Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.de publiekrechtelijke rechtspersoon GEMEENTE HOORN,
GEMEENTE DRECHTERLAND,
GEMEENTE ENKHUIZEN,
GEMEENTE KOGGENLAND,
GEMEENTE MEDEMBLIK,
GEMEENTE OPMEER,
GEMEENTE STEDE BROEC,
1.De procedure
- de dagvaarding van 29 december 2015
- de mondelinge behandeling van 4 februari 2016
- de pleitnota van de Stichting, waarin opgenomen een wijziging van eis
- de pleitnota van de Gemeenten.
2.De feiten
6 Gunningscriteria
Aanvulling
Na beoordeling van uw offerte blijkt dat u voldoet aan alle gestelde eisen en voorwaarden zoals opgenomen in de offerteaanvraag. Uw plan van aanpak is positief beoordeeld, u heeft hiervoor een score van 6 of hoger ontvangen. Derhalve staat niets in de weg om tussen uw organisatie en de Aanbestedende Dienst een overeenkomst tot stand te doen komen.
De regio West-Friesland heeft aangegeven akkoord te kunnen gaan met de door De Jeugd- & Gezinsbeschermers ingediende offerte, mits overeenstemming kan worden bereikt over het tarief. U heeft hierbij opgemerkt dat de dienstverlening van onze organsiatie vergelijkbaar is met de diensten van de Jeugdbescherming Regio Amsterdam, echter het gehanteerde tarief per maatregel niet vergelijkbaar is en onze offerte niet voldoende concurrerend is. Tevens is aangegeven dat de andere gecertificeerde instellingen in de aanbestedingsprocedure een specifieke doelgroep bedienen en daardoor een afwijkend (en mogelijk hoger) tarief hanteren.
Na beoordeling en analyse door het beoordelingsteam Jeugdhulp 2016 worden de navolgende producten gehonoreerd en zijn deze declareerbaar indien hiervoor een beschikking is afgegeven:
U stelt dat de Jeugdbescherming Regio Amsterdam en de Jeugd- & Gezinsbeschermers een andere tariefopbouw hanteren. Tijdens het overleg dd 7 december jl. is door ons toegelicht dat de reden waarom wij vasthouden aan de door ons vastgestelde tarieven is dat de Jeugdbescherming Regio Amsterdam akkoord gaat met de door ons vastgestelde tarieven (financiering per product per cliënt). Over de hoogte van tarieven van producten is uit oogpunt van het niet mogen schaden van de commerciële belangen van partijen, nimmer gesproken.
3.Het geschil
- de Gemeenten te gebieden de aanbestedingsprocedure voor perceel 4 in te trekken en/of
- de Gemeenten te verbieden de eventueel ten aanzien van perceel 4 gegunde raamovereenkomsten ten uitvoer te leggen en/of
- voor zover de Gemeenten de opdracht voor perceel 4 nog wensen te gunnen, de Gemeenten te gebieden de opdracht voor perceel 4 opnieuw aan te besteden;
- elk gebod en verbod van dit petitum aan de Gemeenten op te leggen op straffe van verbeurte van een direct opeisbare dwangsom van € 1.000.000,00 en
- de Gemeenten te veroordelen in de kosten van deze procedure, een tegemoetkoming in de door de Stichting gemaakte kosten van juridische bijstand daaronder begrepen, alsmede in de nakosten en te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf twee weken na wijzing van het vonnis.
4.De beoordeling
- in een gesprek op 29 september 2015 door de Gemeenten met de Stichting over de opbouw van haar prijzen en de mate waarin die kostendekkend zijn haar is toegestaan om op het tarievenblad de tarieven te vermelden die tot kostendekkende uitvoering zouden leiden;
- in een gesprek op 5 november 2015 over de ingediende offerte is gesproken en dat aanvullend is gevraagd om onderbouwing voor de door de Stichting gevraagde hogere tarieven en van de wijze waarop de Stichting besparingen realiseert.
raamcontracten zijn aanbesteed en dat het de Gemeenten ook nu nog vrij staat om een raamovereenkomst met de Stichting aan te gaan. Bij die stand van zaken brengt een redelijke belangenafweging mee dat de zo-even genoemde remedie niet passend is.
- dagvaardingskosten € 77,84
- griffierecht € 619,00
- salaris advocaat €
5.De beslissing
- dat de Gemeenten voor die diensten de vergoeding betalen die zij ook bereid zijn aan JBRA te betalen,
- waarbij de Gemeenten de ook met JBRA overeengekomen voorwaarden kunnen hanteren,
- en het aan de Gemeenten is toegestaan het verschil tussen een en ander ten titel van schadevergoeding wegens onrechtmatige daad uit te betalen,
- waarbij die betalingen in de pas moeten lopen met de rest van de geldstroom.