ECLI:NL:RBNHO:2016:1915

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
3 maart 2016
Publicatiedatum
10 maart 2016
Zaaknummer
15/860202-15
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplichtigheid aan gewelddadige overval met vuurwapens op meerdere slachtoffers

In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 3 maart 2016 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die medeplichtig was aan een gewelddadige overval op drie personen in Lijnden. De overval vond plaats op 21 september 2015, waarbij de slachtoffers met vuurwapens werden bedreigd en fysiek geweld ondervonden. De verdachte had voorafgaand aan de overval contact gelegd met medeverdachten en hen geholpen bij de uitvoering van het misdrijf. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet actief had deelgenomen aan de overval, maar wel medeplichtig was door het regelen van hulp en middelen voor de medeverdachten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar was, wat invloed had op de strafmaat. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden, waarvan een deel voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden voor reclassering en behandeling. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers, maar hield ook rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder haar rol als moeder.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/860202-15 (P)
Uitspraakdatum: 3 maart 2016
Tegenspraak
Vonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 18 februari 2016 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens op het adres [adres 1] .
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. M.C. Storm en van wat verdachte en haar raadsman, mr. N. Velthorst, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering, ten laste gelegd dat:
Primair
zij op of omstreeks 21 september 2015 te Lijnden, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
- ( van [slachtoffer 1] ) een geldbedrag (van ci. 500 euro) en/of twee, in elk geval een of meer mobiele telefoon(s) (merk Blackbery en/of Samsung)
- ( van [slachtoffer 2] ) een (zilveren konings)ketting en/of een polshorloge (merk Rolex) en/of een geldbedrag (van ci. 900 euro) en/of een mobiele telefoon (merk Samsung) en/of een autosleutel en/of huissleutels,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of
[slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of
haar mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van/door geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 1] en/of voornoemde [slachtoffer 2]
en/of [slachtoffer 3] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan
haar mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat zij, verdachte, en/of haar mededader(s):
- een of meer vuurwapen(s) op voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] gericht heeft/hebben gehouden en/of
- ( daarbij) heeft/hebben geroepen "Liggen op de grond, liggen, liggen, liggen", althans woorden van gelijke strekking en/of
- een vuurwapen (telkens) tegen het hoofd van voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of tegen de nek en/of de zij van voornoemde [slachtoffer 3] heeft/hebben gedrukt en/of
- vervolgens in het geval van voornoemde [slachtoffer 1] dat vuurwapen heeft/hebben doorgeladen (terwijl voornoemde [slachtoffer 1] vastgebonden was) en/of
- een of meermalen (met de hand/vuist en/of met de kolf van een vuurwapen) tegen het gezicht van voornoemde [slachtoffer 1] heeft/hebben gestompt/geslagen en/of
- tegen het gezicht van voornoemde [slachtoffer 1] heeft/hebben geschopt/getrapt en/of
-(daarbij) heeft/hebben gezegd: "Werk mee!", althans woorden van gelijke strekking en/of
- ( terwijl voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] waren vastgebonden) heeft/hebben gezegd: "I'm gonna shoot you", althans woorden van gelijke strekking;
Subsidair
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] op of omstreeks 21 september 2015 te Lijnden, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
- ( van [slachtoffer 1] ) een geldbedrag (van ci. 500 euro) en/of twee, in elk geval een of meer mobiele telefoon(s) (merk Blackbery en/of Samsung)
- ( van [slachtoffer 2] ) een (zilveren konings)ketting en/of een polshorloge (merk Rolex) en/of een geldbedrag (van ci. 900 euro) en/of een mobiele telefoon (merk Samsung) en/of een autosleutel en/of huissleutels,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van/door geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 1] en/of voornoemde [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s):
- een of meer vuurwapen(s) op voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] gericht heeft/hebben gehouden en/of
- ( daarbij) heeft/hebben geroepen "Liggen op de grond, liggen, liggen, liggen", althans woorden van gelijke strekking en/of
- een vuurwapen (telkens) tegen het hoofd van voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of tegen de nek en/of de zij van voornoemde [slachtoffer 3] heeft/hebben gedrukt en/of
- vervolgens in het geval van voornoemde [slachtoffer 1] dat vuurwapen heeft/hebben doorgeladen (terwijl voornoemde [slachtoffer 1] vastgebonden was) en/of
- een of meermalen (met de hand/vuist en/of met de kolf van een vuurwapen) tegen het gezicht van voornoemde [slachtoffer 1] heeft/hebben gestompt/geslagen en/of
- tegen het gezicht van voornoemde [slachtoffer 1] heeft/hebben geschopt/getrapt en/of
-(daarbij) heeft/hebben gezegd: "Werk mee!", althans woorden van gelijke strekking en/of
- ( terwijl voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] waren vastgebonden) heeft/hebben gezegd: "I'm gonna shoot you", althans woorden van gelijke strekking;
tot het plegen van welk misdrijf verdachte op een of meer moment(en) in de periode van 19 september 2015 tot en met 21 september 2015 te IJmuiden en/of Lijnden en/of elders in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door:
- [medeverdachte 2] te regelen voor [medeverdachte 1] als back-up /hulp bij bovengenoemd feit (waarna deze [medeverdachte 2] ook vuurwapen(s) heeft geleverd als ook met andere personen heeft deelgenomen aan bovengenoemd feit) en/of
- ( daarbij) te onderhandelen over de beloning voor [medeverdachte 2] en/of de andere betrokkenen;

2.Voorvragen

2.1
Beroep op partiële nietigheid van de dagvaarding
De raadsman heeft betoogd dat de dagvaarding partieel nietig is, omdat er sprake is van een innerlijke tegenstrijdigheid van de tenlastelegging. De in de tenlastelegging bij de beschrijving van de bijdrage die de verdachte aan het feit heeft geleverd opgenomen zinsnede “(waarna deze [medeverdachte 2] ook vuurwapen(s) heeft geleverd als ook met andere personen heeft deelgenomen aan bovengenoemd feit)” kan verdachte niet in deze vorm worden verweten, omdat dit geen handelen van verdachte zelf betreft en ook niet aan haar kan worden toegerekend.
