ECLI:NL:RBNHO:2016:3662

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
20 januari 2016
Publicatiedatum
3 mei 2016
Zaaknummer
C/15/234785 / FA RK 15-6874
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om vervangende toestemming voor verhuizing met minderjarigen

In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 20 januari 2016 uitspraak gedaan in een verzoek van de moeder om vervangende toestemming te verlenen voor verhuizing met haar kinderen naar een andere gemeente. De moeder had verzocht om deze toestemming omdat zij met haar nieuwe partner wilde samenwonen. De vader van de kinderen was echter niet bereid om toestemming te geven voor deze verhuizing. De rechtbank heeft in haar overwegingen het belang van de kinderen vooropgesteld en gekeken naar de gevolgen van de verhuizing voor hun dagelijkse leven en de omgang met hun vader. De rechtbank concludeerde dat de moeder niet voldoende had aangetoond dat de verhuizing in het belang van de kinderen was. De moeder had niet aangetoond dat zij actief had gezocht naar een woning in de nieuwe gemeente en dat de verhuizing goed voorbereid was. De rechtbank wees het verzoek van de moeder af, evenals de verzoeken van de vader om wijziging van de hoofdverblijfplaats van de kinderen en om een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding. De rechtbank oordeelde dat de belangen van de kinderen en de vader zwaarder wogen dan het belang van de moeder om te verhuizen. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat elke partij zijn eigen kosten droeg.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Sectie Familie & Jeugd
locatie Haarlem
vervangende toestemming verhuizing
zaak-/rekestnr.: C/15/234785 / FA RK 15-6874
beschikking van de meervoudige kamer voor familiezaken van 20 januari 2016
in de zaak van:
[de moeder],
wonende te [plaats] ,
hierna te noemen: de moeder,
advocaat mr. M.J. Meijer, kantoorhoudende te Haarlem,
tegen
[de vader],
wonende te [plaats] ,
hierna te noemen: de vader,
advocaat mr. P.F.D.P. de Milliano, kantoorhoudende te Katwijk.

1.Procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, met bijlagen, van de moeder van 9 november 2015, op dezelfde datum ingekomen;
- het verweerschrift, tevens zelfstandig verzoek, met bijlagen, van de vader van 10 december 2015, ingekomen op 11 december 2015,
- het verweerschrift van de moeder op het zelfstandig verzoek van de vader van 18 december 2015.
1.2
De behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op de zitting van 22 december 2015, in aanwezigheid van partijen, de moeder bijgestaan door mr. M.J. Meijer en de vader door mr. E.H. de Milliano.

2.Feiten en omstandigheden

2.1
Partijen zijn op [datum] in [plaats] met elkaar gehuwd, welk huwelijk op [datum] is ontbonden door inschrijving in de registers van de burgerlijke stand van de echtscheidingsbeschikking van de Rechtbank ‘s-Gravenhage van 23 juli 2015.
2.2
Uit dit huwelijk zijn geboren de minderjarigen [minderjarigen] :
- [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] in de gemeente [gemeente] ;
- [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] in de gemeente [gemeente] .
2.3
De ouders zijn gezamenlijk belast met het gezag over deze minderjarigen.
De hoofdverblijfplaats van deze minderjarigen is bij de moeder.
2.4
De op 3 juli 2015 door partijen ondertekende vaststellingovereenkomst, tevens inhoudende het ouderschapsplan, maakt deel uit van voornoemde beschikking van 23 juli 2015. Partijen zijn hierin een regeling ter verdeling van de zorg- en opvoedingstaken overeengekomen, die inhoudt dat de minderjarigen:
- om het weekend van vrijdagmiddag tot maandagochtend bij de vader verblijven, waarbij het wisselmoment is op vrijdagmiddag rond 17.00 uur, voor het eten, en de vader de kinderen op maandag naar school brengt;
- elke dinsdagmiddag bij de vader eten en blijven slapen, waarbij het wisselmoment in onderling overleg tussen partijen bepaald zal worden;
- de helft van de vakanties bij elke ouder verblijven;
- hun verjaardagen om en om bij elke ouder doorbrengen;
- de verjaardagen van de ouders zoveel mogelijk bij de betreffende ouder doorbrengen;
- op Vaderdag bij de vader verblijven en op Moederdag bij de moeder, ook als de omgangsregeling anders aangeeft;
- verjaardagen van stiefbroertjes/-zusjes doorbrengen op het adres waar de jarige verblijft, ook als de omgangsregeling anders aangeeft.

