In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 26 februari 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Coöperatieve Handelsvereniging U.A. en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. De zaak betreft de toekenning van een WGA-uitkering aan een ex-werknemer, die per 1 december 2014 arbeidsongeschikt werd verklaard. Eiseres, de Coöperatieve Handelsvereniging, heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van verweerder, waarin het bezwaar ongegrond werd verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ex-werknemer zich op 3 december 2012 ziek meldde en dat er geen functies te duiden zijn, waardoor hij 100% arbeidsongeschikt wordt geacht. De ex-werknemer heeft echter geen toestemming gegeven voor het delen van zijn medische gegevens met eiseres, wat de rechtbank heeft gedwongen om de uitspraak zo te formuleren dat eiseres niet geïnformeerd wordt over de gezondheidssituatie van de ex-werknemer.
De rechtbank heeft de vraag behandeld of de arbeidsongeschiktheid van de ex-werknemer duurzaam is, wat van belang is voor de toekenning van een IVA-uitkering in plaats van een WGA-uitkering. De rechtbank heeft overwogen dat de bezwaarverzekeringsarts onvoldoende heeft onderbouwd dat de arbeidsongeschiktheid niet duurzaam is. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de rapportages van de bezwaarverzekeringsarts onduidelijk zijn en dat er onvoldoende bewijs is dat de ex-werknemer niet duurzaam arbeidsongeschikt is. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen een nieuw besluit te nemen, waarbij de proceskosten van eiseres zijn toegewezen.
De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid in het medisch onderzoek en de noodzaak voor verweerder om de ex-werknemer tijdig te onderzoeken. De rechtbank heeft ook de proceskosten vastgesteld op € 992,00 en het griffierecht van € 331,00 vergoed.