De rechtbank verwerpt het verweer en overweegt dat de inhoud van de tenlastelegging voldoende duidelijk is en voldoet aan de voorschriften die op basis van artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering aan een tenlastelegging worden gesteld. De door de raadsman gewraakte passage verstaat de rechtbank aldus dat deze iets zegt over het succes van de aan verdachte ten laste gelegde medeplichtigheidshandelingen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is.
2.2
Overige voorvragen
Voorts heeft de rechtbank vastgesteld dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Bewijs

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde feit.
3.2.
VrijspraakEvenals de raadsman is de rechtbank van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen is hetgeen verdachte primair ten laste is gelegd en dat zij daarvan moet worden vrijgesproken.
De rechtbank overweegt daartoe dat uit de bewijsmiddelen niet kan worden afgeleid dat verdachte actief betrokken is geweest bij het uitvoeren van de ten laste gelegde overval. Verdachte heeft weliswaar het contact gelegd met [medeverdachte 2] met een voorstel en de vraag of hij geld wilde verdienen en is bij besprekingen over de uitvoering van het feit aanwezig geweest, maar hieruit blijkt niet dat zij dusdanig betrokken is geweest bij het primair ten laste gelegde dat er, ondanks dat verdachte aan de uitvoering van de overval niet heeft deelgenomen, sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking die zich laat kwalificeren als het ‘in vereniging plegen’ van dit feit.
3.3.
Redengevende feiten en omstandigheden [1]
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit op grond van het volgende.
Op 20 september 2015 is tussen [medeverdachte 1] (hierna: [medeverdachte 1] ) en [verdachte] (hierna: [verdachte] ) ter sprake gekomen dat in de woning van [medeverdachte 1] aan de [adres 2] te Lijnden in een korte periode meermalen was ingebroken. [2] [verdachte] heeft hierop omstreeks 17:45 uur via Whatsapp contact gelegd met haar ex-vriend [medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2] ) met het verzoek haar te bellen en met de mededeling dat het belangrijk is: “we hebben je nodig vandaag, je gaat sowieso 1 of 2 kop pakken als je wil of meer, ligt aan jou”. [3] [verdachte] heeft verklaard dat met het woord ‘kop’ in dit bericht wordt gedoeld op duizend euro. [4] Eén minuut later heeft [verdachte] [medeverdachte 2] nog een bericht gestuurd, met als inhoud: “Die man, die miljonair, ze hebben zijn huis geroofd vannacht alles is weg zijn grote tv shit, dus hij heeft die ding nodig plus hij vraagt jou en een paar matties van je om hem te helpen, ze gaan die mannen aanpakken vanavond gewoon je weet toch, in zijn eigen huis hij gaat ze allemaal uitnodigen daar, dus hij heeft back-up nodig en vraagt wat je prijs is, dus wat je prijs ook is, geeft het door en hij zorgt dat het er is”. [5] [medeverdachte 2] heeft hierop geantwoord “okay, geen probleem sgt, hoelaat, Wilttie dat ik daar ben”. [6] Vervolgens is [medeverdachte 2] samen met [medeverdachte 3] (hierna te noemen: [medeverdachte 3] ), [medeverdachte 4] (hierna te noemen: [medeverdachte 4] ) en [medeverdachte 5] (hierna te noemen: [medeverdachte 5] ) vanuit Rotterdam naar hotel [naam] te IJmuiden gereden, [7] waar [medeverdachte 1] had ingecheckt. [8] In dit hotel heeft tussen 21:00 uur en 22:30 uur een ontmoeting plaatsgevonden waarbij aanwezig waren [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 6] (hierna te noemen: [medeverdachte 6] ), [verdachte] en [medeverdachte 7] (hierna te noemen: [medeverdachte 7] ). [9]
Vervolgens zijn deze personen tussen omstreeks 22:00 uur en 23:00 uur van IJmuiden naar de woning van [medeverdachte 1] te Lijnden gereisd. [10] In de woning van [medeverdachte 1] is om 23.04 uur met de telefoon van [medeverdachte 4] een foto gemaakt, waarop onder meer te zien is dat op de salontafel twee vuurwapens liggen. [11]
[medeverdachte 1] heeft de aangever [slachtoffer 1] (hierna te noemen: [slachtoffer 1] ) gevraagd naar zijn woning te Lijnden te komen en hij heeft hem, vergezeld van de aangevers [slachtoffer 2] (hierna te noemen: [slachtoffer 2] ) en [slachtoffer 3] (hierna te noemen: [slachtoffer 3] ) in zijn woning ontvangen. De aangevers zijn op 21 september 2015 omstreeks 01:30 uur bij de woning van [medeverdachte 1] aangekomen. [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] zijn door [medeverdachte 1] uitgenodigd naar de kamer van [medeverdachte 1] te gaan om hun te laten zien dat er in de kamer was ingebroken. Op een gegeven moment, kort nadat [medeverdachte 1] even met zijn telefoon naar het balkon was gelopen (in de telefoon van [medeverdachte 4] is een bericht aangetroffen afkomstig van [medeverdachte 1] van 01:51 uur inhoudend “my room now 3”), kwamen er vier of vijf Antillianen de kamer binnen stormen. [12]