3.Verzoek

3.1
De moeder heeft, voor zover nodig uitvoerbaar bij voorraad, verzocht vervangende toestemming te verlenen om de ambtenaar van de burgerlijke stand in respectievelijk de gemeente [gemeente] en [plaats] om de minderjarigen in het register van de Basisregistratie personen (BRP in de gemeente [gemeente] uit te schrijven en in de gemeente [plaats] in te schrijven.
3.2
De moeder heeft ter onderbouwing van haar verzoek aangevoerd dat zij wenst te verhuizen naar [plaats] , de woonplaats van haar nieuwe partner, met wie zij [datum] zal huwen. De vader is niet bereid toestemming te verlenen om met de kinderen te verhuizen. De moeder beroept zich op wijziging van omstandigheden. Zij heeft in juni 2015 een nieuwe partner ontmoet en wil met haar gaan samenwonen. Zij gaan op [datum] ook in het huwelijk treden. De moeder kan vanwege haar lage jaarinkomen in [plaats] geen adequate huurwoning vinden. Daarnaast heeft haar aanstaande echtgenote bij verkoop van haar woning een restschuld die gefinancierd kan worden bij de koop van een nieuwe woning. Zij stelt dat het in [plaats] aanzienlijk eenvoudiger en goedkoper is om geschikte woonruimte te vinden. Omdat het kind van haar nieuwe partner bij haar ex-partner verblijft, is de aanstaande echtgenote op zich vrij om te gaan wonen waar zij wenst. Zij heeft echter al 15 jaar een vaste baan in [plaats] . Als partijen gaan samenwonen zal zij de kostwinster zijn. Het is met de huidige arbeidsmarkt niet aannemelijk dat zij een vergelijkbare baan zal vinden in de buurt van de gemeente [gemeente] . Dit betekent dat de nieuwe partner, als zij in [plaats] zouden gaan wonen, feitelijk alleen in het weekend bij de moeder en de kinderen zal kunnen verblijven, hetgeen onwenselijk is.
De moeder is daarbij van mening dat een verhuizing niet de belangen van de kinderen of de vader schaadt. Het is, gelet op de leeftijd van de kinderen, niet onoverkomelijk dat zij naar een nieuwe school zullen gaan en nieuwe sociale contacten zullen aangaan. Daarnaast zal de moeder bij samenwonen slechts twee dagen per week gaan werken, zodat zij meer tijd aan de zorgtaken kan besteden en de continuïteit van de zorg gewaarborgd wordt. De moeder zal voorlopig in [plaats] blijven werken, maar indien zij toestemming krijgt om te verhuizen, zal zij in de omgeving van [plaats] gaan solliciteren. Wanneer zij werkt, kunnen haar ouders op de kinderen passen. Zij hebben een vakantiewoning in de buurt van [plaats] , waar zij in de zomermaanden verblijven.
3.3
De moeder heeft aangegeven bereid te zijn de kinderen op haar kosten naar de vader in [plaats] te brengen en daar ook weer op te halen. Daarnaast heeft zij aangeboden om de kinderen, in plaats van omgang met de vader op dinsdag, welke dag komt te vervallen, eens in de twee weken op vrijdagmiddag al om 12.00 uur naar de vader te brengen. Tevens heeft de moeder voorgesteld de kinderbijdrage te verminderen van € 250,- per kind per maand naar € 200,- per kind per maand. Op deze wijze kunnen de kinderen en de vader in de visie van de moeder onverminderd contact blijven houden en zal de vader geen extra kosten hebben.
3.4
Voorts heeft de moeder verzocht de vader te veroordelen in de kosten van deze procedure, zijnde € 500,-.

