Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Procesverloop
4 mei 2016. Verzoeker, de politierechter en de officier van justitie mr. C. van Venrooij zijn verschenen.
De voorzitter van de wrakingskamer heeft voormeld proces-verbaal en de schriftelijke reactie van de politierechter voorgelezen.
Verzoeker en de politierechter zijn in de gelegenheid gesteld te worden gehoord.
2.Het standpunt van verzoeker
Het verzoek tot toevoeging van de camerabeelden aan het dossier zag op de camerabeelden van de Jumbo en op de camerabeelden van de omgeving van het NS-station waar verzoeker is aangehouden. Voor mij was het niet mogelijk in de periode van 26 april 2016 tot aan de zitting van vandaag de camerabeelden op het politiebureau te bekijken.
Ik heb aangegeven dat ik de camerabeelden wil bekijken om het proces-verbaal van bevindingen dat naar aanleiding van deze beelden is opgemaakt te kunnen toetsen. Ik kan en wil daar niet op af gaan.
Door het verzoek tot voeging van de camerabeelden aan het dossier af te wijzen heeft de politierechter blijk gegeven van vooringenomenheid, nu zonder toetsing van het proces-verbaal bevindingen dit op ambtseed opgemaakte proces-verbaal voor waar moet worden aangenomen en voldoende is om het bewijs te schragen.
3.De beoordeling
Daarnaast kan de vrees voor partijdigheid objectief gerechtvaardigd zijn indien sprake is van feiten of omstandigheden die grond geven om te vrezen dat een rechter niet onpartijdig is, waarbij ook de (te vermijden) schijn van partijdigheid van belang is. Die feiten of omstandigheden moeten zwaarwegende redenen opleveren voor objectiveerbare twijfel aan de onpartijdigheid.
Met inachtneming van het voorgaande overweegt de wrakingskamer als volgt.