De Antillianen richtten vuurwapens op de drie aangevers en schreeuwden tegelijkertijd tegen hen: “Liggen op de grond, liggen, liggen, liggen!”. [slachtoffer 1] werd tegen zijn hoofd geslagen en getrapt door [medeverdachte 1] en kreeg van één van de Antillianen een klap op zijn hoofd met de kolf van een wapen. [13]
[slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] werden gedwongen om op hun buik te gaan liggen en werden vastgebonden met audiodraden. De Antillianen hielden hun wapens constant gericht op de drie aangevers, waarbij zij een vuurwapen tegen het hoofd van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en tegen de nek en zij van [slachtoffer 3] aandrukten. [slachtoffer 1] zag dat een vuurwapen werd doorgeladen, hij zag de kogel in het wapen zitten. Er werd constant tegen de aangevers gezegd dat ze mee moesten werken. Tevens werden zij bedreigd met uitlatingen als: “I’m gonna shoot you”. [14] Vervolgens werden hun zakken leeggehaald. Bij [slachtoffer 1] is een geldbedrag van € 500 en twee mobiele telefoons van het merk Blackberry en het merk Samsung weggenomen. Van [slachtoffer 2] werden een zilveren koningsketting, een polshorloge van het merk Rolex, een geldbedrag van € 900, een mobiele telefoon van het merk Samsung, een autosleutel (Opel) en huissleutels afgepakt. [15]
De mannen werden onder schot gehouden en werden bedreigd tot het moment dat [medeverdachte 1] en de Antillianen de kamer verlieten. [16] De Antillianen zijn vervolgens samen met [verdachte] en [medeverdachte 7] in een zwarte auto gestapt en naar hotel [naam] in IJmuiden gereden. [17] [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij als betaling voor het optreden van de Antillianen zijn Rolex horloge in onderpand heeft gegeven om de volgende dag € 2.000 te regelen voor de twee andere Antillianen en dat de afspraak was dat € 1.000 voor [medeverdachte 2] en € 1.000 voor diens vriend zou zijn. [18] Omstreeks 02:15 uur op diezelfde avond vond op de Parkweg te IJmuiden een verkeerscontrole plaats in het kader van de Wegenverkeerswet 1994. [19]
Omstreeks 02:30 uur zagen verbalisanten een zwarte Mazda 6 met kenteken [kenteken] rijden en hoorden zij, nadat de bestuurder oogcontact met hen had gemaakt, vanaf de positie waar de Mazda op dat moment reed, een geluid van metaal dat op het wegdek viel. [20] De Mazda werd vervolgens in het kader van de verkeerscontrole verderop stilgehouden. [21] Op de plek waar het geluid van het vallende voorwerp vandaan was gekomen werd een vuurwapen aangetroffen. [22] Hierop is overgegaan tot aanhouding van de inzittenden van de auto, te weten [medeverdachte 2] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 3] , [verdachte] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 7] . [23] Bij een nader onderzoek – bij daglicht en met hulp van een speurhond – zijn in de nabije omgeving van waar de auto reed toen het vallende voorwerp werd gehoord nog twee vuurwapens gevonden. [24]
Bij [medeverdachte 3] werd een 9 mm patroon aangetroffen. [medeverdachte 5] was in het bezit van twee 7.65mm patronen. [25] Deze patronen pasten bij de voormelde gevonden vuurwapens. [26] Onder verdachte [medeverdachte 3] werd een mobiele telefoon in beslag genomen. Uit de foto’s die in de telefoon stonden opgeslagen, kon uit de selfies en foto’s van documenten worden afgeleid dat deze telefoon in gebruik is bij [medeverdachte 3] . Tevens stonden er foto’s op van pistolen, waaronder een foto van een pistool van het merk Crvena Zastava, overeenkomend met een van de zojuist genoemde gevonden wapens van datzelfde merk. Ook stonden er op de telefoon foto’s van een pistool van het merk Ruger dat, gezien de gelijkenis in het patroon van inslagen waarmee het serienummer is weggeslagen, een van de pistolen is die op de Parkweg te IJmuiden zijn aangetroffen. [27]
Tijdens de fouillering van verdachte [medeverdachte 2] werd een geldbedrag van ongeveer € 4.000, bestaande uit een grote stapel biljetten van honderd en vijftig euro aangetroffen en een zilverkleurig Rolex horloge ter waarde van € 9.500. Tevens werd in diens fouillering een Opel autosleutel aangetroffen, [28] die bleek te passen bij de auto van aangever [slachtoffer 2] . [29]
Op 15 oktober 2015 zijn verbalisanten langs geweest op het adres [adres 2] te Lijnden bij de moeder van [medeverdachte 1] . Aan haar is de Rolex getoond die is aangetroffen bij verdachte [medeverdachte 2] . Zij herkende de Rolex als zijnde eigendom van haar zoon.
