Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Overwegingen
“meneer(bedoeld wordt verzoeker; toevoeging wrakingskamer)
heeft het recht om niet gedagvaard te worden en daarom wraakt hij de rechter”.
Rechtbank Noord-Holland
Op 19 februari 2016 heeft verzoeker ter zitting een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. S. Kleij, de rechter in de hoofdzaak met zaaknummer 4822137 / CV EXPL 16-881, die aanhangig is bij de Rechtbank Noord-Holland, afdeling privaatrecht, sectie kanton, locatie Zaandam. Verzoeker heeft aangevoerd dat hij het recht heeft om niet gedagvaard te worden en heeft om die reden de wraking verzocht.
Volgens artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan een rechter gewraakt worden op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trekken. De wet veronderstelt dat een rechter onpartijdig is, maar als er objectieve redenen zijn om te vrezen voor partijdigheid, kan dit aanleiding geven tot een wrakingsverzoek.
Echter, ingevolge artikel 37 lid 2 Rv. dient een verzoek tot wraking gemotiveerd te zijn. Dit houdt in dat de verzoekende partij feiten en omstandigheden moet opgeven die het vermoeden van partijdigheid of gebrek aan onafhankelijkheid van de rechter onderbouwen. In dit geval heeft verzoeker geen enkele motivatie gegeven met betrekking tot de (on)partijdigheid van de gewraakte rechter.
Daarom heeft de wrakingskamer geconcludeerd dat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is en heeft het verzoek buiten behandeling gesteld. De beslissing is genomen door mr. P.H.B. Littooy, in aanwezigheid van griffier mr. W.T. Delleman, en is openbaar uitgesproken op 24 februari 2016. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.