Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Stichting Parlan,
Alkmaar
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Stichting Parlan een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de werknemer, die in een verweerschrift heeft gereageerd. De kantonrechter heeft op 30 maart 2016 uitspraak gedaan in deze kwestie. Parlan heeft het verzoek tot ontbinding gebaseerd op artikel 7:671b lid 1, onderdeel a, van het Burgerlijk Wetboek, met als argument dat er sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding en dat herplaatsing van de werknemer niet meer mogelijk is. De werknemer heeft verweer gevoerd, maar heeft ook erkend dat de arbeidsverhouding zodanig verstoord is dat voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet meer redelijk is. Beide partijen zijn het erover eens dat herplaatsing niet meer mogelijk is.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een redelijke grond voor ontbinding aanwezig is, zoals bedoeld in artikel 7:671b lid 1, onderdeel a, BW, in combinatie met artikel 7:669 lid 3, onderdeel g, BW. De rechter heeft ook de opzegtermijn van vier maanden in acht genomen en heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden met ingang van 1 augustus 2016. Daarnaast heeft de kantonrechter bepaald dat iedere partij zijn eigen proceskosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.