In de kamer waar in dit huis de drie aangevers werden vastgehouden, werden in een kast drie mobiele telefoons, twee van het merk Samsung en één van het merk Blackberry, en een sleutelbos aangetroffen en in beslag genomen. [30] Aan [slachtoffer 1] werden deze in beslag genomen telefoons en de sleutelbos getoond. Hij verklaarde dat de telefoon van het merk Blackberry en de Samsung van hem waren. [31]
3.4.
Bewijsoverweging
De rechtbank gaat ervan uit dat bij de ontmoeting in hotel [naam] op 20 september 2015 tussen 21:00 en 22:30 een voorbespreking heeft plaatsgevonden, waarbij een plan van aanpak is afgesproken voor het optreden in de woning van [medeverdachte 1] later in die nacht. In aanmerking genomen dat het optreden van [medeverdachte 1] en zijn mededaders een reactie moest vormen op jegens [medeverdachte 1] begane vermogensdelicten, tegenover degenen van wie [medeverdachte 1] meende dat zij in enige vorm bij die delicten (indirect) betrokken waren, acht de rechtbank aannemelijk dat onderdeel van dit plan was om deze personen bij wijze van vergelding eigendommen afhandig te maken. De rechtbank komt ook tot die slotsom op grond van de uiterlijke verschijningsvorm (diefstal met geweld) van het – gelet op de soepele uitvoering kennelijk ook in andere opzichten vooraf uitgedachte – handelen van de verdachten in de kamer van [medeverdachte 1] . In dit verband komt naar het oordeel van de rechtbank ook betekenis toe aan de mededeling van [medeverdachte 1] tegenover de geknevelde en beroofde aangevers: “dat krijg je er nu van….”, waarin een aanknopingspunt kan worden gevonden voor de conclusie dat hetgeen de aangevers zojuist was overkomen strookt met hetgeen [medeverdachte 1] vooraf voor ogen had gestaan. Daar komt nog bij dat een alternatieve lezing door degenen die bij de uitvoering van het gemaakte plan betrokken waren, niet is gegeven.
Hieruit volgt dat de in de bewezenverklaring genoemde goederen door de medeverdachten met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit de beschikkingsmacht van de aangevers zijn gebracht. Uit de hiervoor vastgestelde feitelijke gang van zaken volgt ook dat de medeverdachten bewust en nauw hebben samengewerkt bij de gezamenlijke uitvoering van de vooraf tussen hen afgesproken diefstal met geweld.
Verdachte is naar het oordeel van de rechtbank medeplichtig aan dit feit, doordat zij heeft geregeld dat [medeverdachte 2] ‘en een paar matties’ van hem met vuurwapens [medeverdachte 1] hebben bijgestaan bij de uitvoering van dit feit.
De raadsman heeft betoogd dat niet kan worden vastgesteld dat verdachte (voorwaardelijk) opzet had op het gronddelict, namelijk de diefstal met geweld. Uit geen enkel bewijsmiddel blijkt dat verdachte opzet had op het vastbinden en beroven van de slachtoffers, hoogstens op bedreiging dan wel mishandeling. Deze feiten zijn echter niet ten laste gelegd. Verdachte heeft bovendien verklaard dat zij met “die ding” in haar bericht aan [medeverdachte 2] een taser bedoelde.
De rechtbank verwerpt dit verweer. De rechtbank acht de verklaring van [verdachte] dat met “die ding” in haar bericht aan [medeverdachte 2] werd gedoeld op een taser, niet aannemelijk geworden, maar gaat ervan uit dat met deze term wordt gedoeld op een vuurwapen, in aanmerking genomen dat dat is wat [medeverdachte 2] heeft meegenomen, terwijl elk aanknopingspunt buiten de verklaring van [verdachte] dat hiermee op een taser zou zijn gedoeld, ontbreekt. Daarbij spreekt [verdachte] in haar bericht met betrekking tot de beroving van [medeverdachte 1] over “ze gaan die mannen aanpakken”. Gelet hierop, in onderlinge samenhang met het meebrengen van “die ding”, valt op te maken dat [verdachte] op de hoogte was van het feit dat de ontmoeting met aangevers een gewelddadig karakter zou hebben. Voorts kende verdachte – toen zij [medeverdachte 2] c.s. regelde – de achtergrond (het reageren op jegens [medeverdachte 1] begane vermogensdelicten) van het beoogde optreden van [medeverdachte 1] , waarbij hij de door verdachte geregelde hulp nodig had, zodat zij ook heeft geweten dat het (met geweld) afhandig maken van eigendommen onderdeel vormde van het bedoelde ‘aanpakken’ van de mannen.
