Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Alugevel Castricum B.V.,
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de werknemer, die op 17 augustus 2015 in dienst trad bij Alugevel Castricum B.V. als monteur, een verzoek ingediend om de werkgever te veroordelen tot betaling van een vergoeding wegens het niet nakomen van de aanzegverplichting. De arbeidsovereenkomst van de werknemer eindigde van rechtswege op 17 februari 2016, maar de werkgever heeft de werknemer niet tijdig geïnformeerd over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst. De werknemer heeft op 12 mei 2016 een verzoek ingediend, dat tijdig was, omdat het binnen drie maanden na de einddatum van de arbeidsovereenkomst was ontvangen.
De werkgever heeft betoogd dat zij de aanzegverplichting heeft nageleefd door een brief van 4 januari 2016 te sturen, waarin de werknemer werd geïnformeerd over het niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de werkgever niet heeft aangetoond dat deze brief de werknemer tijdig heeft bereikt. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werkgever de aanzegverplichting niet tijdig is nagekomen, omdat de werknemer pas op 26 januari 2016 werd geïnformeerd, terwijl dit uiterlijk een maand voor het einde van de arbeidsovereenkomst had moeten gebeuren.
De kantonrechter heeft de werkgever veroordeeld tot betaling van € 958,57 bruto aan de werknemer, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 17 januari 2016. Daarnaast zijn de proceskosten voor rekening van de werkgever gesteld, omdat deze ongelijk heeft gekregen. De beschikking is gegeven door mr. M.C. van Rijn en op 26 mei 2016 in het openbaar uitgesproken.