4.Verweer en zelfstandig verzoek

4.1
De vader heeft gemotiveerd verweer gevoerd en verzocht de verzoeken van de moeder af te wijzen. Hij voelt zich door de onderhavige procedure ernstig geschaad in zijn belangen en is van mening dat de noodzaak om te verhuizen niet door de moeder is aangetoond. De vader heeft er op gewezen dat de vaststellingsovereenkomst pas in juli 2015 is gesloten en de moeder nu al vraagt om wijziging van de gemaakte afspraken, terwijl zij ten tijde van het tekenen reeds een relatie had met haar huidige partner. De vader heeft ook een nieuwe relatie en woont nu samen met zijn nieuwe partner in dezelfde wijk als de moeder en de kinderen. Omdat de vader en zijn nieuwe partner zich bewust waren van de afspraken uit de vaststellingsovereenkomst, is zij vanuit [plaats] verhuisd, heeft zij haar vaste baan opgezegd en nieuw betrekking gevonden in de omgeving van de vader.
De vader stelt dat de kinderen sociaal geworteld zijn in [plaats] , ook grootouders van beider zijde wonen hier. De vader wenst een actieve rol in het leven van de kinderen te spelen, waarbij hij onder andere contact heeft met hun school en (sport)verenigingen. Dit contact is niet langer mogelijk wanneer zij naar [plaats] verhuizen. Indien de kinderen naar [plaats] zouden verhuizen, zou ook de huidige omgangsregeling tussen hem en de kinderen niet meer uitgevoerd kunnen worden en verschralen. De wekelijkse dag door de week dinsdag met overnachting komt immers te vervallen alsmede de zondagavond eens in de twee weken.
Hij betwist voorts dat woningen in de omgeving van [plaats] goedkoper en eenvoudiger te vinden zijn dan in de omgeving van [plaats] . Daarnaast is niet gebleken dat de moeder samen met haar aanstaande echtgenote heeft gezocht naar een adequate woning in [plaats] waarbij is uitgegaan van hun gezamenlijke inkomen.
Voorts is het geen reële optie dat de ouders van de moeder op de kinderen zullen passen, nu zij alleen de weekenden en vakanties op de camping doorbrengen.
4.2
Tenslotte heeft de vader verzocht de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij hem vast te stellen met ingang van de datum van de te wijzen beschikking. De vader is flexibel om zijn werkzaamheden in te delen als de kinderen naar school zijn. Zijn nieuwe partner, op wie de kinderen zeer gesteld zijn, is bereid hen een stabiele thuissituatie te bieden. De kinderen kunnen dan in hun vertrouwde omgeving en op hun huidige school en sportverenigingen blijven, in de nabijheid van hun familie.
4.3
Tot slot heeft hij verzocht te bepalen dat de moeder bij vaststelling van de hoofdverblijfplaats bij vader aan de vader een bijdrage dient te betalen in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen (hierna: kinderbijdrage) van € 100,- per kind per maand.

5.Verweer tegen zelfstandig verzoek

De moeder heeft zich verzet tegen toewijzing van de verzoeken van de vader. Zij heeft naar voren gebracht dat hij als kleine zelfstandige zes dagen per week en ook vaak in de avonden werkt. Zij stelt daarom dat het niet in het belang van de kinderen is hun hoofdverblijfplaats te wijzigen. Voorts heeft zij geen draagkracht om de verzochte kinderbijdrage te voldoen.