3.5.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het subsidiair ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat
Subsidair
[medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] op 21 september 2015 te Lijnden, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening hebben weggenomen
- ( van [slachtoffer 1] ) een geldbedrag van 500 euro en twee mobiele telefoons (merk Blackberry en Samsung)
- ( van [slachtoffer 2] ) een zilveren koningsketting en een polshorloge (merk Rolex) en een geldbedrag van 900 euro en een mobiele telefoon (merk Samsung) en een autosleutel en huissleutels,
toebehorende aan [slachtoffer 1] of [slachtoffer 2] , welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en gevolgd door geweld en/ of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 1] en voornoemde [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestond dat [medeverdachte 1] en/of zijn mededader(s):
- vuurwapens op voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] gericht hebben gehouden en
- daarbij hebben geroepen "Liggen op de grond, liggen, liggen, liggen", en
- een vuurwapen tegen het hoofd van voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en tegen de nek en de zij van voornoemde [slachtoffer 3] hebben gedrukt en
- vervolgens in het geval van voornoemde [slachtoffer 1] dat vuurwapen heeft doorgeladen terwijl voornoemde [slachtoffer 1] vastgebonden was en
- met de hand en/ of met de kolf van een vuurwapen tegen het gezicht van voornoemde [slachtoffer 1] hebben geslagen en
- tegen het gezicht van voornoemde [slachtoffer 1] heeft getrapt en
- daarbij hebben gezegd: "Werk mee!", en
- terwijl voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] waren vastgebonden, heeft gezegd: "I'm gonna shoot you",
tot het plegen van welk misdrijf verdachte op in de periode van 19 september 2015 tot en met 21 september 2015 te IJmuiden en/of Lijnden en/of elders in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en inlichtingen heeft verschaft en opzettelijk behulpzaam is geweest door:
- [medeverdachte 2] te regelen voor [medeverdachte 1] als hulp bij bovengenoemd feit waarna deze [medeverdachte 2] ook vuurwapens heeft geleverd als ook met andere personen heeft deelgenomen aan bovengenoemd feit.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit

Het bewezenverklaarde levert op:
- medeplichtigheid aan diefstal, voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

5.Strafbaarheid van verdachte

Omtrent de geestvermogens van verdachte ten tijde van het begaan van het ten laste gelegde heeft dr. D.J. Burck, gz-psycholoog te Utrecht, vast gerechtelijk deskundige, een onderzoek verricht. De deskundige heeft op 17 december 2015 over zijn bevindingen gerapporteerd.
Volgens de deskundige is verdachte lijdende is aan een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de vorm van een persoonlijkheidsstoornis NAO met ontwijkende en antisociale trekken. Daarnaast is er sprake van een ziekelijke stoornis in de vorm van een stoornis in de aandachtsconcentratie met hyperactiviteit en impulsiviteit (ADHD). Gelet op de structurele aard van een persoonlijkheidsstoornis en op het feit dat ADHD een ontwikkelingsstoornis is, die begint in de vroege jeugd, mag worden aangenomen dat deze gebrekkige ontwikkeling en ziekelijke stoornis ook ten tijde van het ten laste gelegde aanwezig was. Voor verdachte waren de contacten met [medeverdachte 1] en zijn groep een manier om extra inkomsten te verwerven en te kunnen ontsnappen aan de dagelijkse sleur. Zij heeft zich vrij impulsief laten mee voeren met de stemming van de groep waarin zij verkeerde, waarbij zij de verontwaardiging over de diefstallen bij [medeverdachte 1] deelde. Zij heeft vervolgens enige hand- en spandiensten verricht om [medeverdachte 1] in staat te stellen de diefstal te wreken, waarbij zij als gevolg van de door haar persoonlijkheidsstoornis lacunair ontwikkelde gewetensfunctie de ernst van de situatie niet voldoende heeft onderkend en zich heeft laten leiden door opportunistische motieven. Het vermogen van verdachte om de situatie ten tijde van het ten laste gelegde te beoordelen en handelingsalternatieven te overzien is door de ontwijkende en antisociale trekken beperkt geweest. Haar impulsiviteit werd verder versterkt vanuit de ziekelijke stoornis in de vorm van een aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit en impulsiviteit.
De deskundige komt tot de conclusie dat deze gebrekkige ontwikkeling en ziekelijke stoornis de gedragskeuzen en gedragingen ten tijde van het ten laste gelegde ten dele hebben beïnvloed. Het vermogen van de onderzochte om de situatie ten tijde van het ten laste gelegde te beoordelen en om handelingsalternatieven te overzien was als gevolg van de ontwijkende en antisociale trekken, voortvloeiend uit de persoonlijkheidsstoornis beperkt. Onder invloed van deze stoornis heeft zij zich op vrij impulsieve wijze overgegeven aan de stemming en gebeurtenissen die in de groep plaatsvonden. Deze impulsiviteit werd verder op een zodanige wijze versterkt vanuit de ziekelijke stoornis in de vorm van ADHD, dat door de deskundige wordt geadviseerd om verdachte met betrekking tot het ten laste gelegde verminderd toerekeningsvatbaar te beschouwen.
