Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
In de arbeidsovereenkomst is de CAO voor Architectenbureaus van toepassing verklaard. Artikel 42 van de cao 2015-2017 bepaalt:
In bijlage 1 over de bedrijfseconomische situatie van werkgever per die datum staat vermeld:
“Naar aanleiding van uw verzoek ontvangt u hierbij een opgave van het aantal fte’s per 31 december 2015 van [werkgever] :Het aantal fte’s dat per 31 december 2015 op de loonstaat van [werkgever] staat, bedraagt 20,9 (…)”.
3.Het verzoek
4.Het verweer
5.De beoordeling
‘de overgangsregeling 50+’(met berekeningsfactor 0,5) van toepassing is. Aan de voorwaarden uit beide artikelen is voldaan. Immers, werknemer is ruim 38 jaar in dienst geweest van werkgever, was 56 jaar oud bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst en die arbeidsovereenkomst is blijkens de brief van 15 december 2015 door werkgever opgezegd. De werknemer heeft dus in beginsel aanspraak op een transitievergoeding, doch gelet op het bepaalde in lid 2 van artikel 7:673 BW gemaximeerd tot € 76.000,00.
is in overleg met de sociale partners gekozen voor een grens van 25 werknemers (…) waarbij in dit geval wordt uitgegaan van werknemers en niet van de gemiddelde loonsom’. Nu werkgever geen gegevens heeft overgelegd op basis waarvan het gemiddeld aantal werknemers kan worden berekend, heeft hij niet aangetoond te voldoen aan de criteria van artikel 7:673a lid 2 BW.
de tijdelijke regeling lagere transitievergoeding kleine werkgevers’.
“Gelet op het doel van de transitievergoeding, dat tweeledig is (compensatie voor ontslag èn bevordering van transitie van-werk-naar-werk) bestaat er geen rechtvaardiging om onderscheid te maken tussen arbeidsongeschikte werknemers (…) en andere werknemers. (…) De regering merkt hierbij nog op dat de mogelijkheid tot het optreden van verbetering van de arbeidsongeschiktheidssituatie (…) niet geheel uitgesloten is”. Ook dit verweer van werkgever treft mitsdien geen doel.