Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Procedure
2.Verdere beoordeling
3.Beslissing
- [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ;
- [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 25 mei 2016 uitspraak gedaan in een verzoek tot vervangende toestemming voor verhuizing van de moeder met de kinderen. De moeder had aangegeven te willen verhuizen naar [plaats], wat zou betekenen dat de kinderen hun hoofdverblijfplaats bij de vader zouden hebben. De rechtbank moest beoordelen welke ouder het beste voor de kinderen kan zorgen. De vader verzocht om de moeder te verbieden te verhuizen buiten een straal van 5 kilometer van de school van de kinderen en om de zorgregeling te handhaven zoals vastgelegd in het ouderschapsplan. De Raad voor de Kinderbescherming heeft onderzoek gedaan en geadviseerd om de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de moeder te bepalen, met een zorgregeling waarbij de kinderen drie weekenden per vier weken bij de vader verblijven. De rechtbank heeft dit advies overgenomen en geconcludeerd dat de moeder meer draagkracht heeft dan de vader. De rechtbank heeft de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de moeder vastgesteld en haar vervangende toestemming verleend om met de kinderen naar [plaats] te verhuizen. De zorgregeling is vastgesteld in overeenstemming met het advies van de Raad. Het verzoek van de vader om de moeder te verbieden te verhuizen is afgewezen, evenals het verzoek van de moeder om vervangende toestemming voor de inschrijving van de kinderen op een school in [plaats]. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.