De rechtbank neemt het oordeel van de deskundige over en komt tot de conclusie dat verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is.
6. Motivering van de sanctie
6.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren, waarvan één jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren met als bijzondere voorwaarden dat verdachte zich houdt aan de aanwijzingen en richtlijnen die haar vanuit Reclassering Nederland worden gegeven en dat zij meewerkt aan een behandeling bij de forensisch psychiatrische polikliniek de Waag of een soortgelijke ambulante forensische zorginstelling.
Daarnaast vordert de officier van justitie de gevangenneming van verdachte bij uitspraak.
Met betrekking tot de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] heeft zij zich op het standpunt gesteld dat deze geheel kunnen worden toegewezen, inclusief wettelijke rente, ingaande vanaf 21 september 2015, en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en hoofdelijkheidsclausule.
6.2
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat aan verdachte een deels voorwaardelijke gevangenisstraf dient te worden opgelegd, waarbij het onvoorwaardelijk gelijk is aan de periode die zij in voorarrest heeft doorgebracht. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat verdachte geen justitiële documentatie heeft en verminderd toerekeningsvatbaar is geacht. Daarbij komt dat zij haar medewerking heeft verleend aan het onderzoek, te kennen heeft gegeven zich te schamen voor haar gedragingen en spijt heeft betuigd. Indien verdachte alsnog de gevangenis in moet, zal dit negatieve gevolgen hebben voor haar negenjarige zoon, als gevolg van de scheiding van moeder en kind en de veranderde thuissituatie. Vanuit de reclassering is aangegeven dat het belangrijk is dat verdachte haar ouderrol kan vervullen, omdat de band met haar kind een beschermende factor kan zijn ter vermindering van recidive en een langdurige scheiding niet bevorderlijk wordt geacht voor re-integratie na detentie.
6.3.
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sanctie die aan verdachte moeten worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan medeplichtigheid aan een brute overval op drie personen, waarbij grof geweld is gebruikt en gedreigd is met vuurwapens. De slachtoffers zijn vastgebonden waarbij één van hen tegen zijn hoofd is geslagen en getrapt en met de kolf van een wapen tegen zijn hoofd is geslagen. Een wapen werd in aanwezigheid van de slachtoffers doorgeladen en gedreigd werd daarmee op hen te schieten, terwijl zij vastgebonden op de grond lagen.
Het is een feit van algemene bekendheid dat een dergelijke gewelddadige overval een grote impact heeft op het leven van de slachtoffers. Slachtoffers van dergelijke traumatische gebeurtenissen kunnen vaak langdurig lijden onder de psychische gevolgen hiervan.
Deze delicten behoren tot een categorie strafbare feiten die een ernstige inbreuk maken op de rechtsorde. Zij veroorzaken grote gevoelens van onrust en onveiligheid in de samenleving.
De rechtbank neemt ten voordele van verdachte in aanmerking dat zij blijkens het op haar naam staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 24 september 2015, niet eerder ter zake van soortelijke misdrijven is veroordeeld en dat zij ter zitting op 18 februari 2016 heeft aangegeven het laakbare van haar handelen in te zien en spijt heeft betuigd.
Bij het bepalen van de aan verdachte op te leggen straf heeft de rechtbank rekening gehouden met het rapport van de Reclassering Nederland d.d. 3 november 2015 en met de door de deskundige opgemaakte psychologische rapportage van 17 december 2015. Uit het psychologisch rapport blijkt dat de persoonlijkheidsstoornis NAO en de ziekelijke stoornis in de vorm van ADHD verdachtes gedragskeuzen en gedragingen ten tijde van het begaan van het feit beïnvloedden.
De deskundige komt tot de conclusie dat de beperking in het beoordelingsvermogen en de effecten van de impulsiviteit tezamen zodanig van invloed zijn geweest op het gedrag van verdachte ten tijde van het ten laste gelegde dat zij beperkt is geweest de situatie te beoordelen en handelingsalternatieven te overzien. Als hiervoor overwogen acht de rechtbank met de deskundige verdachte verminderd toerekeningsvatbaar.
Tevens heeft de rechtbank bij het bepalen van de strafmaat ermee rekening gehouden dat verdachte de moeder is van een jong kind, zodat de op te leggen straf zwaarder te dragen is en ook het kind treft.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat in de persoonlijke omstandigheden van verdachte grond is gelegen af te wijken van de straf zoals door de officier van justitie is gevorderd.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd. De rechtbank zal echter bepalen dat een gedeelte daarvan vooralsnog niet ten uitvoer zal worden gelegd en zal daaraan een proeftijd verbinden van drie jaren, opdat verdachte ervan wordt weerhouden zich voor het einde van die proeftijd schuldig te maken aan een strafbaar feit.
Daarnaast acht de rechtbank verplicht contact met en verplichte begeleiding door de reclassering mede met het oog op een behandeling bij een forensisch psychiatrische polikliniek noodzakelijk. Voorwaarden van die strekking zullen aan het voorwaardelijk deel van de op te leggen straf worden verbonden.

