ECLI:NL:RBNHO:2016:4687
Rechtbank Noord-Holland
- Beschikking
- C.S. Goedèl
- H.M. van Dam
- A.A.F. Donders
- Rechtspraak.nl
Toestemming verhuizing geweigerd in geschil over gezag en hoofdverblijfplaats van minderjarigen
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 8 juni 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen een moeder en een vader over de toestemming voor verhuizing van de moeder met hun minderjarige kinderen. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.P.D. de Mönnink, verzocht de rechtbank om toestemming om met de kinderen te verhuizen naar een andere gemeente, omdat zij daar betere financiële mogelijkheden en een kindvriendelijke omgeving verwachtte. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.J.F. Manders, verzette zich tegen deze verhuizing en stelde dat dit een negatieve impact zou hebben op de kinderen en hun relatie met hem.
De rechtbank heeft de procedure in detail bekeken, inclusief het ouderschapsplan dat door beide ouders was ondertekend, waarin afspraken waren gemaakt over de zorgverdeling en de hoofdverblijfplaats van de kinderen. De rechtbank oordeelde dat de belangen van de kinderen voorop staan en dat de huidige zorgregeling niet kan worden voortgezet als de moeder verhuist. De rechtbank concludeerde dat er geen noodzaak was voor de verhuizing, aangezien de omstandigheden van de ouders en de kinderen niet zodanig waren veranderd dat dit een wijziging van de zorgregeling rechtvaardigde.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek van de moeder tot vervangende toestemming voor verhuizing afgewezen en ook het verzoek van de vader om de hoofdverblijfplaats van de kinderen te wijzigen afgewezen. De rechtbank benadrukte het belang van de bestaande zorgverdeling en de contactmogelijkheden tussen de kinderen en hun vader. De beslissing werd openbaar uitgesproken en partijen werd de mogelijkheid geboden om in hoger beroep te gaan.