ECLI:NL:RBNHO:2016:2011
Rechtbank Noord-Holland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verkeersrechtelijke voorrangsregels bij in-/uitrit en kruispunten
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, afdeling Privaatrecht, sectie Kanton te Alkmaar, is op 5 januari 2016 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie was opgelegd omdat betrokkene op een kruispunt geen voorrang had verleend aan een van rechts komende bestuurder. Betrokkene was het niet eens met de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. De kantonrechter heeft de zaak op 13 november 2015 behandeld, waarbij zowel betrokkene als een vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie aanwezig waren.
De kern van de zaak draait om de vraag of de aansluiting van de Scheldeweg op de Marsdiepstraat kan worden gekarakteriseerd als een in-/uitrit of als een kruispunt. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het straatoppervlak van de Marsdiepstraat ten opzichte van de Scheldestraat verhoogd is, en dat de gemeente Den Helder de aansluiting als in-/uitrit heeft vormgegeven. Dit betekent dat bestuurders die een bijzondere manoeuvre uitvoeren, zoals het oprijden van een inrit, het overige verkeer voor moeten laten gaan, volgens artikel 54 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990).
De kantonrechter concludeert dat de verbalisant betrokkene voorrang had moeten verlenen bij het oprijden van de Marsdiepstraat, en dat er voor iedere verkeersdeelnemer geen misverstand kan bestaan over de voorrangsregeling ter plaatse. De beslissing van de officier van justitie is daarom vernietigd, en het beroep van betrokkene is gegrond verklaard. De officier van justitie is verplicht het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, terug te betalen.