7.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregel

Benadeelde partij [slachtoffer 1]
De benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 3.500,-- ingediend tegen verdachte wegens materiële en immateriële schade die hij als gevolg van het ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit:
  • een geldbedrag ad € 500,--;
  • immateriële schade ad € 3.000,--.
Benadeelde partij [slachtoffer 3]
De benadeelde partij [slachtoffer 3] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 6.657,10 ingediend tegen verdachte wegens materiële en immateriële schade die hij als gevolg van het ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit:
  • kosten voor rechtsbijstand ad € 1.657,10;
  • immateriële schade ad € 5.000,--.
Aangezien op basis van de bewezenverklaring en de rol die verdachte daarbij heeft gespeeld niet eenvoudig is vast te stellen in hoeverre verdachte de schade kan worden toegerekend die de benadeelde partijen hebben geleden, vormt de behandeling van deze vorderingen een onevenredige belasting van het strafgeding, zodat de benadeelde partijen niet in hun vorderingen kunnen worden ontvangen. Daarbij heeft de rechtbank er ook op gelet dat degenen die op de dag waarop dit vonnis wordt uitgesproken, worden veroordeeld voor de uitvoering van de diefstal met geweld, zij (hoofdelijk) worden veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan voormelde benadeelde partijen.
Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partijen niet ontvankelijk zijn in de vorderingen.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
artikel 14a, 14b, 14c, 48, 312 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan zoals hiervoor onder 3.5 weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt haar daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezen verklaarde feit het hierboven onder 4. vermelde strafbare feit oplevert.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
ACHTTIEN (18) MAANDEN.
Beveelt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
negen (9) maanden nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van drie jaren.
Stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
-zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
-ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt.
-medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, Wetboek van Strafrecht de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich binnen één werkdag volgend op de onherroepelijkheiddatum van het vonnis persoonlijk meldt bij Reclassering Nederland op het adres Drechterwaard 102 te Alkmaar. Hierna moet de veroordeelde zich gedurende de proeftijd blijven melden zolang de reclassering dit nodig acht;
- zich houdt aan de aanwijzingen die haar door de Reclassering Nederland worden gegeven, ook indien deze inhouden het meewerken aan huisbezoeken;.
- meewerkt aan een behandeling bij de forensisch psychiatrische polikliniek De Waag of een soortgelijke ambulante forensische zorginstelling, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die haar in het kader van die behandeling door of namens de behandelaar zullen worden gegeven.
Geeft opdracht aan de Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden (artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht).
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart de benadeelde partijen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] niet-ontvankelijk in hun vorderingen.
Wijst af de vordering tot gevangenneming van verdachte.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. R.A. Otter, voorzitter,
mr. I.A.M. Tel en mr. R. Kuiper, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier B.H.E. Zuidam,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 3 maart 2016.
Mr. I.A.M. Tel en mr. R. Kuiper zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.De door de rechtbank in de voetnoten als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.
2.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 21 september 2015, persoonsdossier [verdachte] , dossierpagina 24 tot en met 25; het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] d.d. 16 november 2015, persoonsdossier [medeverdachte 1] , dossierpagina 46 tot en met 47.
3.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 september 2015, zaaksdossier 12Dreumel, dossierpagina 142.
4.Het Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] , d.d. 28 september 2015, persoonsdossier [verdachte] , dossierpagina 38.
5.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 september 2015, zaaksdossier 12Dreumel, dossierpagina 142.
6.Het schriftelijk stuk op dossierpagina 143, zaaksdossier 12Dreumel, te weten een foto bijlage bij het proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 september 2015, zaaksdossier 12Dreumel, dossierpagina 142.
7.Het proces-verbaal bevindingen met betrekking tot historische verkeersgegevens d.d. 2 december 2015, Bijlage 2 telecom, dossierpagina 2 tot en met 5.
8.Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] (medewerker hotel [naam] ) d.d. 23 september 2015, zaaksdossier 12Dreumel, dossierpagina 245 tot en met 246; het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] d.d. 21 september 2015, persoonsdossier [medeverdachte 1] , dossierpagina 23.
9.Het proces-verbaal bevindingen met betrekking tot historische verkeersgegevens d.d. 2 december 2015, Bijlage 2 telecom, dossierpagina 2 tot en met 5, het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] (medewerker hotel [naam] ) d.d. 23 september 2015, zaaksdossier 12Dreumel, dossierpagina 246 tot en met 249, het proces-verbaal van bevindingen inclusief fotobijlagen, dossierpagina 251 tot en met 259; het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] d.d. 16 november 2015, persoonsdossier [medeverdachte 1] , dossierpagina 49; het proces-verbaal verhoor verdachte [verdachte] , d.d. 16 november 2015, persoonsdossier [verdachte] , dossierpagina 45 tot en met 46.
