Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Inleiding
Naar aanleiding van het bovenstaande is verdachte op 30 april 2015 buiten heterdaad aangehouden.
4.Bewijs
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen verhoor [slachtoffer 2] van 30 april 2015 (dossierpagina 60 en 61);
- een schriftelijk bescheid, te weten het NFI rapport ‘Explosievenonderzoek naar aanleiding van een explosief bij een woonboot afgemeerd aan de kade van de [straat] te Wormer op maandag 13 april 2015’ van 28 augustus 2015 (forensisch dossier p. 488 en 489).
- een schriftelijk bescheid, te weten het NFI rapport ‘Pathologie onderzoek naar aanleiding van een mogelijk niet natuurlijke dood’ van 16 april 2015 (forensisch dossier p. 205-211);
- een schriftelijk bescheid, te weten een geneeskundige verklaring van [arts 1] , forensisch arts van 29 mei 2015 (forensisch dossier, p. 528 en 529); en
- een schriftelijk bescheid, te weten een medisch rapport van [arts 2] , arts van 22 maart 2016 (ongenummerd).
De rechtbank is van oordeel dat aan deze criteria is voldaan.
De kriebels om de echte verantwoordelijke ( [voornaam slachtoffer 3] ) levend in de fik te steken beginnen heel sterk te worden” en “
Olijfolie brandt ook prima” en “
Met een waterpistool dan gaan we een mooi sint Maarten vuurtje maken”. Op 20 december 2013 verstuurt hij: “
Even ter verduidelijking, die smsjes over een waterpistool en slaolie had betrekking tot het verwarmen van [slachtoffer 3] , en niet het huis”. Een minuut later verstuurt hij: “
Nogmaals, [voornaam slachtoffer 3] moet in de hens, niet het huis”. [2]
Als dit een spelletje is om te kijken hoeveel er nodig is tot ik écht knak en wat er dan gebeurt, dan kan ik jullie op het hart drukken dat het spektakel zich ergens in Wormerveer zal afspelen en de enige die kan “meegenieten” een paardrijdende psycholoog van de landmacht zal zijn”.
Ik maak [voornaam slachtoffer 3] dood zodra ik hiermee klaar ben, dan heb ik tenminste voor een fatsoenlijke tijd onderdak” en “
En ik wil dat traject helemaal niet in, dan maak ik [voornaam slachtoffer 3] van kant en ga ik gewoon een paar jaar boeken lezen in de bak”. [4]
Heb erg veel zin om een pedofiel op te blazen, maar ik laat me m’n opleiding niet afpakken”. [5]
– onder meer – een zelfgemaakt explosief en een via een stroomdraad met dat explosief verbonden ontstekingsmechanisme heeft vervaardigd en voorhanden heeft gehad. Dit explosief was bestemd om [slachtoffer 3] van het leven te beroven. Het voorgaande levert naar het oordeel van de rechtbank strafbare voorbereidingshandelingen van moord op.
Dat verdachte achteraf tegenover een vriend heeft verklaard dat hij enkel materiële schade aan de woonboot heeft willen veroorzaken doet hieraan niet af.
5.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de sanctie
Verdachte heeft [slachtoffer 1] daarmee het meest fundamentele recht ontnomen waarover de mens beschikt: het recht op leven. Bovendien heeft verdachte door zijn handelen onherstelbaar verlies en leed toegebracht aan [slachtoffer 2] . Dit is ter terechtzitting op niet mis te verstane wijze gebleken uit de, in het kader van de uitoefening van het spreekrecht, uitgesproken verklaring van [slachtoffer 2] .
De rechtbank rekent verdachte beide strafbare feiten zwaar aan.
