ECLI:NL:RBNHO:2016:1293
Rechtbank Noord-Holland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Ongegrondverklaring klaagschrift inzake beslag en disproportionaliteit in strafzaak
Op 22 januari 2016 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlemmermeer, uitspraak gedaan in een klaagschrift dat was ingediend door klaagster, vertegenwoordigd door haar raadsman mr. M.A.M. Pijnenburg. Het klaagschrift was gericht tegen een beslag dat was gelegd op een Mercedes, met het verzoek tot opheffing van dit beslag en teruggave van het voertuig of het bedrag van € 25.000,00, indien het voertuig inmiddels was vervreemd. De rechtbank heeft het klaagschrift ongegrond verklaard, omdat de verweren van klaagster, waaronder de stelling van onrechtmatige dubbele inbeslagneming en disproportionaliteit van het beslag, feitelijke grondslag misten.
De rechtbank oordeelde dat klaagster enkel verdachte was in het onderzoek Barrow, terwijl de strafzaak in het onderzoek Higgins was geseponeerd. De rechtbank stelde vast dat het beslag op de auto eerder was gelegd onder medeverdachte [belanghebbende], die ook de zekerheid had gesteld. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van een surplus aan beslag, aangezien het beslag onder klaagster slechts € 66.566,92 bedroeg, terwijl de ontnemingsvordering tegen haar € 126.777,88 was. De rechtbank oordeelde dat het strafvorderlijk belang zich verzet tegen opheffing van het beslag, en verklaarde het klaagschrift ongegrond.
De beschikking is gegeven door mr. D. Gruijters, voorzitter, en mrs. P.H. Lauryssen en R. Kuiper, rechters, in aanwezigheid van griffier mr. S.S. Clements, en is uitgesproken op de openbare zitting van 22 januari 2016.