6.Beoordeling

vervangende toestemming verhuizing
6.1
De rechtbank overweegt dat ingevolge artikel 1:253a lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) geschillen omtrent de gezamenlijke uitoefening van het ouderlijk gezag aan de rechter kunnen worden voorgelegd. De gezamenlijke gezagsuitoefening brengt mee dat een ouder voor de verhuizing van een minderjarige toestemming van de andere ouder nodig heeft. Indien de ouders het niet eens worden, zal de rechter hierover desverzocht een beslissing nemen. Conform vaste rechtspraak dient de rechter bij de beslissing over een geschil als het onderhavige niet alleen het belang van de minderjarige, maar alle omstandigheden van het geval in ogenschouw te nemen en alle belangen af te wegen, waaronder:
- het recht en belang van de verhuizende ouder en de vrijheid om zijn of haar leven opnieuw in te richten;
- de noodzaak om te verhuizen;
- de mate waarin de verhuizing is doordacht en voorbereid;
- de door de verhuizende ouder geboden alternatieven en maatregelen om de gevolgen van de verhuizing voor de minderjarige en de andere ouder te verzachten en/of te compenseren;
- de mate waarin de ouders in staat zijn tot onderlinge communicatie en overleg;
- de rechten van de andere ouder en de minderjarige op onverminderd contact met elkaar in hun vertrouwde omgeving;
- de verdeling van de zorgtaken en de continuïteit van de zorg;
- de frequentie van het contact tussen de minderjarige en de andere ouder voor en na de verhuizing;
- de leeftijd van de minderjarige, zijn mening en de mate waarin de minderjarige geworteld is in zijn omgeving of juist gewend is aan verhuizingen;
- de (extra) kosten van de omgang na de verhuizing.
6.2
Uitgangspunt is dat de ouder bij wie de minderjarige zijn hoofdverblijfplaats heeft in beginsel vervangende toestemming kan krijgen om te verhuizen, indien de omstandigheden van het geval na een belangenafweging zoals hiervoor genoemd een dergelijke beslissing rechtvaardigen. Na echtscheiding moet een ouder de mogelijkheid hebben zelfstandig een eigen leven op te bouwen, waarbij de minderjarige in het algemeen de ouder volgt bij wie hij in hoofdzaak verblijft. De belangen van de moeder, de vader en de minderjarige zullen daarbij niet altijd parallel lopen. Toch moet de verzorgende ouder geacht worden bij tegengestelde belangen een zekere beslissingsvrijheid in deze te hebben. De rechtbank overweegt dat daarbij het recht van de vader om contact met zijn kind te behouden zeer zorgvuldig dient te worden meegewogen.
6.3
De rechtbank heeft geconstateerd dat tussen de vader en de moeder eind juli 2015 afspraken gemaakt zijn in het ouderschapsplan omtrent de hoofdverblijfplaats van de kinderen, de omgangsregeling en de wijze waarop gehandeld zal worden indien een van de partijen wenst te verhuizen.
Het verzoek van de moeder om hierin wijzingen te brengen dateert van 9 november 2015, derhalve slechts drie maanden na de vaststelling van het ouderschapsplan.
De moeder meldt dat zij op [datum] voornemens is te trouwen met haar nieuwe partner die zij, zoals zij op zitting heeft verklaard, op het moment van het indienen van het verzoekschrift nog geen vier maanden kende. Zij wil met haar kinderen met haar aanstaande echtgenote gaan samenwonen in [plaats] , waar de ex-partner van haar toekomstige echtgenote woont met hun gezamenlijke kind. [plaats] is 113 km van de huidige woonplaats [plaats] en met de auto anderhalf uur reizen, enkele reis.
Tussen de toekomstige echtgenote en de ex-partner van de toekomstige echtgenote bestaat, op grond van hun ouderschapsplan, geen verplichting om in de buurt van [plaats] te wonen
De toekomstige echtgenote woont nu nog in [plaats] en heeft sedert 15 jaar een vaste baan in [plaats] .
De vader heeft eveneens een nieuwe relatie. Zijn nieuwe partner is vanuit [plaats] naar [plaats] verhuisd en heeft hiervoor haar vaste baan opgegeven. Gesteld en niet weersproken is, dat de vader en zijn nieuwe partner deze keus hebben gemaakt gelet op de afspraken die in het ouderschapsplan met betrekking tot de verzorging en de opvoeding van de kinderen zijn gemaakt.
6.4
Op grond van hetgeen gesteld is en het verhandelde ter terechtzitting is het volgende komen vast te staan met betrekking tot mate waarin de verhuizing is doordacht en voorbereid.
De relatie tussen en nieuwe partner en de moeder bestaat minder dan een half jaar.
De woning van de vader en de moeder is nog niet verkocht. De woning van de toekomstige echtgenote is ook nog niet verkocht. Er is nog geen zicht op een woning in [plaats] en op een school en buitenschoolse activiteiten zijn nog niet uitgezocht.
In [plaats] en omgeving heeft de moeder naar (huur)woningen gezocht en zich hierbij gebaseerd op alleen haar inkomen, uitgaande van een salaris gedurende een drie daagse werkweek in de kinderopvang. Dit brengt mee dat slechts weinig, en dan ook nog kleine, woningen aan haar zoekcriteria voldeden. De moeder wil een woning met minimaal vier slaapkamers. Niet gebleken is dat ook het inkomen van de nieuwe echtgenote van moeder bij het zoeken naar een woning is betrokken, hetgeen de kans op het vinden van een woning met een ruimer aanbod vergroot. De rechtbank acht in die zin de verhuizing onvoldoende voorbereid en doordacht.
6.5
