Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Bewijs
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de sancties
7.Toepasselijke wettelijke voorschriften
8.Beslissing
zes (6) weken;
Rechtbank Noord-Holland
Op 15 april 2016 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen. De verdachte, geboren in China en woonachtig in Frankrijk, werd beschuldigd van het verbergen van de herkomst van een geldbedrag van 66.820 euro, dat op 28 augustus 2013 werd aangetroffen tijdens een controle op Schiphol. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wist dat het geld afkomstig was uit een misdrijf. De officier van justitie had gevorderd tot bewezenverklaring van het eerste feit en niet-ontvankelijkheid van het tweede feit, waarop de rechtbank instemde met de niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie voor het tweede feit, omdat de verdachte al in Frankrijk een transactie had gekregen voor dezelfde gedraging. De rechtbank hield rekening met het lange tijdsverloop in de zaak en kwam tot een andere straf dan de officier van justitie had geëist. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes weken en het geldbedrag van 66.820 euro werd verbeurd verklaard. De rechtbank benadrukte de ernst van witwassen en de impact op de legale economie.