In deze zaak heeft Woningstichting Eigen Haard, gevestigd te Amsterdam, een kort geding aangespannen tegen een huurder die niet is verschenen. De huurder was gedagvaard op 31 december 2015, en de mondelinge behandeling vond plaats op 11 januari 2016. De kantonrechter heeft verstek verleend tegen de huurder. Eigen Haard heeft gesteld dat in de door haar verhuurde woning aan de Jura 10 te Assendelft op 26 november 2015 door de politie een hennepkwekerij met 183 planten is aangetroffen en ontmanteld. De kantonrechter oordeelt dat de vordering tot ontruiming van de woning toewijsbaar is, omdat de bedrijfsmatige teelt van hennep in een als woonruimte verhuurde onroerende zaak een tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst oplevert.
Daarnaast heeft Eigen Haard een contractuele boete van € 10.000,- gevorderd op grond van artikel 10.5 van de Algemene Voorwaarden Woonruimte, omdat de huurder in strijd met de huurovereenkomst heeft gehandeld. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de overeenkomst tussen Eigen Haard en de huurder een consumentenovereenkomst is, en dat het boetebeding moet worden getoetst aan de richtlijn betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. De kantonrechter concludeert dat het boetebeding niet oneerlijk is, omdat het in redelijke verhouding staat tot de te verwachten schade en het een prikkel tot nakoming biedt. De kantonrechter heeft de vordering tot betaling van de boete toegewezen en de huurder veroordeeld tot betaling van de proceskosten.
De beslissing van de kantonrechter houdt in dat de huurder binnen drie dagen na betekening van het vonnis de woning moet ontruimen en de boete van € 10.000,- moet betalen. De proceskosten komen voor rekening van de huurder, die ongelijk heeft gekregen. Het vonnis is uitgesproken door mr. P.J. Jansen op 25 januari 2016.