10.Het proces-verbaal bevindingen met betrekking tot historische verkeersgegevens d.d. 2 december 2015, Bijlage 2 telecom, dossierpagina 2 tot en met 5, het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] (medewerker hotel [naam] ) d.d. 23 september 2015, zaaksdossier 12Dreumel, dossierpagina 246 tot en met 249, het proces-verbaal van bevindingen inclusief fotobijlagen, zaaksdossier 12Dreumel, dossierpagina 251 tot en met 259; het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] d.d. 16 november 2015, persoonsdossier [medeverdachte 1] , dossierpagina 49; het proces-verbaal verhoor verdachte [verdachte] , persoonsdossier [verdachte] , d.d. 16 november 2015, dossierpagina 45 tot en met 46.
11.Het proces-verbaal bevindingen d.d. 31 oktober 2015, zaaksdossier 12Dreumel, dossierpagina 145 tot en met 169.
12.Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] , d.d. 21 september 2015, zaaksdossier 12Dreumel, dossierpagina 34; het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 2] , d.d. 21 september 2015, zaaksdossier 12Dreumel, dossierpagina 45; het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 3] , d.d. 24 september 2015, zaaksdossier 12Dreumel, dossierpagina 64; het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] d.d. 16 november 2015, persoonsdossier [medeverdachte 1] , dossierpagina 45 tot en met 46; het proces-verbaal bevindingen d.d. 31 oktober 2015, zaaksdossier 12Dreumel, dossierpagina 148.
13.Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] , d.d. 21 september 2015, zaaksdossier 12Dreumel, dossierpagina 34; het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 2] , d.d. 21 september 2015, zaaksdossier 12Dreumel, dossierpagina 45; het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 3] d.d. 24 september 2015, zaaksdossier 12Dreumel, dossierpagina 64; het proces-verbaal bevindingen d.d. 31 oktober 2015, zaaksdossier 12Dreumel, dossierpagina 145 tot en met 169.
14.Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] , d.d. 21 september 2015, zaaksdossier 12Dreumel, dossierpagina 34 tot en met 35; het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 2] , d.d. 21 september 2015, zaaksdossier 12Dreumel, dossierpagina 46; het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 3] d.d. 24 september 2015, zaaksdossier 12Dreumel, dossierpagina 64;
15.Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] , d.d. 21 september 2015, zaaksdossier 12Dreumel, dossierpagina 35; het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 2] , d.d. 21 september 2015, zaaksdossier 12Dreumel, dossierpagina 46 tot en met 47.
16.Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 2] , d.d. 21 september 2015, zaaksdossier 12Dreumel, dossierpagina 50; het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 3] d.d. 24 september 2015, zaaksdossier 12Dreumel, dossierpagina 64 tot en met 65.
17.Het proces-verbaal verhoor verdachte [verdachte] d.d. 21 september 2015, persoonsdossier [verdachte] , dossierpagina 25 tot en met 26.
18.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] d.d. 16 november 2015, persoonsdossier [medeverdachte 1] , dossierpagina 46.
19.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 februari 2016, los opgenomen in het dossier.
20.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 september 2015, zaaksdossier 12Dreumel, dossierpagina 68 tot en met 69.
21.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 september 2015, zaaksdossier 12Dreumel, dossierpagina 76 tot en met 79.
22.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 september 2015, zaaksdossier 12Dreumel, dossierpagina 74 tot en met 75; het proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 september 2015, zaaksdossier 12Dreumel, dossierpagina 68 tot en met 69; het proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 september 2015, zaaksdossier 12Dreumel, dossierpagina 88 tot en met 89; het proces-verbaal onderzoek wapen d.d. 22 september 2015, zaaksdossier 12Dreumel, dossierpagina 94 tot en met 95; het proces-verbaal onderzoek wapen d.d. 22 september 2015, zaaksdossier 12Dreumel, dossierpagina 98 tot en met 100.
23.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 september 2015, zaaksdossier 12Dreumel, dossierpagina 69 tot en met 71; het proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 september 2015, zaaksdossier 12Dreumel, dossierpagina 77 tot en met 79.
24.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 september 2015, zaaksdossier 12Dreumel, dossierpagina 88 tot en met 89.
25.Het proces-verbaal van bevindingen, zaaksdossier 12Dreumel, dossierpagina 119 tot en met 120; de kennisgeving van inbeslagneming d.d. 21 september 2015, Bijlage 3, dossierpagina 48 tot en met 49.
26.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 september 2015, dossierpagina 119 tot en met 120.
27.Het proces-verbaal bevindingen d.d. 27 november 2015, zaaksdossier 12Dreumel, dossierpagina 179 tot en met 189.
28.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 september 2015, zaaksdossier 12Dreumel, dossierpagina 123 tot en met 124; het proces-verbaal van bevindingen, zaaksdossier 12Dreumel, dossierpagina 192 tot en met 194;’het proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 september 2015, zaaksdossier 12Dreumel, dossierpagina 195 tot en met 197; de kennisgevingen van inbeslagneming d.d. 21 september 2015, Bijlage 3, dossierpagina 31 en 34.
29.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 september 2015, zaaksdossier 12Dreumel, dossierpagina 121.
30.Het proces-verbaal bevindingen d.d. 15 oktober 2015, zaaksdossier 12Dreumel, dossierpagina 198 tot en met 199.
31.Het proces-verbaal bevindingen d.d. 27 oktober 2015, zaaksdossier 12Dreumel, dossierpagina 217.