In deze zaak heeft eiser, een directeur grootaandeelhouder, Aadonis Administratie en Fiscaal Adviesbureau B.V. gedagvaard in kort geding, waarbij hij doorbetaling van zijn loon vorderde. De procedure begon met een dagvaarding op 27 januari 2016, gevolgd door een mondelinge behandeling op 10 februari 2016. Eiser stelde dat er een arbeidsovereenkomst was gesloten op 31 januari 2014, en dat deze niet rechtsgeldig was beëindigd. Aadonis betwistte de arbeidsovereenkomst en voerde aan dat eiser op 4 december 2015 impliciet zijn ontslag had ingediend.
De kantonrechter oordeelde dat er voldoende aanwijzingen waren dat de arbeidsovereenkomst nog steeds van kracht was, aangezien eiser werkzaamheden had verricht en loon had ontvangen. De rechter wees de vordering van eiser toe, waarbij Aadonis werd veroordeeld tot betaling van achterstallig loon en doorbetaling van het loon totdat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zou zijn beëindigd. De rechter oordeelde ook dat Aadonis deugdelijke loonspecificaties moest verstrekken.
In reconventie vorderde Aadonis een voorschot op schadevergoeding en de terugkeer van eigendommen, maar deze vorderingen werden afgewezen omdat Aadonis niet voldoende bewijs had geleverd voor haar claims. De proceskosten werden aan Aadonis opgelegd, omdat zij in het ongelijk was gesteld. Het vonnis werd uitgesproken door de kantonrechter op 26 februari 2016.