weten een machinepistool (Ero Croatia, serienummer 163635), zijnde een vuurwapen van categorie II onder 2 en
- 62 stuks munitie (9x19 millimeter) van categorie III
- 86 stuks munitie van categorie III en
- een patroonmagazijn, zijnde een wezenlijk onderdeel voor een alarmpistool bedoeld in categorie III onder 4
voorhanden heeft gehad en
hij in de periode van 1 april 2014 tot en met 17 september 2014 te Haarlem wapens van categorie III en munitie van categorie III, te weten
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie III onder 1, te weten een vuurwapen in de vorm van een pistool, namelijk een gaspistool van het merk Ekol Volga, kaliber 9 mm (wapennummer EVL-1431693) en
- 18 stuks munitie (Ozkursan) van categorie III en
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie III onder 1, te weten een vuurwapen in de vorm van een pistool, namelijk een gaspistool van het merk Ekol Volga, kaliber 9 mm (wapennummer EVL-1431714) en
- 21 stuks munitie (Ozkursan) van categorie III
voorhanden heeft gehad;
Feit 2:
hij op 17 september 2014 te Haarlem, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 87,25 gram
van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj) waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd en ongeveer 840 hennepplanten (stekken), zijnde hasjiesj en hennep telkens een middel als bedoeld in de bij de
Opiumwet behorende lijst II;
Feit 3:
hij op 17 september 2014 te Haarlem een voorwerp, te weten 14.440 Euro voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat dit voorwerp onmiddellijk of middellijk afkomstig was uit enig misdrijf;
Feit 4:
Subsidiair
hij op 17 september 2014 te Haarlem een goed, te weten een fiets (merk Gazelle Orange Plus) voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dit goed wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
Feit 5:
Subsidiair
hij op 17 september 2014 te Haarlem een fiets (merk Giant Cosmo) voorhanden heeft gehad terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die fiets wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
Feit 6:
Subsidiair
hij op 17 september 2014 te Haarlem, een goed, te weten een fiets (merk Cortina) voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dit goed
wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
Feit 7:
Subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 12 januari 2014 tot en met 17 september
2014 te Haarlem, een hoeveelheid (rol)schaatsen voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van de (rol)schaatsen wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
Feit 8
hij op 17 september 2014 te Haarlem opzettelijk professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, te weten:
- 12 stuks knalvuurwerk (Super Cobra 6 2G) en
- 1000 stuks knalvuurwerk (type FP3 Jorge) heeft opgeslagen en voorhanden heeft gehad.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte onder onder 1, 2, 3, 4 subsidiair, 5 subsidiair, 6 subsidiair, 7 subsidiair en 8 meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie, en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II, meermalen gepleegd
en
medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie, en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd
feit 2:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd
feit 3:
witwassen
feit 4 subsidiair, feit 5 subsidiair, feit 6 subsidiair, feit 7 subsidiair (telkens):
opzetheling
feit 8
opzettelijke overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, meermalen gepleegd.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

5.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.