De rechtbank neemt de conclusie over welke inhoudt dat sprake moet zijn van niet nader gespecificeerde pathologie. Ook blijkt uit de levensloop van verdachte dat hij vanaf zijn puberteit vastloopt in zijn leven. Er zijn echter geen rapportages of andere stukken uit eerder persoonlijkheidsonderzoek beschikbaar en de door de gedragsdeskundige vermoede pathologie is naar het oordeel van de rechtbank op grond van de overige stukken uit het dossier evenmin nader te duiden. Als gevolg hiervan zal de rechtbank niet overgaan tot het opleggen van de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging.
De rechtbank acht dit recidivegevaar wel degelijk in betekenende mate aanwezig. De kans op herhaling is weliswaar klinisch niet in te schatten, maar de rechtbank stelt vast dat verdachte een moord heeft voorbereid op een persoon die uiteindelijk niet door verdachte is getroffen. De enkele mededeling van verdachte ter terechtzitting, inhoudende dat hij niet in herhaling zal vallen, kan de rechtbank niet overtuigen, aangezien verdachte door de weigering van zijn medewerking geen inzicht heeft gegeven in zijn persoon.
De huidige opstelling van verdachte brengt daarnaast mee dat de rechtbank geen rekening kan houden met eventueel aanwezige strafverminderende omstandigheden, welke zouden kunnen zijn gelegen in zijn beweegredenen, belevingswereld of mate van (on)toerekeningsvatbaarheid. Ook hierin heeft verdachte nauwelijks inzicht verschaft.
9.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
Hoewel medisch nog niet van een eindtoestand kan worden gesproken, kan naar het oordeel van de rechtbank de aan verdachte toe te rekenen immateriële schade thans reeds in redelijkheid worden begroot op minstgenomen een bedrag van
€ 50.000,00. Dit bedrag zal dan ook worden toegewezen. De rechtbank zal de vordering voor het overige niet ontvankelijk verklaren.
€ 1.105,50), medische kosten (niet vergoed) (
€ 6.125,00), schade woonboot (
€ 28.833,77), kosten opvragen medische informatie (
€ 40,50), kosten medisch adviseur (
€ 2.419,50), is namens verdachte niet betwist en is voldoende onderbouwd door de benadeelde partij.
De vordering met betrekking tot deze schadeposten zal dan ook worden toegewezen.
€ 7.840,36. De vordering zal tot dat bedrag worden toegewezen. De rechtbank zal de vordering voor het overige niet ontvankelijk verklaren.
€ 2.962,50. De vordering zal dan ook tot dat bedrag worden toegewezen. De rechtbank zal de vordering voor het overige niet ontvankelijk verklaren.
€ 2.145,00. De vordering zal dan ook tot dat bedrag worden toegewezen. Voor het overige zal de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard.
€ 324,19. De vordering zal dan ook tot dat bedrag worden toegewezen. Voor het overige zal de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard.
€ 2.825,00voldoende is onderbouwd en derhalve toewijsbaar is.
€ 11.070,00voldoende is onderbouwd en derhalve toewijsbaar is. De rechtbank is van oordeel dat het standaard liquidatietarief geen recht doet aan de aard van deze zaak.
€ 10.719,51voldoende is onderbouwd en derhalve toewijsbaar is.
€ 126.410,83rechtstreeks voortvloeit uit het onder parketnummer 15/870649-15 bewezen verklaarde feit. De schade bestaat uit € 50.000,00 voor de immateriële schade, € 65.340,85 voor de materiële schade en € 11.070,00 voor de kosten van rechtsbijstand. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag van 13 april 2015 tot aan de dag der algehele voldoening.
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
17 (zeventien) jaren.
[slachtoffer 2]geleden schade tot een bedrag van
€ 126.410,83 (zegge: honderdzesentwintig duizend vierhonderdtien euro en drieëntachtig cent), bestaande uit € 76.410,85 voor de materiële en € 50.000,00 voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 13 april 2015 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 2] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[slachtoffer 2]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 115.340,83 (zegge: honderdvijftien duizend driehonderdveertig euro en drieëntachtig cent), vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 13 april 2015 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
365 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
8 april 2016.