Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Stichting Flore,
1.Het procesverloop
2.De feiten
“deze functie voor jou te stoppen en je vanaf heden te ontheffen van je werkzaamheden”(productie 27 verzoekschrift: gespreksverslag).
3.Het verzoek
5.De beoordeling
Stcrt.2015/12685) zijn daarvoor nadere regels gesteld (Ontslagregeling).
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 34). Een dergelijke situatie doet zich hier voor. Daarover wordt het volgende overwogen.
- dat hij de schooldirecteuren onvoldoende aansprak;
- dat hij er niet voor zorgde dat de scholen voldeden aan de financiële normen;
- dat projecten niet werden opgepakt;
- dat schoolgidsen en plannen niet op tijd klaar waren;
- dat hij niet achter het Integraal Kindcentrum (IKC) stond;
- dat hij geen verbinder was.
“de algemene beoordeling is goed. Je hebt, vanuit gedegenheid en gedrevenheid en een [X] verantwoordelijkheidsbesef je plek binnen de organisatie verder uitgebouwd. Vanuit het controller-schap een ontwikkeling naar algemene directie, waarbij ook een pleidooi wordt gedaan op je integrale visie en bestuurlijke kwaliteiten. Aspecten waarin je je graag wilt ontwikkelen en een ontwikkelingsproces dat ook laat zien dat dit soms lastig is. Met je gedrevenheid heb ik echter alle vertrouwen in dit proces”.
“je doet het fantastisch en ik weet en waardeer je kwaliteiten. Maar ik zie ook je ongemak. Je straalt het soms gewoon uit en dan maak ik me daar zorgen over. Ik wil je daar aan alle kanten mee helpen, maar de vraag moet voort komen uit je eigen erkenning van de situatie. Ik ben er voor je, dat weet je”.
Kamerstukken II, 2013–2014, 33 818, nr. 3, pag. 32-34 en
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 7, pag. 91). Als ontslag het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever, dan dient de werknemer hiervoor volgens die wetsgeschiedenis te worden gecompenseerd, ook om dergelijk handelen of nalaten van de werkgever te voorkomen. De hoogte van de billijke vergoeding moet daarom worden bepaald op een wijze die, en op het niveau dat, aansluit bij de uitzonderlijke omstandigheden van het geval, waarbij criteria als loon en lengte van het dienstverband geen rol hoeven te spelen. Er kan wel rekening worden gehouden met de financiële situatie van de werkgever. Uitgaande van het voorgaande zal de kantonrechter de billijke vergoeding vaststellen op een bedrag van € 40.000,-. Daarbij neemt de kantonrechter het volgende in aanmerking. De kantonrechter rekent het Flore aan dat zij [de werknemer] zonder verbetertraject van de ene op de andere dag heeft ontheven van diens functie onder gelijktijdige aankondiging van een definitief vertrek. Goed werkgeverschap brengt met zich mee dat een werknemer de gelegenheid krijgt om zijn functioneren te verbeteren. Ook zal de werkgever dat functioneren door middel van functionerings- en beoordelingsgesprekken moeten volgen zodat de werknemer weet wat er van hem wordt verwacht. De kantonrechter oordeelt voorts dat bij een gestelde vertrouwensbreuk van een werkgever kan worden verwacht dat hij pogingen onderneemt om deze breuk te herstellen, bijvoorbeeld door het volgen van een mediationtraject. Ook had de werkgever in deze situatie beter moeten onderzoeken of er alternatieve functies voorhanden waren. Ten slotte oordeelt de kantonrechter dat Flore de GMR eerder om advies had moeten vragen. De billijke vergoeding is alleen verschuldigd voor zover de arbeidsovereenkomst niet reeds is beëindigd als gevolg van de bij tegenverzoek verzochte voorwaardelijke ontbinding per 1 april 2016. Immers Flore is aan [de werknemer] ofwel op basis van het verzoek van Flore ofwel op basis van het tegenverzoek een billijke vergoeding verschuldigd.
6.De beslissing
15 april 2016.