Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
hierna te noemen: de moeder,
1.Procedure
2.Feiten en omstandigheden
3.Verzoek
4.Standpunten belanghebbenden
5.Beoordeling
voorlopigegeslachtsnaam: “ [familienaam moeder] ” en als voornaam: “ [minderjarige] ”. De rechtbank realiseert zich dat dit tot gevolg heeft, dat er voor onbepaalde tijd een voorlopige geslachtsnaam in de registers van de burgerlijke stand staat vermeld. Naar het oordeel van de rechtbank dient de onzekere duur van de voorlopige geslachtsnaam niet aan toekenning daarvan in de weg te staan, gelet op het voornoemde recht van de minderjarige om in het Nederlandse maatschappelijke verkeer identiteit te ontlenen aan een voor- en geslachtsnaam. De rechtbank is dan ook van oordeel dat het belang van de minderjarige bij een (voornaam en een) geslachtsnaam groter is dan het belang van de Nederlandse staat bij deugdelijke registers van de burgerlijke stand (en in het verlengde daarvan van de basisregistratie personen) en dat het belang van de minderjarige dient te prevaleren boven de mogelijke onwenselijke gevolgen van na te melden toekenning van een voorlopige geslachtsnaam aan de minderjarige.