Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
5 januari 2016;
- [verzoeker] , vergezeld van mr. De Vries-Meijer voornoemd;
- Voor Allianz mevrouw [x] , vergezeld van mr. P.J. Verdam, waarnemende voor mr. Endedijk voornoemd;
2.De feiten
18 april 2007 van [U] en [Z] (revalidatiearts) de diagnose whiplash associated disorder gesteld. In die brief staat tevens, voor zover hier van belang:
“status na licht acceleratie/deceleratie non-contacttrauma van de nek met niet aan dit trauma te relateren en te objectiveren restklachten zoals in het geneeskundig rapport beschreven.”Beljaars concludeert dat geen sprake is van functieverlies op basis van zijn bevindingen op neurologisch vakgebied en dat [verzoeker] in geen enkel opzicht beperkt is in het dagelijks leven, bij de vrijetijdbesteding, bij het verrichten van huishoudelijke werkzaamheden en bij het verrichten van loonvormende arbeid. In zijn rapport staat verder:
“Zoals eerder gesteld in het medisch rapport kunnen betrokkens klachten niet verklaard worden tengevolge van enigerlei vorm van medisch objectiveerbare afwijkingen en de aard van het hem overkomen ongeval destijds. Differentiaal diagnostisch zou er bij betrokkene (…) sprake kunnen zijn van psychische factoren of psychiatrische/persoonlijkheidsfactoren welke zijn omgaan met de klachten (non-coping) zouden kunnen verklaren.”Op pagina 11 van zijn rapport heeft Beljaars geschreven:
“wat betreft deze laatste factoren(rb: psychologische en persoonlijkheidsfactoren)
lijkt er mogelijk meer reden aanwezig om betrokkene (…) nog eens te laten beoordelen door een psycholoog of psychiater.”
3.Het geschil
€ 8.000,00 is voldaan, naast de medische verschotten en de kosten van het onderzoek door Beljaars. De buitengerechtelijke kosten gaan de schade te boven en zijn mogelijk (te) hoog opgelopen door de overdracht van het dossier aan een tweede belangenbehartiger. Allianz acht het aantal uren dat mr. De Vries-Meijer en haar kantoorgenoot E.F. Klungers aan de deelgeschilprocedure hebben besteed rijkelijk hoog, terwijl een deugdelijke specificatie van deze uren ontbreekt. Allianz verzoek de rechtbank de kosten van het deelgeschil te begroten op de helft van het verzochte bedrag, zijnde € 3.750,00.
4.De beoordeling
5.De beslissing
€ 1.535,70, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van
25 december 2011 tot de dag van algehele betaling,
2 juni 2016. [1]