6.Motivering van de sanctie

6.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, met aftrek van voorarrest. Voorts heeft de officier van justitie gevorderd dat de schorsing van de voorlopige hechtenis wordt opgeheven. Ten aanzien van het beslag heeft de officier van justitie als volgt gevorderd:
- nr. 1 tot en met 7 (wapens en munitie) moeten worden onttrokken aan het verkeer
- 12, 14 (fietsen) moeten worden teruggegeven aan de rechthebbenden.
6.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft aangevoerd dat verdachte lijdt aan een oogziekte en nauwelijks kan zien. Verdachte heeft continu zorg nodig van de oogarts. Voorts draagt verdachte de zorg voor zijn vrouw en dochter, die beiden ernstig ziek zijn. De raadsman verzoekt om bovenstaande redenen de straf van verdachte te matigen.
6.3.
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sanctie die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
6.4.
Hoofdstraf
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan meerdere strafbare feiten. In de eerste plaats heeft verdachte samen met zijn schoonzoon een antitankbrisantgranaatraket, een machinepistool, een scherfhandgranaat, een pompaction geweer en munitie in de door hem gehuurde loods voorhanden gehad. Het pompaction geweer was zodanig geconstrueerd dat dit geweer verborgen kon worden gedragen. In de woning van verdachte zijn twee gemanipuleerde gaspistolen aangetroffen, waarmee projectielen kunnen worden afgeschoten. Dergelijke bijzondere en buitengewoon zware wapens worden doorgaans gebruikt voor de zwaarste vormen van criminaliteit. Het ongecontroleerd bezit van deze wapens en munitie vormt een groot gevaar voor de samenleving.
Voorts heeft verdachte meerdere gestolen goederen voorhanden gehad in de loods en bij zijn woning, waarschijnlijk om deze goederen door te verkopen. Hiermee heeft de verdachte niet alleen geprofiteerd van een misdrijf, maar ook bijgedragen aan het in stand houden van een afzetmarkt voor door misdrijf verkregen goederen.
In de loods zijn voorts een groot aantal hennepstekken en een brok hasjiesj aangetroffen. Van hennep is algemeen bekend dat het de gezondheid van de gebruikers kan schaden en dat het verslavend kan werken. Door zijn handelen heeft verdachte bijgedragen aan het in stand houden van het criminele circuit waarin deze softdrugs in illegale kwekerijen wordt geproduceerd en waar winst wordt gemaakt met de handel daarin.
Bovendien heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het witwassen van in totaal
€ 14.440,--. Dat levert een ernstig misdrijf op, temeer nu verdachte daarmee bijdraagt aan de instandhouding van ernstige vormen van criminaliteit.
Verdachte heeft zich tenslotte schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een hoeveelheid professioneel, zwaar vuurwerk bestemd voor particulier gebruik. Het gaat om knalvuurwerk (zogenoemde bangers). De rechtbank rekent verdachte het gevaarzettende karakter van zijn handelen aan. Verdachte heeft voor zichzelf en de omwonenden van de loods een (brand)gevaarlijke situatie gecreëerd.
Gelet op al deze strafbare feiten verkeert verdachte in een omgeving waar door middel van criminaliteit geld wordt verdiend. Dit werkt ontwrichtend en ondermijnend voor de maatschappij.
Verdachte is blijkens een hem betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 3 november 2014 eerder met politie en justitie in aanraking geweest voor het plegen van soortgelijke feiten. Dat heeft hem er niet van weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
De rechtbank heeft tenslotte acht geslagen op het over verdachte uitgebrachte voorlichtingsrapport d.d. 4 maart 2015 van M. Colin, als reclasseringswerkster verbonden aan Reclassering Nederland (hierna: de reclassering).
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd. De rechtbank is van oordeel dat in de persoonlijke omstandigheden van verdachte, te weten zijn chronische oogziekte, grond is gelegen enigszins af te wijken van de straf zoals door de officier van justitie is gevorderd.
6.5.
Vermogensmaatregel
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerp, te weten de op de beslaglijst onder 1 tot en met 7 genoemde wapens en munitie dienen te worden onttrokken aan het verkeer. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat het ongecontroleerde bezit van die voorwerpen is in strijd met de wet of het algemeen belang.
7. Overige beslissingen omtrent in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven fiets van het merk Cortina moet worden teruggegeven aan de rechthebbende, te weten [slachtoffer 3] .

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
36b,36c, 47, 57, 416 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht
26 en 55 van de Wet wapens en munitie
3 en 11 van de Opiumwet
9.2.2.1. van de Wet milieubeheer
1.2.2. van het Vuurwerkbesluit
1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten.

9.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 4 primair, 5 primair, 6 primair en 7 primair is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte de onder 1, 2, 3, 4 subsidiair, 5 subsidiair, 6 subsidiair, 7 subsidiair en 8 ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3. weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de onder 3. bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
30 maanden.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Onttrekt aan het verkeer:
- één wapen van het merk Remington (G305075)
- twee pistolen van het merk Ekol Volga (G304959 en G 304952)
- 86 stuks munitie (G305054)
- één mitrailleur van het merk Ero met twee patroonhouders (G305078)
- één stuk munitie (G305080)
- één ploertendoder, kleur zwart (305520).
Gelast de teruggave aan de rechthebbende van:
- een damestransportfiets van het merk Cortina (305051).
Gelast de teruggave aan verdachte van:
- een damesfiets van het merk Gazelle, type Chamonix (305034).
Heft op de schorsing van het bevel gevangenhouding.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. W.J. van Andel, voorzitter,
mr. A.E. Patijn en mr. M.W. Groenendijk, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. L.L. de Vries,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 29 april 2016.
Mr. Patijn is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.