ECLI:NL:RBNHO:2016:2524
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering op basis van de Participatiewet, verzoek om voorlopige voorziening afgewezen
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 23 maart 2016 uitspraak gedaan op het verzoek om voorlopige voorziening van verzoeker, die zijn bijstandsuitkering had zien intrekken door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer. De intrekking vond plaats op basis van de Participatiewet (Pw) en was per 23 mei 2015 van kracht. Verweerder had verzoeker verzocht om nadere gegevens te verstrekken, maar verzoeker had deze gegevens niet tijdig of volledig ingediend. De voorzieningenrechter oordeelde dat verzoeker voldoende tijd had om contact op te nemen met verweerder, ook al viel een deel van de termijnen binnen zijn vakantieperiode. Verzoeker had niet aannemelijk gemaakt dat hij niet in staat was om de gevraagde informatie te verstrekken of contact op te nemen met verweerder.
De voorzieningenrechter concludeerde dat de intrekking van de bijstandsuitkering gerechtvaardigd was, omdat verzoeker niet had voldaan aan de informatieverplichtingen. De voorzieningenrechter oordeelde dat het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen, omdat verzoeker onvoldoende had aangetoond dat er sprake was van een spoedeisend belang. De voorzieningenrechter benadrukte dat het oordeel voorlopig van aard is en niet bindend is voor de uiteindelijke beslissing in de hoofdzaak. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.