Met betrekking tot de alternatieven en maatregelen die getroffen zijn om de gevolgen van de verhuizing voor de minderjarigen en/of de vader te verzachten is het volgende van belang.
De moeder biedt aan de kinderen vanuit [plaats] naar de vader te brengen en de kinderen na hun weekend ook weer op te halen. Zij biedt voorts een verlaging van de kinderalimentatie aan. Hiertegenover staat dat de vader de kinderen elke week een middag en een nacht minder zal zien en om de week een nacht minder, omdat ook de zondagavond wegvalt. Ook zal hij de kinderen niet meer naar school kunnen brengen en niet meer naar sportclubjes kunnen begeleiden. De rechtbank stelt vast dat dit inderdaad een aanzienlijke verschraling is vergeleken bij de huidige regeling. Bij jonge kinderen van deze leeftijd is, naar uit wetenschappelijke literatuur naar voren komt, geregeld en vaker contact tussen de ouder en de kinderen des te meer van belang voor het onderhouden van een goede relatie. Daarbij kan de rechtbank niet goed begrijpen dat de moeder het reizen voor het kind van haar toekomstige echtgenote om de week naar (de omgeving van) [plaats] te belastend vindt, terwijl dit andersom bij verhuizing naar [plaats] ook de consequentie is voor haar eigen kinderen, die dan immers over dezelfde reisafstand om de week dienen te reizen.
6.7
Met betrekking tot de verdeling van de zorgtaken en de continuïteit van de zorg is het volgende van belang.
De opvang van de kinderen is nu deels georganiseerd met behulp van de grootouders die in de buurt wonen. Deze opvang komt, in elk geval grotendeels, te vervallen. Grootouders vaderszijde wonen in [plaats] en grootouders moederszijde ook. Grootouders moederzijde beschikken alleen in de zomerperiode over een staanplaats op een camping in de buurt van [plaats] . Opvang zal dan ook overgenomen moeten worden door personen die de kinderen (nog) niet goed kennen.
6.8
Door de echtscheiding en de nieuwe relaties van de beide ouders zijn de kinderen de afgelopen maanden geconfronteerd met grote veranderingen. Duidelijk is dat alle veranderingen pril zijn en dat de kinderen zullen moeten wennen aan de veranderde situatie.
Feitelijk is de inkt van het ouderschapsplan net droog of er is al weer een wijziging.
De rechtbank acht het niet in het belang van de kinderen dat zij reeds nu te maken krijgen met een verhuizing naar [plaats] , met alle daarmee gepaard gaande veranderingen die betrekking hebben op hun dagelijkse leven en de omgang met hun vader.
De vader en de moeder hebben in hun recente ouderschapsplan afgesproken dat zij binnen een straal van 20 kilometer vrij zijn om te verhuizen. De rechtbank is, anders dan door de moeder is aangevoerd, van oordeel dat een verhuizing binnen deze straal, hoewel ook ingrijpend, toch duidelijk minder belastend is voor de kinderen dan de door haar beoogde verhuizing naar [plaats] . Voorts acht de rechtbank van belang dat gesteld noch gebleken is dat de nieuwe partner van de moeder een nieuwe baan in de omgeving van [plaats] heeft gezocht, met inachtneming van het ouderschapsplan.
De rechtbank is derhalve van oordeel dat niet alle mogelijkheden en alternatieven voldoende zijn onderzocht en de moeder eerst actief op zoek zal moeten gaan naar een woning in de buurt van [plaats] waarbij ook het inkomen van de nieuwe partner betrokken zal worden. Voorts zal gekeken moeten worden naar de mogelijkheid van het vinden van een vergelijkbare baan door de partner van moeder. Eerst indien deze mogelijkheden zijn uitgeput, kan de rechtbank zich voorstellen dat op termijn een dergelijke verhuizing aan de orde is.
6.9
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat de belangen van de kinderen en van de vader op dit moment zwaarder wegen dan het belang van de moeder om met de kinderen bij haar nieuwe partner in [plaats] te gaan wonen. Daarom zal haar verzoek tot verlenen van vervangende toestemming tot verhuizing worden afgewezen.
hoofdverblijfplaats en kinderbijdrage
6.1
Gelet op de afwijzing van het verzoek met betrekking tot de verhuizing, en nu de moeder ter terechtzitting onverkort heeft toegezegd niet zonder toestemming van de rechtbank te zullen verhuizen, zullen ook de zelfstandige verzoeken van de vader om de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij hem te bepalen en een kinderbijdrage vast te stellen, worden afgewezen.
proceskosten
6.11
Gelet op de aard van de procedure zal de rechtbank bepalen dat elk van partijen de eigen kosten draagt.

7.Beslissing

De rechtbank:
7.1
Wijst af het verzoek van de moeder tot verlenen van vervangende toestemming om met de minderjarigen te verhuizen.
7.2
Wijst af het verzoek van de vader tot wijziging van de hoofdverblijfplaats en tot het vaststellen van een bijdrage in de kosten van de verzorging en opvoeding van de minderjarigen te betalen door de moeder.
Deze beschikking is gegeven door mr. F.G. Hijink, voorzitter, mr. C.E. Heyning-Huydecoper en mr. M.Th. Goossens, rechters, allen tevens kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. T. Alexander als griffier en in het openbaar uitgesproken op 20 januari 2016.
Tegen deze beschikking kan – voor zover er definitief is beslist – door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. De verzoekende partij en/of de zich verwerende partij dient het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen.p