In deze zaak heeft de werknemer, verder aangeduid als [de werknemer], een verzoek ingediend tot vernietiging van een ontslag op staande voet door zijn werkgever, CPM Europe B.V. (hierna: CPM). De werknemer werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. E. Jacobson, terwijl CPM werd vertegenwoordigd door mr. M.K. van den Berge. Tijdens de procedure heeft CPM een zelfstandig tegenverzoek ingediend tot voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
Op 30 december 2015 vond er een zitting plaats waar beide partijen hun standpunten toelichtten. Na deze zitting hebben partijen een settlement agreement bereikt en verzocht om deze overeenkomst in de beschikking op te nemen, met de eis dat zij worden veroordeeld tot nakoming daarvan, inclusief compensatie van de proceskosten. De partijen hebben een gelijkluidende tekst van de overeenkomst bij hun verzoek gevoegd.
De kantonrechter, mr. P.J. Jansen, heeft in zijn beoordeling geen reden gezien om niet in te stemmen met het verzoek van partijen. Hij heeft besloten om de overeenkomst te honoreren en heeft bepaald dat iedere partij zijn eigen proceskosten draagt. Deze beschikking is op 22 januari 2016 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.